De gemeenteraad neemt kennis van het verslag van de vorige zitting.
De gemeenteraad keurt het verslag van de vorige zitting goed.
Sinds 2014 heeft de POM Vlaams-Brabant (met Steen III nv) een visie uitgewerkt voor de ontwikkeling van de KMO-zone Steen III, gelegen aan de Haachtsesteenweg. Bij de voorstelling van de visie werd er met de verschillende overheden overeengekomen om te gaan voor het voorstel van maximaal bedrijvigheid en minimaal aantal woongelegenheden. De ontwikkeling dient ook in de ruime context bekeken te worden en om die reden werd de KMO-zone Steen III opgenomen binnen een planningsinitiatief om de bestemmingen van het gewestplan deels te wijzigen.
Sinds enkele maanden werd de draad weer opgepikt na een lange pauze.
Steen III wordt reeds ontwikkeld sinds 2016 en dit op basis van de vigerende gewestplanbestemming 'KMO' en 'woongebied met landelijk karakter'.
Het planningsinitiatief heeft verschillende wijzigingen ondergaan op vraag van de gemeente en adviesinstanties, hoofdzakelijk aangaande de ontsluiting, een trage weg tussen de Perkse- en Haachtsesteenweg, de inplanting en de mogelijkheid tot bedrijfswoningen. In de huidige ontwerpversie is de ruimte voor bedrijfswoningen niet meer aangeduid. Ter hoogte van Steen II wordt vooral de grenzen van de gewestplanbestemmingen gecorrigeerd en wordt de mogelijkheid tot bedrijvigheid toegevoegd ter hoogte van het zuidoostelijk deel aan de Lambrechtsstraat (de huidige mogelijkheid tot wonen blijft behouden; nieuwbouw en herbouw van woningen wordt uitgesloten).
Het verzoek tot raadpleging van de plan-m.e.r.-screening (SCRPL16182) in kader van de ontheffing tot plan-MER werd naar de adviesinstanties verstuurd op 22 september 2016. Op 9 januari 2018 werd een ontheffing tot plan-MER-plicht verleend door de dienst milieueffectrapportage van het departement Omgeving.
Op 4 juni 2018 werd een plenaire vergadering gehouden over het voorontwerp-RUP; voorafgaand werd hierbij advies gevraagd aan verplicht te raadplegen adviesinstanties.
Eind 2019 en begin 2020 werden knelpunten in het dossier uitgeklaard en heeft het studiebureau Plan+ het ontwerp-RUP opgemaakt voor voorlopige vaststelling door de gemeenteraad. Het voorstel tot ontwerp-RUP vereiste echter nog enkele aanpassingen voordat het dossier kon worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
Sinds 1 mei 2017 is het decreet dat de planmilieueffectrapportage en andere effectbeoordelingen in het planningsproces van een ruimtelijk uitvoeringsplan integreert, in werking (cf. Het decreet van 1 juli 2016 (B.S. 19 augustus 2016) tot wijziging van de regelgeving voor ruimtelijke uitvoeringsplannen teneinde de planmilieueffectrapportage en andere effectbeoordelingen in het planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen te integreren door wijziging van diverse decreten).
Artikel 25 van het bijhorende besluit (Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017 (B.S. 28 maart 2017) betreffende het geïntegreerde planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen, planmilieueffectrapportage, ruimtelijke veiligheidsrapportage en andere effectbeoordelingen) stelt dat ruimtelijke uitvoeringsplannen de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid zoals van kracht tot en met 30 april 2017 kunnen blijven volgen als cumulatief:
1° de kennisgeving in het kader van de plan-milieueffectrapportage volledig verklaard is uiterlijk op 30 april 2017
2° uiterlijk op 31 december 2018 een plenaire vergadering, overeenkomstig de bepalingen van de voormelde codex, zoals deze van toepassing was op 30 april 2017, wordt gehouden.
Het verzoek tot raadpleging van de plan-m.e.r.-screening in kader van de ontheffing (equivalent kennisgeving plan-MER) werd naar de adviesinstanties verstuurd op 22 september 2016.
De plenaire vergadering vond plaats op 4 juni 2018.
Bijgevolg wordt de 'oude' procedure voor het dossier gevolgd:
VCRO art. 2.2.13 (01/09/2014 - 30/04/2017)
§ 1. Het college van burgemeester en schepenen is belast met het opmaken van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen en neemt de nodige maatregelen tot opmaak.
Het college van burgemeester en schepenen stuurt het voorontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan naar de deputatie, het departement en de andere adviserende diensten. De Vlaamse Regering kan bepalen aan welke gewestelijke diensten het voorontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan minstens moet worden voorgelegd. Als het voorontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan een grondruilplan als vermeld in artikel 2.1.65 van het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting bevat, stuurt het college van burgemeester en schepenen het voorontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan naar de bevoegde landcommissie, vermeld in het voormelde decreet.
Ten vroegste de eenentwintigste dag na het versturen van het voorontwerp door het college van burgemeester en schepenen, houdt dat college een plenaire vergadering met bovenvermelde instanties.
Het departement brengt uiterlijk tijdens de plenaire vergadering advies uit over de verenigbaarheid met het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen, de gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, de provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen, of, in voorkomend geval, de overeenstemming met een ontwerp van ruimtelijk structuurplan Vlaanderen en een ontwerp of ontwerpen van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Uiterlijk tijdens de plenaire vergadering brengt de deputatie advies uit, en delen de adviserende diensten, vermeld in het tweede lid, hun al dan niet schriftelijke opmerkingen mee. De vertegenwoordigers van die instanties dienen gemandateerd te zijn voor het innemen van een standpunt tijdens de vergadering.
Als het voorontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan beantwoordt aan de criteria, bepaald in toepassing van artikel 4.4.1., § 2, van het decreet van 5 april 1995 houdende de algemene bepalingen van het milieubeleid, stellen de door de Vlaamse Regering aangewezen diensten ten laatste tijdens de plenaire vergadering dat het voorontwerp het voorwerp vormt van een ruimtelijk veiligheidsrapport, tenzij het voorontwerp zo wordt gewijzigd dat het niet meer aan de vermelde criteria beantwoordt.
Van de plenaire vergadering wordt een schriftelijk verslag opgemaakt. Dit verslag wordt binnen veertien dagen bezorgd aan de instanties die op de plenaire vergadering aanwezig dienden te zijn. Eventuele reacties op het verslag kunnen worden ingediend door de instanties die effectief aanwezig waren op de plenaire vergadering, en moeten binnen veertien dagen na ontvangst van het verslag, bezorgd worden aan het college van burgemeester en schepenen.
§ 2. De gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen worden opgemaakt ter uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan.
§ 3. De voorschriften van de gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kunnen niet afwijken van de voorschriften van de provinciale en de gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, tenzij de provincieraad, respectievelijk de Vlaamse Regering daarvoor hun instemming verlenen. In dat geval vervangen de voorschriften van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, voor het grondgebied waarop ze betrekking hebben, de voorschriften van het provinciaal of gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, tenzij het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan het uitdrukkelijk anders bepaalt.
