De vijfde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 voor gemeente en OCMW werd opgemaakt met medewerking van het managementteam en de leden van het college van burgemeester en schepenen en van het vast bureau.
Met de invoering van het decreet over het lokaal bestuur en het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen, moeten de gemeente en het OCMW voortaan één gezamenlijk beleidsplan indienen. Omdat beide organisaties nog een afzonderlijke rechtspersoonlijkheid behouden, dienen er wel nog aparte kredieten per organisatie voorzien te worden.
Het budget bestaat niet meer; het meerjarenplan en de aanpassingen van het meerjarenplan zijn nu het enige document. De bedragen van 2025 in het meerjarenplan worden nu aanzien als autorisatiekredieten.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en latere wijzigingen.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
De omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
1. Het deel gemeente van de vijfde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van gemeente en OCMW Steenokkerzeel wordt vastgesteld.
2. De gemeenteraad keurt het deel OCMW van de vijfde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van gemeente en OCMW Steenokkerzeel - zoals vastgesteld door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 21 november 2024 - goed, en stelt daarmee de vijfde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 in zijn geheel definitief vast.
3. Samengevat geeft dit de volgende financiële resultaten:
Beschikbaar budgettair resultaat | Autofinancieringsmarge |
2020: 16.213.336 EUR | 2020: 2.454.865 EUR |
2021: 17.327.778 EUR | 2021: 3.584.370 EUR |
2022: 16.955.474 EUR | 2022: 1.182.149 EUR |
2023: 18.297.630 EUR | 2023: 3.247.232 EUR |
2024: 6.726.659 EUR | 2024: 792.551 EUR |
2025: 2.409.750 EUR | 2025: 140.985 EUR |
2026: 1.309.085 EUR | 2026: 222.835 EUR |
2027: 1.242.342 EUR | 2027: 336.757 EUR |
4. De lijsten van de nominatieve werkings- en investeringstoelagen als bijlagen worden goedgekeurd.