De penningmeester van het kerkbestuur stelt elk jaar de jaarrekening op die wordt vastgesteld door de kerkraad. Elke kerkraad moet de jaarrekening vóór 1 maart indienen bij het centraal kerkbestuur. Het centraal kerkbestuur verzamelt de jaarrekeningen van de verschillende kerkbesturen en moet deze vóór 1 mei gecoördineerd indienen bij de gemeenteoverheid en de provinciegouverneur. De gemeenteraad moet binnen de 50 dagen na ontvangst van de jaarrekeningen advies uitbrengen over de rekeningen en dit advies overmaken aan de provinciegouverneur.
De jaarrekeningen 2023 van de 4 kerkbesturen werden gezamenlijk bij de gemeente ingediend door het centraal kerkbestuur op 26 maart 2024. De adviestermijn van de gemeente eindigt aldus op 15 mei 2024.
De financiële dienst heeft de 4 jaarrekeningen gecontroleerd.
Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
De financiële dienst verleent een gunstig advies over de jaarrekeningen 2023 van de kerkbesturen St.-Martinus, St.-Niklaas, St.-Rumoldus en St.-Catharina zonder opmerkingen.
Jan Van hoof zal zich onthouden uit principe, omdat hij tegen het concept van de financiering van de kerkfabrieken door de lokale besturen is.
Er wordt een gunstig advies verleend omtrent de jaarrekeningen 2023 van de kerkbesturen St.-Catharina, St.-Martinus, St.-Niklaas en St.-Rumoldus.
Kerkfabriek |
Exploitatieresultaat |
Investeringsresultaat |
Sint-Catharina |
65.164,97 |
-26.806,81 |
Sint-Martinus |
69.684,30 |
0,00 |
Sint-Niklaas |
232.409,43 |
-41.065,17 |
Sint-Rumoldus |
132.435,32 |
-48.658,05 |