De instemming, vermeld in het eerste lid, wordt schriftelijk gegeven, uiterlijk op of naar aanleiding van de plenaire vergadering over het plan waarvoor de instemming vereist is. Het besluit waarbij de instemming wordt verleend, bevat een omschrijving van het te plannen onderwerp en van het gebied waarop het plan of planonderdeel betrekking heeft, en vermeldt de voorschriften van het provinciaal of gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan die zullen worden opgeheven.
VCRO art. 2.2.13 (08/01/2016 - 30/04/2017)
§ 1. De gemeenteraad stelt het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voorlopig vast.
Na de voorlopige vaststelling wordt het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan onmiddellijk opgestuurd naar de deputatie van de provincie waarin de gemeente is gelegen, naar het departement en naar de Vlaamse Regering.
Als overeenkomstig artikel 2.2.13, § 1, zesde lid, een ruimtelijk veiligheidsrapport wordt opgelegd, moet bij de voorlopige vaststelling van het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan met de resultaten ervan rekening gehouden worden.
§ 2. Het college van burgemeester en schepenen onderwerpt het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan aan een openbaar onderzoek dat binnen dertig dagen na de voorlopige vaststelling, vermeld in § 1, minstens wordt aangekondigd door :
1° aanplakking in de gemeente;
2° een bericht in het Belgisch Staatsblad en in ten minste drie dagbladen die in de provincie worden verspreid;
3° een bericht op de website van de gemeente.
Deze aankondiging vermeldt minstens :
1° waar het ontwerp ter inzage ligt;
2° de begin- en einddatum van het openbaar onderzoek;
3° het adres waarop de aan de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening gerichte adviezen, opmerkingen en bezwaren, vermeld in § 4, dienen toe te komen of kunnen worden afgegeven.
Het college van burgemeester en schepenen kan beslissen tot een individuele kennisgeving van het openbaar onderzoek aan de eigenaars van percelen waarop het planningsinitiatief betrekking heeft.
§ 3. Na de aankondiging wordt het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan gedurende zestig dagen ter inzage gelegd in het gemeentehuis. In voorkomend geval wordt ook het ruimtelijk veiligheidsrapport ter inzage gelegd.
Het openbaar onderzoek start uiterlijk op de dertigste dag na deze waarop de aankondiging ervan in het Belgisch Staatsblad verschenen is. Deze termijn is een termijn van orde.
§ 4. Opmerkingen en bezwaren worden uiterlijk de laatste dag van de termijn van het openbaar onderzoek schriftelijk of digitaal aan de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening bezorgd.
De deputatie van de provincie waarin de gemeente is gelegen bezorgt de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening binnen dezelfde termijn een advies inzake de overeenstemming van het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan met het provinciaal ruimtelijk structuurplan en de provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen, of, in voorkomend geval, de overeenstemming met een ontwerp van provinciaal ruimtelijk structuurplan en een ontwerp of ontwerpen van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan. Wanneer geen advies is verleend binnen die termijn, mag aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan.
Het departement bezorgt de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening binnen dezelfde termijn een advies inzake de overeenstemming van het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan met het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen en de gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, of, in voorkomend geval, de overeenstemming met een ontwerp van ruimtelijk structuurplan Vlaanderen en een ontwerp of ontwerpen van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Wanneer geen advies is verleend binnen die termijn, mag aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan.
Het college van burgemeester en schepenen en de deputatie van respectievelijk de gemeenten en de provincies die grenzen aan de gemeente, kunnen de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening een advies bezorgen binnen dezelfde termijn.
§ 5. De gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening bundelt en coördineert alle adviezen, opmerkingen en bezwaren en brengt binnen negentig dagen na het einde van het openbaar onderzoek gemotiveerd advies uit bij de gemeenteraad. Dat advies bevat de integrale adviezen van de deputatie en het departement. Op hetzelfde ogenblik bezorgt de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening het college van burgemeester en schepenen de gebundelde adviezen, opmerkingen en bezwaren.
Wanneer de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening geen advies heeft verleend binnen de gestelde termijn, mag aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan. In dat geval bezorgt ze onmiddellijk de gebundelde adviezen, opmerkingen en bezwaren aan de gemeenteraad.
§ 6. De gemeenteraad stelt binnen honderdtachtig dagen na het einde van het openbaar onderzoek het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan definitief vast.
Bij de definitieve vaststelling van het plan kunnen ten opzichte van het voorlopig vastgestelde plan slechts wijzigingen worden aangebracht, die gebaseerd zijn op of voortvloeien uit de tijdens het openbaar onderzoek geformuleerde bezwaren en opmerkingen of de adviezen, uitgebracht door de aangeduide diensten en overheden, of het advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening.
De definitieve vaststelling van het plan kan echter geen betrekking hebben op delen van het grondgebied die niet opgenomen zijn in het voorlopig vastgestelde plan.
Op gemotiveerd verzoek van het college van burgemeester en schepenen beslist de gemeenteraad over de verlenging met zestig dagen van de termijn waarbinnen het plan moet worden vastgesteld.
§ 7. Als overeenkomstig artikel 2.2.13, § 1, zesde lid, een ruimtelijk veiligheidsrapport wordt opgelegd, moet bij de definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan met de resultaten ervan rekening gehouden worden.
§ 8. Indien het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan niet definitief wordt vastgesteld binnen de termijn, vermeld in § 6, vervalt het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
§ 9. De gemeenteraad kan, met het oog op het herstel van een onregelmatigheid, het besluit houdende definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan geheel of gedeeltelijk intrekken en hernemen, waarbij het wettigheidsgebrek wordt rechtgezet.
De bepalingen van §§ 6 en 7 zijn onverminderd van toepassing, met uitzondering van de vervaltermijn van honderdtachtig dagen.
Vanuit de dienst ruimtelijke ordening wordt een gunstig advies verleend. Eerder hangende opmerkingen hebben geleid tot de gewenste aanpassingen aan het RUP.
De stedenbouwkundige voorschriften voor het woongebied zijn volledig afgestemd op de bepalingen van het woonlint volgens het RUP Melsbroek.
De toelichtingsnota werd geüpdatet.
De gemeenteraad stelt het ontwerp-RUP 10 Bedrijvenzone Steen III en omgeving voorlopig vast en geeft aan het college van burgemeester en schepenen de opdracht om over het ontwerp-RUP een openbaar onderzoek te organiseren.
Nieuw aanvullend reglement voor alle verkeersmaatregelen op parking Kampenhoutsesteenweg te Perk.
Het aanvullend reglement betreft enkel gemeentewegen.
Een afschrift van dit besluit zal overgemaakt worden aan de politiezone Kastze.
De nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968.
Het Koninklijk Besluit van 1 december 1975, houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
Het ministerieel besluit van 11 oktober 1976, waarbij de minimumafmetingen en bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
Het decreet van 16 mei 2008, betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009, betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
De omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009.
Het besluit van de gemeenteraad van 28 maart 2019, houdende vaststelling van het begrip “dagelijks bestuur” in overeenstemming met artikel 41 van het Decreet Lokaal Bestuur.
E9a
GVIId
C29
3. Op de parking Kampenhoutsesteenweg te Perk (conform plan, 1 bord) de toegang is verboden voor bestuurders van voertuigen waarvan de massa in beladen toestand hoger is dan 3,5ton.
Dit wordt aangeduid door verkeerstekens:
C21
3. Op de parking Kampenhoutsesteenweg te Perk (conform plan, 2 borden) de bestuurders moeten stoppen en voorrang verlenen.
Dit wordt aangeduid door verkeerstekens:
B5
4. Op de parking Kampenhoutsesteenweg te Perk (conform plan 12 plaatsen) het parkeren is toegelaten; het parkeren is voorbehouden voor voertuigen die gebruikt worden door personen met een handicap.
Dit wordt aangeduid door verkeerstekens:
E9a
GVII
De basisscholen ontvangen extra middelen voor korte vervangingen als ze aan bepaalde voorwaarden voldoen.
Een korte afwezigheid is een afwezigheid van personeelsleden die aangesteld zijn in een wervingsambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel waarvoor op basis van andere regelgeving geen vervanger kan worden gefinancierd of gesubsidieerd.
De scholen krijgen een contingent vervangingseenheden, waarmee ze binnen een samenwerkingsplatform vervangingen van leerkrachten kunnen doen.
Voorbeelden van mogelijke korte afwezigheden zijn:
Vervangingseenheden zijn een andere vorm van omkadering dan lesuren, uren of punten.
Elke school krijgt een contingent vervangingseenheden dat binnen het samenwerkingsplatform van de scholengemeenschap wordt samen gelegd en beheerd.
Om deze vervangingseenheden te kunnen aanwenden:
Om de vervangingseenheden te kunnen aanwenden dient een convenant te worden gesloten.
Er is een convenant wanneer de schoolbesturen, na bespreking met alle vakbonden die op niveau van het samenwerkingsplatform in de bevoegde onderhandelings- en/of overlegcomité(s) vertegenwoordigd zijn, het convenant ondertekenen met één of meer vakbonden.
Een convenant is een overeenkomst waarin de contractanten via een aantal afspraken en verplichtingen tot elkaar gebonden zijn. Het convenant kan nooit indruisen tegen de wetgeving en de regelgeving en kan er bijgevolg nooit hiërarchisch boven staan. Er kan niet eenzijdig van worden afgeweken.
Dit convenant (in bijlage) kan pas ingaan met terugwerkende kracht vanaf 1 september 2024 nadat het werd goedgekeurd door de respectievelijke gemeenteraden.
Het Protocol 2024/1 van het syndicaal Overleg Comité Scholen Gemeenschap op datum van 01 juli 2024 (zie bijlage).
De verlenging van het convenant voor vervangingen van korte afwezigheden in het basisonderwijs tijdens het schooljaar 2024-2025 wordt goedkeurd.
Op 22 december 2016 keurde de gemeenteraad het reglement klachtenbehandeling goed.
Hierin staat vermeld dat de klachtencoördinator jaarlijks een overzicht van de ingediende klachten bezorgt aan de gemeenteraad.
Sedert de laatste rapportering werden er 3 officiële klachten ingediend:
|
Onderwerp |
Datum indiening |
Ontvankelijk |
Gegrond |
Datum afhandeling |
|
|
|
|
|
|
1 |
racistische uitlatingen van een schoolmedewerker naar een ouder |
16/11/23 |
Ja |
Neen |
16/01/24 |
2
|
Klacht over een gemachtigd opzichter die de kinderen helpt bij het veilig oversteken aan Ter Ham |
07/05/24 |
Neen |
/ |
22/05/24 |
3
|
nalatigheid door GBS Tilia nav een gerechtelijk vonnis tussen twee ouders over het hoederecht van hun kind |
19/06/24 |
Ja |
gedeeltelijk |
04/07/24 |
Artikel 303 van het Decreet Lokaal Bestuur
De gemeenteraad neemt kennis van de klachtenbehandeling rapportering 2023-2024.
Op 18 september 2014 keurde de gemeenteraad het VVSG-traject naar uitmuntendheid goed als interne controlesysteem.
Sindsdien zijn er verschillende thema-audits onder andere rond communicatie, informatieveiligheid, welzijn op het werk, HR, financiële processen en digitalisering gebeurd.
De uitvoering van de actieplannen van vorige audits wordt regelmatig opgevolgd, geëvalueerd en bijgestuurd.
Hierna volgen per afdeling en organisatiebreed de acties die werden opgezet of verdergezet tijdens de periode 2023-2024:
v Financiële dienst
v Burgerzaken
v Human Resources
We zijn actief aan de slag gegaan met al onze dossiers van de langdurig zieken (> 1 jaar). Waar mogelijk faciliteren we de re-integratie. Dit vraagt maatwerk en heeft in een aantal gevallen al vruchten afgeworpen. We blijven hier verder op inzetten.
v Vrije tijd en lokale economie
De eerste kleine stappen zijn gezet voor de inventarisatie van de processen binnen onze verschillende diensten.
Elke medewerker lijstte alle processen binnen zijn takenpakket op en gaf daarbij ook aan of dit proces reeds is uitgeschreven of te raadplegen is voor andere collega’s in functie van back up.
In een volgende fase zullen al deze processen worden uitgewerkt. Daarbij zal er gestart worden met de processen die het meest essentieel zijn voor onze dienstverlening naar de burger en verenigingen toe.
v Interne en sociale zaken
Zebra is ontwikkeld om zorgorganisaties te ondersteunen bij het beheer van clientdossiers, planningen en prestaties. De softwareleverancier zorgde ook voor een integratie van de software voor thuisdiensten met de software Sierra2.0 voor sociale dienst, zodat de gebruiker steeds een globaal beeld op de hulpverlening blijft behouden.
De sterke punten van het systeem:
- Uitgebreide dossierregistratie met aandacht voor het sociaal onderzoek en de verwachte taken
- Opgave van de wensen van de klanten
- Eenvoudige registratie van de werkroosters van medewerkers
- Generatie van de werkplanning die rekening houdt met de roosters van de medewerkers en de wensen van de cliënten
- Planning digitaal te communiceren met medewerkers en cliënten
- Facturatie in de toepassing zelf → koppeling met BBC software voor doorgave facturen naar BBC boekhouding
- Eenvoudige rapportering én interactieve dashboarding mogelijk via Power BI
Sinds januari 2024 werkt de ICT-dienst voor het beheer van melding van IT-problemen met een selfservice portaal (VERA). Op dit portaal kan men meldingen doen en kan de medewerker aangeven over welk soort melding het gaat (connectiviteit, rechten/toegang, IT-materiaal, software, informatieveiligheid,…). De medewerker kan tevens een korte omschrijving van het probleem geven en aangeven wat er moet gebeuren. Tot slot kan men ook een bestand toevoegen (bv. screenshot,…).
Daarnaast is er ook een escalatiepyramide uitgewerkt.
In het voorjaar van 2024 werd de werking van de communicatiedienst verfijnd met een opdeling tussen trajectmatige werking en permanente werking en losstaande taken.
Ook voor de visuele communicatie van activiteiten werd een procedure uitgeschreven. Dit mondde uit in een digitaal aanvraagformulier dat de medewerkers die communicatie-materiaal nodig hebben in het kader van hun activiteit kunnen invullen.
In de loop van het voorjaar werd door de verschillende diensten alle vrijwilligers binnen de werking van het lokaal bestuur in kaart gebracht door de opmaak van een vrijwilligersregister. Volgende zaken werden bevraagd:
Dit register moet de aanzet zijn voor de opmaak van een echt vrijwilligersbeleid.
v Ruimte
v Over de afdelingen heen
Als onderdeel van de beleids- en beheerscyclus (BBC) en meer specifiek de interne omgevingsanalyse is er de eerste semester van 2024 een zelfevaluatie/SWOT-analyse opgemaakt van:
- De gehele organisatie (door het managementteam)
- Elk organisatieonderdeel en -domein (binnen de teams, diensten of afdelingen)
Bovendien heeft de gemeente/OCMW Steenokkerzeel een burgerbevraging georganiseerd (in samenwerking met Indiville) waarbij de burgers de verschillende diensten hebben geëvalueerd.
Deze resultaten en risicoanalyse werden op 24 juni 2024 gerapporteerd aan de raad.
De verbetertrajecten van deze zelfevaluatie-oefeningen worden opgenomen en verder opgevolgd via het meerjarenplan 2026-2031 (cf. beleidsdoelstellingen, actieplannen, acties, enz. …)
Als organisatie willen we de volgende stap zetten op vlak van (beleids)rapportering, projectmatig werken en organisatiebeheersing. Een software dient hierbij de interne werking te ondersteunen door processen en opvolging te faciliteren.
2de semester van 2024 gebeurt er een analyse welke noden er zijn bij de afdelingen en een voorstelling van softwarepakketten (beleids)rapportering en projectmatig werken.
Artikelen 217 t.e.m. 220 van het Decreet Lokaal Bestuur
De gemeenteraad neemt kennis van de acties die in 2023-2024 werden ondernomen in het kader van organisatiebeheersing.
Op 15 januari 2024 ging het college van burgemeester en schepenen principieel akkoord met de opstart van het project reflecterende huisnummers.
Op 12 februari 2024 besliste het college van burgemeester en schepenen verder over de uitrol van het project reflecterende huisnummers.
Op 10 juni adviseerde het college van burgemeester en schepenen om de prijs voor de aankoop van een reflecterend huisnummer vast te stellen op 3,00 euro.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017
Budgetcode GBB/0490-00/70303000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN van de exploitatie 2024.
1. Er wordt een gemeentelijke retributie gevestigd op de verkoop van reflecterende huisnummers.
2. De retributie is verschuldigd door de aanvrager van het reflecterend huisnummer.
3. De retributie bedraagt 3,00 EUR per reflecterend huisnummer.
4. De betaling gebeurt contant bij afhaling van het huisnummer.
5. Dit reglement wordt gepubliceerd op de gemeentelijke website en aan de toezichthoudende overheid bezorgd.
6. Dit besluit zal aangekondigd en bekendgemaakt worden volgens het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikels 287 en 288.
De (verrekening van de) investerings- en kapitaalsubsidies die door de gemeente worden toegekend aan het AGB Steenokkerzeel mogen vanaf 1 januari 2016 niet meer bij de ontvangsten worden geteld voor de bepaling van de ‘BTW-winst’. Tot dan werden de investeringen in het AGB altijd gefinancierd door een investeringssubsidie van de gemeente, waarbij de afschrijvingen van het actief in het resultaat werden geneutraliseerd door de gelijke verrekening van de ontvangen investeringssubsidie. Door de investeringssubsidie te vervangen door een ‘toegestane lening’ waarbij de terugbetaling (aan de gemeente) gefinancierd wordt met een prijssubsidie (van de gemeente aan het AGB), zal de investeringsuitgave onmiddellijk gefinancierd worden en zal de afschrijvingslast in het AGB geneutraliseerd worden. De afschrijving en de terugbetaling van de lening moeten dan wel ‘synchroon’ verlopen.
In het meerjarenplan 2020–2025 van het Autonoom Gemeentebedrijf Steenokkerzeel zijn de transactiekredieten in de investeringsprojecten 2022 geraamd op 397.042,68 EUR.
In de loop van 2022 werd hiervan 47 261,21 EUR effectief uitgegeven aan de onderstaande investeringsproject.
De liquiditeitspositie van het AGB laat geen integrale en onmiddellijke financiering van de transactiekredieten toe, bijgevolg is het aangewezen dat de gemeente ter financiering een lening toestaat aan het AGB;
Voorafgaande beslissing nr. 2010.047 dd. 30.03.2010 bevestigt dat het renteloze karakter van een lening die wordt verstrekt door een gemeente aan een AGB niet wordt aangemerkt als een verkregen abnormaal of goedgunstig voordeel in hoofde van het AGB.
De gemeenteraadsbeslissing van 26 juni 2003 waarin de oprichting en de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Steenokkerzeel, afgekort AGB Steenokkerzeel werden goedgekeurd.
De goedkeuring van de gemeenteraadsbeslissing van 26 juni 2003 door de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken op 31 juli 2003 en de publicatie van deze beslissing in het Belgisch Staatsblad van 26 september 2003.
Het prijssubsidiereglement.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.
De beheersovereenkomst tussen de gemeente en het AGB.
1. De volgende leningsovereenkomst wordt goedgekeurd:
LENINGSOVEREENKOMST TRANSACTIEKREDIETEN INVESTERINGSPORTEFEUILLE 2022
Tussen:
De GEMEENTE STEENOKKERZEEL, met zetel te te 1820 Steenokkerzeel, Orchideeënlaan 17, hier vertegenwoordigd door:
- de burgemeester, zijnde de heer Kurt Ryon;
- de algemeen directeur, zijnde mevrouw Heidi Abeloos;
Overeenkomstig artikel 330 e.v. van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 is dit besluit van de gemeenteraad onmiddellijk uitvoerbaar doch onderworpen aan het algemeen administratief toezicht van de provinciegouverneur;
hierna genoemd ‘Uitlener’, enerzijds en
Het AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF STEENOKKERZEEL, afgekort “AGB Steenokkerzeel”, met zetel te 1820 Steenokkerzeel, Orchideeënlaan 17 en ondernemingsnummer 0863.139.949, hier vertegenwoordigd door:
- de voorzitter van het AGB, zijnde de heer Jelle Mombaerts;
- de secretaris van het AGB, zijnde mevrouw Heidi Abeloos;
Opgericht bij besluit van de gemeenteraad van de Gemeente Steenokkerzeel op 26 juni 2003 en goedgekeurd door de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken op 31 juli 2003 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 26 september 2003;
Overeenkomstig artikel 330 e.v. van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 is dit besluit van de raad van bestuur onmiddellijk uitvoerbaar doch onderworpen aan het algemeen administratief toezicht van de provinciegouverneur;
hierna genoemd ‘Lener’, anderzijds,
hierna samen genoemd ‘de partijen’
wordt een leningsovereenkomst gesloten met volgende voorwaarden:
Art. 1 – Voorwerp
De Uitlener verleent een lening aan de Lener, die de lening aanvaardt, gelijk aan de hoofdsom, met de duurtijd en volgens de regeling en de voorwaarden, zoals die hierna worden bepaald.
Art. 2 – Hoofdsom
De Lener erkent aan de Uitlener de som van 54.654,50 EUR verschuldigd te zijn.
Art. 3 – Doel van de lening
De lening zal uitsluitend worden aangewend voor de financiering van de transactiekredieten van de investeringsprojecten 2019, 2021 en 2022.
Het bedrag van de lening wordt aan de Lener ter beschikking gesteld door opnamen via de rekening-courant tussen de Uitlener en de Lener.
Elke aanwending van het ontleende bedrag in strijd met deze overeenkomst heeft van rechtswege de onmiddellijke opeisbaarheid van het openstaande bedrag voor gevolg.
Art. 4 – Duurtijd
Deze lening is toegestaan voor een termijn overeenkomstig met de afschrijvingstermijn van de investeringen waarvoor geleend wordt.
Tussen partijen is uitdrukkelijk overeengekomen dat al de bepalingen van de huidige overeenkomst na de vervaltijd van toepassing zullen blijven ingeval de terugbetaling, om het even welke reden, niet op de vastgestelde datum zou geschieden, en dit zonder alsdan afbreuk te doen aan de eisbaarheid.
Art. 5 - Vaststelling renteloosheid
Er is door de Lener geen enkele rente verschuldigd gedurende de volledige periode dat de lening loopt.
Art. 6 – Terugbetaling
De Lener verbindt zich er toe om het ontleende bedrag als volgt terug te betalen:
- hoofdsom: € 54.654,50
- aantal jaren: volgens afschrijvingstermijn van de investering
- rentevoet: 0%
- aflossing: lineair
Afhankelijk van het bedrag dat effectief door de Lener wordt opgenomen, wordt de definitieve aflossingstabel opgesteld. De eerste vervaldag is 31 december van het jaar van ingebruikname van het actief.
De terugbetaling gebeurt in eerste instantie door middel van schuldvergelijking met de prijssubsidies die door de Uitlener aan de Lener verschuldigd zijn. De Lener machtigt de Uitlener om het passende bedrag op de prijssubsidies in te houden en te boeken als schuld aan de Lener. Deze inhoudingen worden gelijk gespreid over de vier kwartalen (behoudens akkoord van het directiecomité met een afwijking op de gelijke spreiding over de kwartalen).
Indien de prijssubsidies, die door de Uitlener aan de Lener worden toegekend, niet volstaan om de terugbetalingen te voldoen, is het saldo op de vervaldag betaalbaar op rekening BE02 0910 0018 5440 van de Uitlener.
Art. 7 - Boete bij te late terugbetaling
Over te laat terugbetaalde bedragen is door de Lener bij wijze van boete rente verschuldigd tegen het op dat ogenblik geldende Euribor rentepercentage (minimaal 0,00%), verhoogd met 100 basispunten, en zulks ten belope van het aantal maanden laattijdigheid waarbij iedere begonnen maand als een volledige maand zal worden aangerekend. De Uitlener is bevoegd onmiddellijke betaling daarvan te verlangen.
Ingeval van niet betaling binnen de vijftien (15) dagen na aanmaning bij ter post aangetekende brief wordt het volledige bedrag der lening onmiddellijk opeisbaar en zal het gehele nog verschuldigde bedrag vermeerderd worden met de rente zoals in vorige alinea berekend.
Art. 8 – Opeisbaarheid
Alle uit hoofde van de lening verschuldigde bedragen kunnen met onmiddellijke ingang worden opgeëist, en de lening geldt bij opeising als opgezegd indien:
× de Lener in strijd handelt met deze overeenkomst en het verzuim niet is te herstellen;
× de Lener in strijd handelt met deze overeenkomst en de Lener niet alsnog nagekomen heeft binnen 30 dagen na sommatie per aangetekend schrijven of een langere termijn in de sommatie genoemd, zich in regel te stellen.
Bij niet-naleving door de Lener van haar verplichting(en) heeft de Uitlener het recht onverminderd alle persoonlijk vorderingen en dwangmaatregelen in het algemeen verhaal uit te oefenen op al de goederen van de Lener zowel roerende als onroerende. Alle kosten van beslag, inbegrepen van bewarend beslag, zijn ten laste van de Lener.
Art. 9 - Wijzigingen
Deze leningsovereenkomst bevat de integrale overeenkomst tussen de Uitlener en de Lener en vervangt alle andere mondelinge - of schriftelijke overeenkomsten tussen de Partijen. Deze overeenkomst kan enkel schriftelijk en via uitdrukkelijk akkoord tussen de Partijen worden gewijzigd.
Art. 10 - Niet-overdraagbaarheid
Behoudens in gevallen, vermeld in onderhavige overeenkomst, kan deze overeenkomst, noch enige rechten daarin, geheel of gedeeltelijk worden overgedragen aan derde partijen.
Art. 11 - Toepasselijk recht
Deze Leningsovereenkomst renteloze lening is onderworpen aan het Belgisch recht. Enkel de hoven en rechtbanken van de woonplaats van de Uitlener zijn bevoegd.
Art. 12 – Splitsbaarheid
De nietigheid van één der artikelen van deze overeenkomst of een deel daarvan, tast de geldigheid van de overige bepalingen van deze overeenkomst niet aan, noch van de overeenkomst in haar geheel. Hun afdwingbaarheid blijft onverminderd tot wat wettelijk toegelaten is.
Ingeval van ongeldigheid of onafdwingbaarheid van enige bepaling van de overeenkomst zullen partijen ter goeder trouw onderhandelen teneinde deze te vervangen door een bepaling die zoveel mogelijk hetzelfde effect teweegbrengt als de ongeldige of onafdwingbare bepaling.
Evenzo zullen partijen te goeder trouw onderhandelen teneinde een voor iedere partij aanvaardbare oplossing te vinden indien zich een situatie voordoet, die niet voorzien is in de overeenkomst.
Aldus opgemaakt en ondertekend te Steenokkerzeel in twee originele exemplaren, waarvan elke partij erkent er één te hebben ontvangen
Voor de Uitlener,
De algemeen directeur, De burgemeester,
H. ABELOOS K. RYON
Voor de Lener,
De secretaris van het AGB, De voorzitter van het AGB,
H. ABELOOS J. MOMBAERTS
2. De algemeen directeur en de burgemeester worden gemachtigd om in naam van de gemeente de overeenkomst te ondertekenen.
De (verrekening van de) investerings- en kapitaalsubsidies die door de gemeente worden toegekend aan het AGB Steenokkerzeel mogen vanaf 1 januari 2016 niet meer bij de ontvangsten worden geteld voor de bepaling van de ‘BTW-winst’. Tot dan werden de investeringen in het AGB altijd gefinancierd door een investeringssubsidie van de gemeente, waarbij de afschrijvingen van het actief in het resultaat werden geneutraliseerd door de gelijke verrekening van de ontvangen investeringssubsidie. Door de investeringssubsidie te vervangen door een ‘toegestane lening’ waarbij de terugbetaling (aan de gemeente) gefinancierd wordt met een prijssubsidie (van de gemeente aan het AGB), zal de investeringsuitgave onmiddellijk gefinancierd worden en zal de afschrijvingslast in het AGB geneutraliseerd worden. De afschrijving en de terugbetaling van de lening moeten dan wel ‘synchroon’ verlopen.
In het meerjarenplan 2020–2025 van het Autonoom Gemeentebedrijf Steenokkerzeel zijn de transactiekredieten in de investeringsprojecten 2023 geraamd op 1.299.781,47 EUR.
In de loop van 2023 werd hiervan 460.594,13 EUR effectief uitgegeven aan de onderstaande investeringsprojecten.
De liquiditeitspositie van het AGB laat geen integrale en onmiddellijke financiering van de transactiekredieten toe, bijgevolg is het aangewezen dat de gemeente ter financiering een lening toestaat aan het AGB;
Voorafgaande beslissing nr. 2010.047 dd. 30.03.2010 bevestigt dat het renteloze karakter van een lening die wordt verstrekt door een gemeente aan een AGB niet wordt aangemerkt als een verkregen abnormaal of goedgunstig voordeel in hoofde van het AGB.
De gemeenteraadsbeslissing van 26 juni 2003 waarin de oprichting en de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Steenokkerzeel, afgekort AGB Steenokkerzeel werden goedgekeurd.
De goedkeuring van de gemeenteraadsbeslissing van 26 juni 2003 door de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken op 31 juli 2003 en de publicatie van deze beslissing in het Belgisch Staatsblad van 26 september 2003.
Het prijssubsidiereglement.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.
De beheersovereenkomst tussen de gemeente en het AGB.
1. De volgende leningsovereenkomst wordt goedgekeurd:
LENINGSOVEREENKOMST TRANSACTIEKREDIETEN INVESTERINGSPORTEFEUILLE 2023
Tussen:
De GEMEENTE STEENOKKERZEEL, met zetel te te 1820 Steenokkerzeel, Orchideeënlaan 17, hier vertegenwoordigd door:
- de burgemeester, zijnde de heer Kurt Ryon;
- de algemeen directeur, zijnde mevrouw Heidi Abeloos;
Overeenkomstig artikel 330 e.v. van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 is dit besluit van de gemeenteraad onmiddellijk uitvoerbaar doch onderworpen aan het algemeen administratief toezicht van de provinciegouverneur;
hierna genoemd ‘Uitlener’, enerzijds en
Het AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF STEENOKKERZEEL, afgekort “AGB Steenokkerzeel”, met zetel te 1820 Steenokkerzeel, Orchideeënlaan 17 en ondernemingsnummer 0863.139.949, hier vertegenwoordigd door:
- de voorzitter van het AGB, zijnde de heer Jelle Mombaerts;
- de secretaris van het AGB, zijnde mevrouw Heidi Abeloos;
Opgericht bij besluit van de gemeenteraad van de Gemeente Steenokkerzeel op 26 juni 2003 en goedgekeurd door de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken op 31 juli 2003 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 26 september 2003;
Overeenkomstig artikel 330 e.v. van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 is dit besluit van de raad van bestuur onmiddellijk uitvoerbaar doch onderworpen aan het algemeen administratief toezicht van de provinciegouverneur;
hierna genoemd ‘Lener’, anderzijds,
hierna samen genoemd ‘de partijen’
wordt een leningsovereenkomst gesloten met volgende voorwaarden:
Art. 1 – Voorwerp
De Uitlener verleent een lening aan de Lener, die de lening aanvaardt, gelijk aan de hoofdsom, met de duurtijd en volgens de regeling en de voorwaarden, zoals die hierna worden bepaald.
Art. 2 – Hoofdsom
De Lener erkent aan de Uitlener de som van 460.594,13 EUR verschuldigd te zijn.
Art. 3 – Doel van de lening
De lening zal uitsluitend worden aangewend voor de financiering van de transactiekredieten van de investeringsprojecten 2023.
Het bedrag van de lening wordt aan de Lener ter beschikking gesteld door opnamen via de rekening-courant tussen de Uitlener en de Lener.
Elke aanwending van het ontleende bedrag in strijd met deze overeenkomst heeft van rechtswege de onmiddellijke opeisbaarheid van het openstaande bedrag voor gevolg.
Art. 4 – Duurtijd
Deze lening is toegestaan voor een termijn overeenkomstig met de afschrijvingstermijn van de investeringen waarvoor geleend wordt.
Tussen partijen is uitdrukkelijk overeengekomen dat al de bepalingen van de huidige overeenkomst na de vervaltijd van toepassing zullen blijven ingeval de terugbetaling, om het even welke reden, niet op de vastgestelde datum zou geschieden, en dit zonder alsdan afbreuk te doen aan de eisbaarheid.
Art. 5 - Vaststelling renteloosheid
Er is door de Lener geen enkele rente verschuldigd gedurende de volledige periode dat de lening loopt.
Art. 6 – Terugbetaling
De Lener verbindt zich er toe om het ontleende bedrag als volgt terug te betalen:
- hoofdsom: € 460.594,13
- aantal jaren: volgens afschrijvingstermijn van de investering
- rentevoet: 0%
- aflossing: lineair
Afhankelijk van het bedrag dat effectief door de Lener wordt opgenomen, wordt de definitieve aflossingstabel opgesteld. De eerste vervaldag is 31 december van het jaar van ingebruikname van het actief.
De terugbetaling gebeurt in eerste instantie door middel van schuldvergelijking met de prijssubsidies die door de Uitlener aan de Lener verschuldigd zijn. De Lener machtigt de Uitlener om het passende bedrag op de prijssubsidies in te houden en te boeken als schuld aan de Lener. Deze inhoudingen worden gelijk gespreid over de vier kwartalen (behoudens akkoord van het directiecomité met een afwijking op de gelijke spreiding over de kwartalen).
Indien de prijssubsidies, die door de Uitlener aan de Lener worden toegekend, niet volstaan om de terugbetalingen te voldoen, is het saldo op de vervaldag betaalbaar op rekening BE02 0910 0018 5440 van de Uitlener.
Art. 7 - Boete bij te late terugbetaling
Over te laat terugbetaalde bedragen is door de Lener bij wijze van boete rente verschuldigd tegen het op dat ogenblik geldende Euribor rentepercentage (minimaal 0,00%), verhoogd met 100 basispunten, en zulks ten belope van het aantal maanden laattijdigheid waarbij iedere begonnen maand als een volledige maand zal worden aangerekend. De Uitlener is bevoegd onmiddellijke betaling daarvan te verlangen.
Ingeval van niet betaling binnen de vijftien (15) dagen na aanmaning bij ter post aangetekende brief wordt het volledige bedrag der lening onmiddellijk opeisbaar en zal het gehele nog verschuldigde bedrag vermeerderd worden met de rente zoals in vorige alinea berekend.
Art. 8 – Opeisbaarheid
Alle uit hoofde van de lening verschuldigde bedragen kunnen met onmiddellijke ingang worden opgeëist, en de lening geldt bij opeising als opgezegd indien:
× de Lener in strijd handelt met deze overeenkomst en het verzuim niet is te herstellen;
× de Lener in strijd handelt met deze overeenkomst en de Lener niet alsnog nagekomen heeft binnen 30 dagen na sommatie per aangetekend schrijven of een langere termijn in de sommatie genoemd, zich in regel te stellen.
Bij niet-naleving door de Lener van haar verplichting(en) heeft de Uitlener het recht onverminderd alle persoonlijk vorderingen en dwangmaatregelen in het algemeen verhaal uit te oefenen op al de goederen van de Lener zowel roerende als onroerende. Alle kosten van beslag, inbegrepen van bewarend beslag, zijn ten laste van de Lener.
Art. 9 - Wijzigingen
Deze leningsovereenkomst bevat de integrale overeenkomst tussen de Uitlener en de Lener en vervangt alle andere mondelinge - of schriftelijke overeenkomsten tussen de Partijen. Deze overeenkomst kan enkel schriftelijk en via uitdrukkelijk akkoord tussen de Partijen worden gewijzigd.
Art. 10 - Niet-overdraagbaarheid
Behoudens in gevallen, vermeld in onderhavige overeenkomst, kan deze overeenkomst, noch enige rechten daarin, geheel of gedeeltelijk worden overgedragen aan derde partijen.
Art. 11 - Toepasselijk recht
Deze Leningsovereenkomst renteloze lening is onderworpen aan het Belgisch recht. Enkel de hoven en rechtbanken van de woonplaats van de Uitlener zijn bevoegd.
Art. 12 – Splitsbaarheid
De nietigheid van één der artikelen van deze overeenkomst of een deel daarvan, tast de geldigheid van de overige bepalingen van deze overeenkomst niet aan, noch van de overeenkomst in haar geheel. Hun afdwingbaarheid blijft onverminderd tot wat wettelijk toegelaten is.
Ingeval van ongeldigheid of onafdwingbaarheid van enige bepaling van de overeenkomst zullen partijen ter goeder trouw onderhandelen teneinde deze te vervangen door een bepaling die zoveel mogelijk hetzelfde effect teweegbrengt als de ongeldige of onafdwingbare bepaling.
Evenzo zullen partijen te goeder trouw onderhandelen teneinde een voor iedere partij aanvaardbare oplossing te vinden indien zich een situatie voordoet, die niet voorzien is in de overeenkomst.
Aldus opgemaakt en ondertekend te Steenokkerzeel in twee originele exemplaren, waarvan elke partij erkent er één te hebben ontvangen
Voor de Uitlener,
De algemeen directeur, De burgemeester,
H. ABELOOS K. RYON
Voor de Lener,
De secretaris van het AGB, De voorzitter van het AGB,
H. ABELOOS J. MOMBAERTS
2. De algemeen directeur en de burgemeester worden gemachtigd om in naam van de gemeente de overeenkomst te ondertekenen.
De raad van bestuur van het AGB Steenokkerzeel heeft op 16 mei 2024 de jaarrekening van het AGB over het boekjaar 2023 vastgesteld.
Op 23 mei 2024 werd door de gemeenteraad een gunstig advies bij de jaarrekening 2023 van het autonoom gemeentebedrijf verleend.
De gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant heeft op 14 augustus 2024 de jaarrekening 2023 van het AGB Steenokkerzeel goedgekeurd.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 332 §1, 3e lid.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 235 §4, 3e lid.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en in het bijzonder de artikelen 241, 243 en 260 tot en met 262.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen, en in het bijzonder de artikelen 17 tot en met 26.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen, en in het bijzonder de artikelen 2 tot en met 4.
1. De gemeenteraad neemt kennis van het goedkeuringsbesluit van de jaarrekening 2023 van het AGB Steenokkerzeel.
2. Er wordt voor 2023 kwijting verleend aan de bestuurders van het AGB Steenokkerzeel.
De gemeenteraad heeft op 20 juni 2024 de jaarrekening van gemeente en OCMW over het boekjaar 2023 vastgesteld.
De gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant heeft op 12 augustus 2024 de jaarrekening 2023 van gemeente en OCMW Steenokkerzeel goedgekeurd.
Dit besluit moet ter kennisname gebracht worden op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad en van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 332 §1, 3e lid.
De gemeenteraad neemt kennis van het goedkeuringsbesluit van de jaarrekening 2023 van gemeente en OCMW Steenokkerzeel.
Voor eind september moeten alle gemeenten en OCMW’s, autonome gemeentebedrijven (AGB’s) en welzijnsverenigingen een opvolgingsrapportering opmaken met een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan 2020-2025.
De opvolgingsrapportering bevat de stand van zaken van de prioritaire acties en een overzicht van de geraamde en gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar (schema J1 en T2) voor gemeente én OCMW samen. De rapportering bevat ook de wijzigingen die het bestuur mogelijks heeft doorgevoerd in de assumpties bij de opmaak van het (aangepaste) meerjarenplan en eventuele wijzigingen in de financiële risico’s. Daarnaast is het bestuur vrij om zelf nog extra elementen in de opvolgingsrapportering op te nemen.
De opvolging van Steenokkerzeel bestaat uit (zie bijlagen):
- Beleidsevaluatie: stand van zaken van de prioritaire acties op datum van 30.06.2024
- Schema J1: overzicht van de geraamde en gerealiseerde ontvangsten en uitgaven op datum van 30.06.2024, onderverdeeld per beleidsdoelstelling
- Schema J3: overzicht van de geraamde en gerealiseerde ontvangsten en uitgaven op datum van 30.06.2024, onderverdeeld per gemeente en OCMW
- Schema T2: overzicht van de geraamde en gerealiseerde ontvangsten en uitgaven op datum van 30.06.2024, onderverdeeld naar economische aard
Artikel 29 van het Besluit van de Vlaamse Regering over de beleids- en beheerscyclus van 30 maart 2018.
Artikel 5 van het Ministerieel Besluit over de beleids- en beheerscyclus van 26 juni 2018.
De gemeenteraad neemt kennis van de opvolgingsrapportering met een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan 2020-2025.
Op vraag van de burgemeesters tijdens het beheerscomité van de ILV Integrale Veiligheid van 26 januari 2023 werd een gemeenschappelijke richtlijn voor de toelating van evenementen met muziekactiviteiten binnen de gemeenten Kampenhout, Steenokkerzeel en Zemst opgemaakt.
De richtlijn werd opgesteld in overleg met de diensten vrije tijd, welzijn en milieu. De richtlijn werd vervolgens ook besproken met de lokale politie KASTZE.
Op 2 oktober 2023 gaf het college feedback op een eerste versie van de richtlijn. De opmerkingen van de drie colleges werden samengebracht en besproken.
De finale versie van de richtlijn werd besproken tijdens het beheerscomité van 18 juli 2024 in aanwezigheid van de drie burgemeesters en de korpschef. Het beheerscomité besliste om de versie ter goedkeuring voor te leggen aan de colleges en ter kennisneming voor te leggen op de gemeenteraden.
Op dit moment heeft elke gemeente binnen de politiezone KASTZE eigen voorwaarden om een evenement met muziekactiviteiten toe te laten. Dit zorgt er voor dat niet elke organisatie aan dezelfde voorwaarden moet voldoen bij het organiseren van een evenement met muziekactiviteiten. Het doel van de richtlijn is om een uniform kader te creëren waaraan alle organisatoren van evenementen met muziekactiviteiten, zoals omschreven in de richtlijn, aan moeten voldoen.
Binnen de politiezone KASTZE wensen de burgemeesters op een uniforme manier om te gaan met het verlenen van toelatingen voor evenementen met muziekactiviteiten. In de richtlijn wordt een evenement met muziekactiviteiten gedefinieerd als:
Elk evenement dat voldoet aan alle onderstaande voorwaarden:
De richtlijn zorgt ervoor dat het voor iedere organisator binnen de gemeenten Kampenhout, Steenokkerzeel en Zemst duidelijk is aan welke voorwaarden ze moet voldoen om een toelating voor zijn evenement met muziekactiviteiten te verkrijgen. De burgemeester houdt namelijk rekening met deze richtlijnen bij het toekennen van de vergunning voor de evenementen met muziekactiviteiten.
Het doel van de richtlijn is om de voorwaarden voor het toelaten van evenementen met muziekactiviteiten in de politiezone KASTZE gelijk te trekken. De burgemeesters van de gemeenten Kampenhout, Steenokkerzeel en Zemst zijn vragende partij om dit te uniformiseren. Op deze manier moeten de organisatoren van de evenementen zoals omschreven in de richtlijn, binnen de zone KASTZE aan dezelfde voorwaarden voldoen.
Wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere produkten, art. 6 §6.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 56.
Titel II van het VLAREM. Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1955 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, art. 5.32.3.10.
Het algemeen zonaal politiereglement, goedgekeurd op de gemeenteraad van 20 juni 2024.
De jeugdraad van Steenokkerzeel heeft geen opmerkingen op de richtlijnen in verband met toelating evenementen met muziekactiviteiten in de gemeenten van de politiezone KASTZE.
Geen financiële impact.
De gemeenteraad neemt kennis van de richtlijnen in verband met toelating evenementen met muziekactiviteiten in de gemeenten van de politiezone KASTZE.
Op 25 mei 2023 keurt de gemeenteraad het politiereglement betreffende de beperkte snelheidsovertredingen goed.
Op 22 juni 2023 keurt de gemeenteraad de aanpassing aan het politiereglement betreffende de beperkte snelheidsovertredingen goed.
Onlangs werd artikel 29quater van de wegverkeerswet aangepast. Deze aanpassing heeft een lichte wijziging in het regelgevende kader omtrent GAS 5 tot gevolg. De wijziging heeft betrekking op de toepassing van GAS 5 bij rechtspersonen. Oorspronkelijke stond in artikel 3 van het GAS5 reglement: ‘de snelheidsovertredingen worden begaan door meerderjarige natuurlijke personen of door rechtspersonen. Dit wordt aangepast naar ‘de snelheidsovertreding wordt begaan door meerderjarige natuurlijke personen, vermoed of aangeduid overeenkomstig artikel 67bis en 67ter’.
Volgens de hiërarchie der nomen gaat hogere wetgeving steeds voor op lagere wetgeving. Om conflicten te vermijden wordt de lagere wetgeving best aangepast naar de bepalingen van de hogere rechtsnorm. Aangezien de wegverkeerswet wijzigt, dient eveneens het politiereglement betreffende de beperkte snelheidsovertredingen aangepast te worden.
Tot op heden wordt het toepassingsgebied in het politiereglement betreffende de beperkte snelheidsovertredingen (GAS 5) beperkt tot de overtredingen begaan door houders van een Belgische kentekenplaat. Echter heeft Haviland ingezet op de uitbreiding van haar dienstverlening GAS 5 tot overtredingen begaan door buitenlandse overtreders. Om over te gaan tot de effectieve handhaving van de beperkte snelheidsovertredingen begaan door buitenlanders, dient artikel 4 van het politiereglement betreffende de beperkte snelheidsovertredingen zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 22 juni 2023, verwijderd te worden.
Door ook buitenlanders op te nemen in het toepassingsgebied van GAS 5 worden alle overtreders op dezelfde manier gesanctioneerd.
De inkomsten worden opgenomen op jaarbudgetrekening code: GBB/0480-00/73900000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN van de exploitatie 2023
De uitgaven worden opgenomen op jaarbudgetrekening code: GBB/0480-00/61419999/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN van de exploitatie 2023
Haviland vraagt per dossier een forfaitair tarief van € 24 per dossier.
Alen Cilic geeft toelichting over dit agendapunt :
Blijkbaar zijn er redelijk wat vals positieve resultaten met de camera. Zo krijgen zelfs landbouwers met hun landbouwvoertuigen alsnog een boete. Blijkbaar zouden er ook gevallen zijn van inwoners met een vergunning die alsnog een boete kregen.
Schepen Wim Mombaerts antwoordt als volgt:
Alen Cilic geeft toelichting over dit agendapunt :
Schepen Wim Mombaerts antwoordt als volgt:
Raadslid Rudy Peeters voegt toe:
Schepen Wim Mombaerts:
Alen Cilic geeft toelichting over dit agendapunt :
Er zijn redelijk wat opmerkingen bij inwoners omtrent het onderhoud van “het groen”.
Schepen Marleen Ral antwoordt als volgt:
Alen Cilic geeft toelichting over dit agendapunt :
Schepen Marleen Ral antwoordt als volgt:
Alen Cilic geeft toelichting over dit agendapunt :
In het kader van de huidige PFAS-problematiek in Melsbroek stellen wij ons de vraag in welke mate er eveneens een monitoring is van de waterzuiveringsstations?
Schepen Marleen Ral antwoordt als volgt:
Alen Cilic geeft toelichting over dit agendapunt :
Tijdens de zomerperiode werd er melding gemaakt van vissterfte in de vermelde vijver. Er was sprake dat er reeds meermaals vanuit de gemeente werd gevraagd om een fontein te plaatsen teneinde het zuurstofgehalte te bevorderen.
Schepen Marleen Ral antwoordt als volgt:
Rudy Peeters geeft toelichting over dit agendapunt :
Wij blijven signalen opvangen van inwoners die tijdens de zomermaanden wegens hygiënische reden ontevreden zijn met de 2 wekelijkse ophaling van de GFT bakken.
Schepen Marleen Ral antwoordt als volgt:
Rudy Peeters geeft toelichting over dit agendapunt :
In de notulen van het CBS van 2 september jl lezen wij dat de samenwerkingsovereenkomst met het dierenasiel 'Pootjesparadijs' te Zemst inzake vangen-opvangen-verzorging van zwerfkatten zal voorgelegd worden aan de gemeenteraad. Ik notuleer heden echter geen agendapunt op de gemeenteraad van 19 september 2024.
Schepen Hannelore Velaerts antwoordt dat dit op de gemeenteraad van oktober komt.
Rudy Peeters geeft toelichting over dit agendapunt :
Moeten wij als lokale overheid, naar aanleiding van de afschaffing van de opkomstplicht, niet een initiatief nemen tot het opstarten van bevorderende maatregelen voor de opkomst op de verkiezingsdag.
Ik merk dat de gemeente zich heden beperkt tot wat praktische info en een aankondiging van de jeugd-debattle in Den Beiaard en op de site van de gemeente
Ik denk bvb aan :
Kurt Ryon antwoordt als volgt:
Gilbert Jaspers vindt dat dit de keuze is van de mensen zelf.
Alen Cilic antwoordt dat dit de verantwoordelijkheid is van elke partij, we moeten de mensen overtuigen.
Rudy Peeters geeft toelichting over dit agendapunt :
Wij lezen met genoegen de contradictorische bevindingen van de gemeente in het CBS verslag van 5 augustus op de argumentatie van 'De Watergroep' om hun tarieven te verhogen. Wij waren onthutst de argumentatie van De Watergroep ' uit de woordvoerders mond te vernemen tijdens een TV-interview.
Schepen Jelle Mombaerts antwoordt als volgt: