De gemeenteraad neemt kennis van het verslag van de vorige zitting.
De gemeenteraad keurt het verslag van de vorige zitting goed.
Op 24 augustus 2017 werd de partiële herziening van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan door de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant goedgekeurd. De herziening heeft betrekking op het wijzigen van de bestaande recreatieve structuur zoals opgenomen in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan dat door de deputatie werd goedgekeurd op 24 mei 2007. In uitvoering hiervan is voor de recreatiezone Den Dam een ruimtelijk uitvoeringsplan opgemaakt. Op 18 september 2017 besliste het college van burgemeester en schepenen tot opstart van een gemeentelijk RUP 11 recreatiezone Perk.
De gemeente maakt het ruimtelijke uitvoeringsplan (RUP) op om de huidige recreatiezone in Perk ruimtelijk aan te passen aan de hedendaagse noden. Het plangebied omvat het kerkhof, de recreatiezone bestaande uit voetbalterreinen en een speelterrein, en enkele aanpalende landbouwpercelen. Ook een zone aan de Kortenbergsesteenweg wordt betrokken in kader van een planologisch compensatie.
In het RUP wordt voor de zone een ontwikkelingsperspectief uitgewerkt, met aandacht voor de landschappelijke inpasbaarheid van de verschillende functies. Concreet wenst de gemeente een antwoord te bieden op de behoefte van de huidige sport- en jeugdverenigingen en tevens de parkeerdruk in de Kerkdreef aan te pakken.
De eerste inspraakperiode over de startnota liep van 11 juni tot en met 11 augustus 2018 en er werd een participatiemoment georganiseerd voor de bevolking op 14 juni 2018 waarvan verslag werd opgemaakt.
Tijdens deze inspraakperiode werd advies gevraagd aan de bevoegde adviesinstanties en kon door de inwoners een gemotiveerd standpunt uitgebracht worden over het initiatief van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het college werd uitgenodigd op 17 september 2018 op een overleg met het studiebureau dat gelast is met de opdracht.
Er werd vervolgens door het college een standpunt ingenomen over (1) een wijziging in de afbakening van het ruimtelijk uitvoeringsplan, (2) de optie tot de opmaak van een onteigeningsplan, en (3) het onderzoek naar herbestemming van gronden die een landbouwgebruik hebben maar niet in landbouwgebied zijn gelegen voor de compensatie van de ingenomen landbouwgrond binnen het RUP die gelegen is in herbevestigd agrarisch gebied.
Op 2 juli 2019 en 10 januari 2020 vonden twee officiële overlegmomenten plaats met de eigenaar van het te onteigenen perceel aan de Kampenhoutsesteenweg. Op 7 februari 2020 werd een eenzijdige verkoopbelofte door de eigenaar ondertekend en op 20 februari 2020 werd de aankoop van het perceel goedgekeurd door de gemeenteraad.
Op 9 juli 2019 werd een plenaire vergadering gehouden over het voorontwerp-RUP; voorafgaand werd hierbij advies gevraagd aan de verplicht te raadplegen adviesinstanties.
De scopingsnota van het RUP werd op 5 augustus 2019 doorgestuurd naar de dienst milieueffectrapportage van het departement Omgeving en de plan-m.e.r.-screening kreeg de referentie SCRI18091. Op 27 oktober 2019 oordeelde de dienst milieueffectrapportage dat er geen plan-MER opgesteld moet worden voor het RUP.
Het RUP werd aangepast naar aanleiding van de opmerkingen van de plenaire vergadering en de gemeente Steenokkerzeel ziet af van de optie om een onteigeningsplan op te maken gezien ze via minnelijke schikking het perceel voor de landschapsparking kan verwerven.
Op 25 juni 2020 stelde de gemeenteraad het ruimtelijk uitvoeringsplan 11 Recreatiezone voorlopig vast. Het ontwerp-RUP werd onderworpen aan een openbaar onderzoek dat liep van 17 augustus 2020 tot en met 16 oktober 2020. Tijdens het openbaar onderzoek werden drie bezwaren ingediend.
In de zitting van 7 januari 2021 behandelde de GECORO de ontvangen bezwaren en adviezen (zie bijlage). De GECORO adviseert de gemeenteraad om het ontwerp-RUP in ongewijzigde vorm definitief vast te stellen maar met het toevoegen van bijkomende motivatie in de toelichtingsnota over de herbestemming van het plangebied aan de Kortenbergsesteenweg. De GECORO geeft een gunstig advies op het RUP. Er dienen geen aanpassingen te gebeuren aan het grafisch plan of de stedenbouwkundige voorschriften.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het besluit van de gemeenteraad van 28 maart 2019, houdende vaststelling van het begrip “dagelijks bestuur” in overeenstemming met artikel 41 van het Decreet Lokaal Bestuur.
Het decreet dat de planmilieueffectrapportage en andere effectbeoordelingen in het planningsproces van een ruimtelijk uitvoeringsplan integreert, cf. het decreet van 1 juli 2016 (B.S. 19 augustus 2016) tot wijziging van de regelgeving voor ruimtelijke uitvoeringsplannen teneinde de planmilieueffectrapportage en andere effectbeoordelingen in het planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen te integreren door wijziging van diverse decreten).
VCRO Artikel 2.2.21. (29/06/2019- ...)
§ 1. De gemeenteraad stelt het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voorlopig vast.
Na de voorlopige vaststelling wordt het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan onmiddellijk opgestuurd naar de deputatie van de provincie waarin de gemeente ligt, naar het departement en naar de Vlaamse Regering.
§ 2. Het college van burgemeester en schepenen onderwerpt het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan samen met het ontwerp van de effectbeoordelingsrapporten aan een openbaar onderzoek dat binnen dertig dagen na de voorlopige vaststelling, vermeld in paragraaf 1, minstens wordt aangekondigd door een bericht in het Belgisch Staatsblad. Die termijn is een termijn van orde.
De Vlaamse Regering stelt nadere regels voor het openbaar onderzoek vast.
§ 3. Na de aankondiging worden het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en het ontwerp van de effectbeoordelingsrapporten gedurende zestig dagen ter inzage gelegd in het gemeentehuis en worden de ontwerpen gepubliceerd op de website, zoals gespecificeerd door het college van burgemeester en schepenen. Voor zover de effectbeoordelingsrapporten geheel of gedeeltelijk het grondgebied van andere gemeenten bestrijken worden het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en het ontwerp van de effectbeoordelingsrapporten tevens ter inzage gelegd in die gemeentehuizen.
Het openbaar onderzoek start uiterlijk op de dertigste dag nadat de aankondiging ervan in het Belgisch Staatsblad verschenen is. Die termijn is een termijn van orde.
§ 4. De opmerkingen en de bezwaren worden uiterlijk de laatste dag van het openbaar onderzoek schriftelijk of digitaal aan de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening bezorgd.
De opmerkingen en de bezwaren kunnen ook uiterlijk de laatste dag van die termijn in het gemeentehuis worden afgegeven tegen ontvangstbewijs. De gemeente bezorgt in dat geval binnen tien dagen na het openbaar onderzoek de bezwaren en de opmerkingen aan de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening. Met de opmerkingen en de bezwaren die te laat aan de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening worden bezorgd, hoeft geen rekening te worden gehouden. De Vlaamse Regering kan nadere regels vaststellen voor de ontvangst en het bijhouden van bezwaren en opmerkingen door de gemeente en voor de wijze waarop ze aan de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening worden bezorgd.
De deputatie van de provincie waarin de gemeente ligt, bezorgt de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening binnen de termijn, vermeld in paragraaf 3, een advies over de onverenigbaarheid, de strijdigheid of de niet-naleving, vermeld in artikel 2.2.23, § 2, eerste lid, 1° en 2°.
Als er geen advies is verleend binnen de termijn, vermeld in paragraaf 3, mag aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan.
Het departement bezorgt de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening en het planteam binnen de termijn, vermeld in paragraaf 3, een advies over de onverenigbaarheid, de strijdigheid of de niet-naleving, vermeld in artikel 2.2.23, § 2, eerste lid, 1° en 2°.
De gemeenteraad en de deputatie van respectievelijk de gemeenten en de provincies die grenzen aan de gemeente, kunnen de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening een advies bezorgen binnen de termijn, vermeld in paragraaf 3. Als toepassing is gemaakt van artikel 2.2.20, eerste lid, ten aanzien van een ander land of gewest of ten aanzien van de federale overheid kunnen deze instanties een advies bezorgen binnen dezelfde termijn.
§ 5. De gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening bundelt en coördineert alle adviezen, opmerkingen en bezwaren en brengt binnen negentig dagen na het einde van het openbaar onderzoek gemotiveerd advies uit bij de gemeenteraad. Het advies bevat de integrale adviezen van de deputatie en van het departement. Op hetzelfde ogenblik bezorgt de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening het college van burgemeester en schepenen de gebundelde adviezen, opmerkingen en bezwaren.
Als de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening geen advies heeft verleend binnen de gestelde termijn, mag aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan. In dat geval bezorgt ze onmiddellijk de gebundelde adviezen, opmerkingen en bezwaren aan de gemeenteraad.
§ 6. De gemeenteraad stelt binnen honderdtachtig dagen na het einde van het openbaar onderzoek het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan definitief vast.
De bevoegde diensten voor milieueffectrapportage en veiligheidsrapportage beoordelen voorafgaand aan de definitieve vaststelling van het ruimtelijk uitvoeringsplan de kwaliteit van het planmilieueffectrapport respectievelijk ruimtelijk veiligheidsrapport. Ze toetsen aan de scopingnota en aan de gegevens die vereist zijn conform artikel 4.2.8, § 1bis, respectievelijk artikel 4.4.3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, en ze houden rekening met de tijdens het openbaar onderzoek geformuleerde adviezen, opmerkingen en bezwaren.
Bij de definitieve vaststelling van het plan kunnen ten opzichte van het voorlopig vastgestelde plan alleen wijzigingen worden aangebracht die gebaseerd zijn op of voortvloeien uit de tijdens het openbaar onderzoek geformuleerde bezwaren en opmerkingen, of uit de adviezen, uitgebracht door de aangewezen diensten en overheden, of uit het advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening.
De definitieve vaststelling van het plan kan echter geen betrekking hebben op delen van het grondgebied die niet opgenomen zijn in het voorlopig vastgestelde plan.
Op gemotiveerd verzoek van het college van burgemeester en schepenen beslist de gemeenteraad over een verlenging met zestig dagen van de termijn waarin het plan moet worden vastgesteld.
§ 7. Als het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan niet definitief wordt vastgesteld binnen de termijn, vermeld in paragraaf 6, eerste lid, vervalt het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
§ 8. De gemeenteraad kan, met het oog op het herstel van een onregelmatigheid, het besluit houdende definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan geheel of gedeeltelijk intrekken en hernemen, waarbij het wettigheidsgebrek wordt rechtgezet.
De bepalingen van paragraaf 6 zijn onverminderd van toepassing, met uitzondering van de vervaltermijn van honderdtachtig dagen.
De GECORO ontving tijdens het openbaar onderzoek drie bezwaarschriften op het ontwerp-RUP en behandelde de binnengekomen adviezen. De GECORO gaf op 7 januari 2021 (aan de gemeenteraad) een gunstig advies (zie bijlage).
2020/ACT-46/0600-00/61599999/GEMEENTE/CBS/RO016/KP-GEEN
Gemeenteraadslid Griet Deroover vraagt:
Schepen Wim Mombaerts antwoordt:
Joris Thys vult aan.
De gemeenteraad heeft kennisgenomen van het gemeentelijk RUP 11 Recreatiezone Perk, versie definitieve vaststelling - zoals voorgelegd door studiebureau Anteagroup en kennisgenomen van de resultaten van het openbaar onderzoek.
Het gemeentelijk RUP 11 Recreatiezone Perk wordt definitief vastgesteld.
Zoals bepaald in artikel 2.2.22 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dient het gemeentelijk RUP samen met het besluit van de gemeenteraad en het volledig advies van de GECORO onmiddellijk na de definitieve vaststelling per beveiligde zending bezorgd te worden aan de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant en aan het departement Omgeving van de Vlaamse Regering.
De gemeente Steenokkerzeel heeft op 7 juli 2020, aangevuld op 19 augustus 2020 een aanvraag tot het bekomen van een planologisch attest voor City Cars, ingediend door de heer Daniël De Neve, ontvangen. De site is gelegen Haachtsesteenweg 69, gekend ten kadaster onder afdeling 1 sectie A nrs. 113T3 en 115G.
Adviezen
Zie adviezen in bijlage
Adviesinstantie |
datum adviesaanvraag |
datum advies |
advies |
Het departement Omgeving - GOP |
03/09/2020 |
02/12/2020 |
Geen |
De deputatie van de provincie Vlaams-Brabant |
03/09/2020 |
|
Gunstig onder voorwaarden |
Het Vlaamse Energieagentschap |
03/09/2020 |
|
Geen |
Het departement Landbouw en Visserij |
03/09/2020 |
30/11/2020 |
Deels voorwaardelijk gunstig, deels ongunstig |
Het agentschap voor Natuur en Bos |
03/09/2020 |
16/09/2020 |
Gunstig |
Het agentschap Innoveren en Ondernemen |
03/09/2020 |
|
Geen |
De Vlaamse Milieumaatschappij – afdeling Lucht, Milieu en Communicatie |
03/09/2020 |
01/12/2020 |
Geen |
Het agentschap Wegen en Verkeer |
03/09/2020 |
|
Geen |
OVAM |
03/09/2020 |
06/10/2020 |
Gunstig onder voorwaarden |
GECORO Steenokkerzeel |
03/09/2020 |
24/09/2020 |
Geen (verdaagd) |
Advies van de bevoegde adviescommissie
Zie advies in bijlage
datum: 07-01-2021
samenvatting of conclusie: gedeeltelijk voorwaardelijk gunstig
Behandeling van de adviezen:
De deputatie van de provincie Vlaams-Brabant:
1. Een gunstig advies te verlenen voor het behoud van bvba City Cars op de huidige locatie te Steenokkerzeel.
2. Een gunstig advies te verlenen voor de korte termijnvraag, met name de uitbreiding van de parking voor het stallen van wagens, mits voldoende aandacht besteed wordt aan de verkeersveiligheid, bijkomende verhardingen beperkt worden en uitgevoerd worden in waterdoorlaatbare materialen en er voorzien wordt in een gedegen buffer naar de aanliggende percelen.
3. Een gunstig advies te verlenen op lange termijn, mits de verdere opdeling in bedrijfsunits verder wordt afgewogen in het kader van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De GECORO volgt het advies van de provincie voor het behoud op de huidige locatie en over de korte termijnbehoefte onder voorwaarden zoals bij de advisering van de aanvraag tot planologisch attest uit 2009 werd neergeschreven. Een afdoende buffering van de compacte parking dient voorzien te worden (cf. infra). Voor wat betreft de lange termijnbehoefte wordt een ongunstig advies verleend, hoewel men principieel akkoord kan gaan met de uitbreiding van de toonzaal en de kantoorruimte kan dit echter niet los gezien worden van de intentie om bijkomende afzonderlijke activiteiten te voorzien. De beoordeling van de lange termijnbehoefte dient onderzocht te worden bij de opmaak van het RUP Zonevreemde bedrijven.
Het departement Landbouw en Visserij:
Er kan akkoord gegaan worden met de behoefte op korte termijn en het uitbreiden van de toonzaal/kantoorruimte op voorwaarde dat het aanpalend landbouwperceel geen hinder ondervindt door de bijkomende bebouwing en verharding (cf. watertoets) en mits tussen de nieuw aan te leggen verharding en het aanpalende landbouwperceel bij voorkeur een groene buffer wordt voorzien. De behoefte op langer termijn is moeilijk te beoordelen maar mag zeker niet gepaard gaan met bijkomende inname van agrarisch gebied. Het departement vraagt naar de toekomst van het deel van perceel 115G dat naast de woning Keistraat 23 is gelegen.
De GECORO volgt het advies van het departement Landbouw en Visserij en herhaalt het vorige advies dat gegeven werd in kader van de aanvraag tot planologisch attest in 2009 waarbij de verhardingen dienen uitgevoerd te worden in waterdoorlatende materialen en dat een afdoende groene buffering wordt gerealiseerd op eigen terrein. Ter hoogte van de linkerperceelsgrens is een keermuur opgericht zodat er geen afwatering op het aanpalend perceel in agrarisch gebruik zal gebeuren.
Het agentschap voor Natuur en Bos:
Het Agentschap voor Natuur en Bos heeft geen bezwaar tegen de aanvraag voor het bekomen van een planologisch attest ingediend door het bedrijf City Cars, gelegen Haachtsesteenweg 69 te Steenokkerzeel. Het bedrijf is niet gelegen in ruimtelijk kwetsbaar gebied en er worden geen negatieve effecten verwacht op natuurwaarden in de buurt. Het advies is derhalve positief.
De GECORO volgt het advies van ANB dat stelt dat er geen negatieve effecten worden verwacht op de natuurwaarden in de buurt door de opties binnen de aanvraag tot planologisch attest.
De Openbare afvalstoffenmaatschappij:
De OVAM heeft geen specifieke opmerkingen op deze adviesvraag. In bijlage worden standaardopmerkingen overgemaakt.
De GECORO volgt het advies van OVAM.
Conclusie:
De GECORO volgt alle adviezen en herhaalt hetzelfde advies als bij de vorige aanvraag:
- Het bedrijf City Cars kan op de huidige site behouden blijven.
- De korte termijnbehoefte wordt gunstig geadviseerd, mits de inrichting van een bufferstrook in functie van de landschappelijke inkadering en de aanleg van waterdoorlatende verharding zoals bij het vorig voorwaardelijk planologisch attest is opgelegd. Ter hoogte van de linker zijdelingse perceelsgrens een 2m50 hoge groene lijnvormige buffering bestaande uit inheemse hoogstammige bomen; parallel met de Keistraat, aansluitend op de nieuwe verhardingen, een groene dichte buffering met een minimale breedte van 4m en minimale hoogte van 2,5m, bestaande uit inheemse beplanting en naast perceel 113V3 een groene dichte buffering met een minimale breedte van 4m en minimale hoogte van 2,5m. Deze beplanting dient als voorwaarde opgelegd bij de vergunningsaanvraag en dient binnen het eerstvolgend plantseizoen aangeplant te worden. De verharding van de parking dient te worden uitgevoerd in waterdoorlatende materialen conform de VLAREM-wetgeving. De noodzakelijke bufferverplichtingen met betrekking tot hemelwater (voortvloeiend uit de watertoets) dienen op hetzelfde kadastraal perceel te worden gerealiseerd.
- De lange termijnbehoefte wordt ongunstig geadviseerd; het beantwoorden van deze behoefte kan niet gebeuren op basis van een planologisch attest. De behoefte dient bekeken te worden bij de opmaak van het RUP Zonevreemde Bedrijven.
Standpunt met betrekking tot het behoud van het bedrijf op de plaats waar het gevestigd is
Het bedrijf City Cars kan op de huidige site behouden blijven. Het bedrijf City Cars kan bestendigd worden op de bestaande bedrijfssite daar het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan de zonevreemde bedrijven maximaal wenst te behouden. De bestaande gebouwen zijn grotendeels behoorlijk vergund en bevinden zich binnen de bestaande kavels waardoor de impact op het agrarisch gebied beperkt is. De verhardingen zijn niet vergund en dienen samen met de bebouwing beter te worden afgeschermd. Het bedrijf in zijn huidige vorm en grootte kan op zijn huidige locatie blijven mits een betere landschappelijke inkadering.
Standpunt met betrekking tot de ontwikkelingsmogelijkheden op korte termijn
De ontwikkelingsmogelijkheden voor City Cars op korte termijn kan na het verkrijgen van een omgevingsvergunning gerealiseerd worden, onder voorwaarden dat:
- de bestaande groenzone achter de toonzaal behouden blijft;
- de verhardingen worden uitgevoerd in waterdoorlatende materialen en conform de vigerende verordeningen;
- een bufferstrook in functie van de landschappelijke inkadering wordt ingericht.
Dezelfde voorwaarden als opgelegd in het vorig voorwaardelijk planologisch attest blijven geldig.
De inrichtingsschets over de inrichting van de parking met draaicirkels (op korte termijn zonder de uitbreiding van de toonzaal) en dit volgens een efficiënt ruimtegebruik dient aangepast te worden aan bovenstaande opmerkingen.
Ter hoogte van de linker zijdelingse perceelsgrens dient een 2m50 hoge groene lijnvormige buffering bestaande uit inheemse hoogstammige bomen aangeplant worden. Parallel met de Keistraat, aansluitend op de nieuwe verhardingen, dient een groene dichte buffering, bestaande uit inheemse beplanting, met een minimale breedte van 4m en minimale hoogte van 2,5m aangeplant en onderhouden te worden. Naast perceel 113V3 dient een groene dichte buffering, bestaande uit inheemse beplanting, met een minimale breedte van 4m en minimale hoogte van 2,5m aangeplant en onderhouden te worden. Deze beplanting dient als voorwaarde opgelegd bij een eventuele omgevingsvergunning en dient binnen het eerstvolgend plantseizoen na het beëindigen van de werken aangeplant te worden. Eventuele uitval dient steeds gecompenseerd te worden in het eerstvolgende plantseizoen. De verharding van de parking dient te worden uitgevoerd in waterdoorlatende materialen conform de VLAREM-wetgeving. De noodzakelijke bufferverplichtingen met betrekking tot hemelwater (voortvloeiend uit de watertoets) dienen op hetzelfde kadastraal perceel te worden gerealiseerd.
Standpunt met betrekking tot de ontwikkelingsmogelijkheden op lange termijn
Met de ontwikkelingsmogelijkheid op lange termijn voor het uitbreiden van de toonzaal kan principieel akkoord gegaan worden, doch wordt deze optie samen met de herstructurering van het bedrijfsgebouw (met twee units van ongeveer 400m² en het behoud van de bedrijfswoning) uitgesloten. Dit omdat de ruimtelijk afweging tot uitbreiding en herorganisatie van de bebouwing dient bekeken te worden in relatie tot de andere zonevreemde bedrijven tussen de N21 en de Keistraat. De uitbreiding van de toonzaal gaat gepaard met het verdwijnen van een groenzone waardoor de draagkracht van het perceel sterk afneemt. De herstructuring van de site met opdelingen zijn niet mogelijk binnen het instrument van een planologisch attest.
Standpunt met betrekking tot de opmaak of wijziging van de plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen
Het bedrijf City Cars zal opgenomen worden binnen de opmaak van het RUP Zonevreemde Bedrijven. De start van de opmaak van het RUP is voorzien in 2021.
Motivering
Ontvangst en volledig- en ontvankelijkverklaring:
Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door CITY CARS – De Neve Daniël, met als adres Haachtsesteenweg 69 te 1820 Steenokkerzeel, per afgifte tegen ontvangstbewijs goed ontvangen op 7 juli 2020.
Op 28 juli 2020 wordt bijkomende informatie gevraagd over het aanvraagdossier. Er werd simultaan opgemerkt dat het gevraagde programma op lange termijn onontvankelijk dient verklaard te worden gezien de ‘verbreding’ van de activiteiten zal leiden tot nieuwe of bijkomende vestigingen en deze nieuwe vestigingen geen bestaande bedrijven zijn op bestaande locaties.
Op 19 augustus 2020 werd de gevraagde bijkomende informatie aangeleverd.
De aanvraag – met uitzondering van de opties op lange termijn – werd ontvankelijk en volledig verklaard op 3 september 2020.
Adviezen:
Het college van burgemeester en schepenen heeft het advies ingewonnen van de bovenvermelde instellingen en administraties. De adviezen worden als bijlage bij het attest gevoegd.
Openbaar onderzoek:
Het college van burgemeester en schepenen heeft over de aanvraag een openbaar onderzoek gehouden van 1 oktober 2020 tot 1 december 2020. Bij de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening werden geen bezwaren ingediend.
Het college van burgemeester en schepenen heeft kennis genomen van het advies van de bevoegde commissie voor ruimtelijke ordening, uitgebracht op 7 januari 2020.
Beoordeling:
De aanvraag werd onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen en de uitvoeringsbesluiten.
In het bijzonder:
- Artikel 4.4.24 tot en met artikel 4.4.29 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
- Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van de nadere regels inzake het planologisch attest van 29 maart 2013.
- Het besluit van de Vlaamse regering van 23 september 1997 houdende de definitieve vaststelling van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en het besluit van de Vlaamse regering van 12 december 2003 en 17 december 2010 houdende de definitieve vaststelling van een herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.
- Het provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant, definitief vastgesteld door de provincieraad op 11 mei 2004 en het besluit van de provincieraad van 29 juni 2004 tot aanvulling van het besluit van 11 mei 2004, voor wat de toepassing betreft van artikel 188bis van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en het addendum inzake de actualisatie en de beperkte herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant, definitief vastgesteld door de provincieraad op 19 juni 2012.
- Het gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Steenokkerzeel, definitief vastgesteld door de gemeenteraad en goedgekeurd door de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant op 24 mei 2007 en de gedeeltelijke herziening van het gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan, goedgekeurd op 24 augustus 2017.
Aard van het bedrijf
De huidige bedrijfsactiviteiten van het bedrijf City Cars richten zich hoofdzakelijk op de verkoop en het verkoopklaar maken van tweedehandswagens. Het bedrijf beschikt over een toonzaal met aansluitend een beperkte verkoopsruimte en parking. In 2019 bestond het aantal tewerkgestelde personeelsleden uit 2 voltijdse equivalenten, die beiden op zelfstandige basis actief waren.
Het bedrijf werd in 1994 opgericht als éénmanszaak in Asse en verhuisde later, met het oog op een groei van de activiteiten, naar de huidige locatie te Steenokkerzeel. De huidige locatie te Steenokkerzeel is reeds sinds het begin van de jaren '80 in gebruik als garage.
Situering
De bedrijfssite is gelegen langsheen de Haachtsesteenweg in Steenokkerzeel aan de rand van het dorpsweefsel op de overgang naar agrarisch gebied. De onmiddellijke omgeving van de site wordt gekenmerkt door een woonpark ten noorden, agrarisch gebied ten oosten en woongebied ten westen en zuiden. De site wordt bovendien aan de verschillende zijden omgeven door naastgelegen bebouwing, met uitzondering in het oosten waar het perceel afgebakend wordt door een ingesloten landbouwgebied.
De percelen waarop de aanvraag betrekking heeft zijn kadastraal gekend als Steenokkerzeel, afdeling 1, sectie A, nrs. 113T3 en 115G. De percelen van City Cars hebben samen ongeveer een oppervlakte van 2.165 m². Het kadastrale perceel 113T3 omvat de gebouwen (garage en toonzaal) en het kadastrale perceel 115G wordt slechts gedeeltelijk gebruikt in functie van het stallen van wagens. Het bedrijf en de aanhorige woning, alsook het braakliggend deel van perceel 115G zijn hoofdzakelijk gelegen binnen een agrarisch bestemming. Het braakliggend deel van perceel 115G wordt niet gekenmerkt door een agrarisch gebruik. De handelszaak wenst een gedeelte van het braakliggend terrein te gebruiken om de uitbreiding van de parking te realiseren.
Aanvraag op korte termijn
Om de bestaande bedrijfsactiviteiten maximaal te kunnen vervullen op zijn huidige locatie is de bestaande toonzaal en stallingsruimte van de vestiging te klein geworden. Er is extra stockageruimte noodzakelijk om de ingekochte nog niet verkoopklare wagens te stallen.
Op korte termijn (+/- 2 jaar) wenst men de bestaande verharding in functie van het stallen van deze voertuigen te regulariseren en een uitbreiding van de parking mogelijk te maken. Deze uitbreiding sluit aan op de bestaande verharding achter de gebouwen en wordt voorzien in waterdoorlatende materialen. Daarnaast wordt een groene aanplanting voorzien tussen de site en de achterliggende woning aan de Keistraat.
Aanvraag op lange termijn
Op lange termijn wordt het noodzakelijk geacht om eveneens de toonzaal en bijbehorende kantoorruimte uit te breiden. Om deze uitbreiding van toonzaal en kantoorruimte te realiseren wenst de aanvrager de ingesloten groene restruimte te benutten.
Daarnaast wenst men nieuwe kleinschalige bedrijvigheid, met complementaire en ondersteunende activiteiten en diensten aan te trekken op de site. De aanvrager voorziet hiervoor een opdeling van het bestaande terrein en de (bedrijfs)gebouwen in functie van bedrijvigheid en wonen. Dit wordt als volgt omschreven in de aanvraag planologisch attest: ‘Bij wijze van voorbeeld kan de bedrijfsoppervlakte verdeeld worden in units van 400 tot maximum 800m² bedrijfsoppervlakte zodat grootschalige kleinhandel wordt geweerd en sterke verkeersaantrekkende activiteiten worden vermeden vermits het de bedoeling is om kleinschalige complementaire en ondersteunende bedrijfsactiviteiten aan te trekken.’
De behoefte op lange termijn is bijgevolg tweeledig. Enerzijds wordt een verdere optimalisatie van de bestaande bedrijfsvoering beoogd, anderzijds wenst men een gemengde zone van wonen en werken te realiseren waarbij ruimte voor nieuwe activiteiten wordt voorzien.
Planologische context:
Volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse van 7 maart 1977 zijn de huidige bedrijfspercelen hoofdzakelijk gelegen in agrarisch gebied en in het zuiden gedeeltelijk in woongebied. De bedrijfssite en de gevraagde uitbreiding zijn bijgevolg grotendeels gelegen binnen het agrarisch gebied. Het agrarisch gebied waarin het huidige bedrijfsperceel zich bevindt betreft geen grote open ruimte, maar eerder een restzone die op verschillende plaatsen reeds is aangesneden en bebouwd met onder andere (zonevreemde) woningen. Het plangebied vormt geen onderdeel van een bijzonder plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan.
De vergunningstoestand van het bedrijf:
Het bouwen van de werkplaats, garage en woning dateert van 1957 en wordt vergund geacht.
Op 25 maart 1972 werd een vergunning afgeleverd voor het uitbreiden van de garage.
Op 8 september 1986 werd een vergunning afgeleverd voor het plaatsen van een luifel, afbraak en nieuwbouw eiland.
Op 30 mei 2005 werd een vergunning afgeleverd voor het vernieuwen van een bestaande dakbedekking.
Voor de veranda en de verharding achteraan is geen vergunning terug te vinden.
Op 31 mei 2010 werd door het college van burgemeester en schepenen een voorwaardelijk gunstig planologisch attest afgeleverd. Dit is komen te vervallen.
Ruimtelijke kenmerken:
Het bedrijf en de woning zijn gelegen langsheen de Haachtsesteenweg (N21 - secundaire weg type II) die Haacht verbindt met Brussel. De bedrijfssite ligt binnen het bebouwde weefsel van Steenokkerzeel en op circa één kilometer van de dorpskern van Steenokkerzeel. Het bedrijf situeert zich op de rand van een agrarisch gebied met het woongebied. Het agrarische gebied is relatief beperkt in oppervlakte (+/- 10 hectare) en is versnipperd door een aantal zonevreemde woningen langsheen de Keistraat en de Haachtsesteenweg.
In de omgeving van het bedrijf komen geen waterlopen voor en het bedrijf is niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied.
De Haachtsesteenweg wordt gekenmerkt door een mix van woningen en bedrijven. De bedrijfssite is langs drie zijden omgeven door bebouwing. Rechts van het bedrijf staan 2 gekoppelde woningen. Aan de overzijde staan enkele woningen in open verband en de gemeentelijke sporthal en aan de achterzijde van de bedrijfsgebouwen staan langsheen de Keistraat woningen in half-open verband. Links van de bedrijfssite ligt een akkerveld (maïs).
De eigendom grenst aan de achterzijde aan de Keistraat en heeft een totale lengte van circa 75m. Langsheen de straatzijde heeft het geheel (woning, garage en toonzaal) een voorgevelbreedte van 42m. Het bedrijf staat ingeplant tot in de rechter perceelsgrens over een lengte van circa 36m. Achter de woning en de toonzaal is er een beperkte tuinzone met een diepte van circa 10m. Aan de linkerzijde van het gebouwencomplex en achter de tuin bevindt zich een betonverharding. Het tankstation, gelegen voor de toonzaal, werd gesloten en ontmanteld.
Een buffering op eigen terrein t.o.v. omliggende percelen is niet aanwezig.
In het verleden is er op het perceel 113 T3 een uitbating van een tankstation geweest op naam van De Wolf. Aangezien het tankstation niet meer voldeed aan de Vlarem vereisten werd dit door milieu-inspectie gesloten. Bijgevolg is de milieuvergunning voor het tankstation niet meer geldig.
Het gedeelte van de garage wordt verder uitgebaat door de heer De Neve.
Economische kenmerken:
Het bedrijf is een kleinschalig autobedrijf dat tweedehandswagens verkoopt en ze daartoe verkoopsklaar maakt. Hiervoor beschikt het bedrijf over een toonzaal met verkoopsruimte, een strook voor buiten toonzaal aan de straat en een parking achteraan. De aangekochte wagens worden nagekeken, krijgen een klein onderhoud en eventuele herstellingen worden uitgevoerd. De garage bevat eveneens ruimte om klein materiaal en (beperkte) onderdelen voor wagens te stallen. Eens verkoopsklaar worden ze in de toonzaal of de zichtparking aan de Haachtsesteenweg gestald. Het stallen van de aangekochte, niet verkoopsklare wagens gebeurt achteraan, maar daar is in de huidige situatie niet veel ruimte toe.
Het bedrijf telt 2 voltijdse equivalenten op zelfstandige basis, wat de laatste jaren niet gewijzigd is.
Structuurplanning:
Volgens het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (RSV) ligt de gemeente Steenokkerzeel in het buitengebied. De doelstellingen voor het buitengebied houden o.m. in dat de essentiële functies van het buitengebied gevrijwaard worden, dat landbouw, natuur en bos in goed gestructureerde gehelen wordt ingebed, dat de ontwikkeling in de kernen van het buitengebied gebundeld wordt en dat een gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit bereikt wordt. Steenokkerzeel maakt deel uit van de Vlaamse Ruit, een stedelijk netwerk op internationaal niveau.
Volgende ontwikkelings- en uitbreidingsmogelijkheden voor bestaande bedrijven buiten bedrijventerreinen worden aangegeven:
- een maximale verweving van de economische activiteiten met de activiteiten in haar (bebouwde of onbebouwde) omgeving wordt nagestreefd;
- alle mogelijkheden en voorzieningen (op milieu-hygiënisch vlak, qua mobiliteitsproblematiek, …) voor ontwikkeling op de bestaande locatie worden uitputtend aangewend;
- de ruimtelijke draagkracht van de omgeving mag niet worden overschreden;
- er wordt ten aanzien van de ontwikkeling van de economische activiteit een maximale beleidszekerheid en beleidscontinuïteit nagestreefd, zowel in de ruimte als in de tijd.
In de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos, regio Zenne-Dijle-Pajottenland, is het bedrijf gelegen in het deelgebied ‘3. Akker- en tuinbouwgebied rond Kampenhout’, noordoostelijk deel. Het planningsproces voor deze regio is lopende. Het gebied waarin het bedrijf gelegen is, wordt volgens het voorstel (april 2009) opgenomen binnen de uitvoeringsactie ‘Kasteel van Ham – Lemmeke’. Voor deze zone zal na verder onderzoek een ruimtelijk uitvoeringsplan worden opgesteld.
Volgens het provinciaal ruimtelijk structuurplan Vlaams-Brabant is de gemeente Steenokkerzeel gelegen in het verdicht netwerk buiten de stedelijke gebieden. De provincie voert hier een gedifferentieerd buitengebiedbeleid: de stedelijke dynamiek wordt plaatsgebonden en afhankelijk van de ligging ten opzichte van lijninfrastructuren, open ruimte fragmenten en verschillende concentraties van activiteiten gestuurd. Steenokkerzeel behoort tot het subgebied Mechelen - Leuven – Brussel. De centrale ligging tussen deze drie stedelijke gebieden is voor de provincie een belangrijke potentie. De provincie wenst de economische mogelijkheden van het gebied te erkennen en te ondersteunen, temeer vanwege de aanwezigheid van de luchthaven als internationale poort en als motor voor het gebied. De Haachtsesteenweg is geselecteerd als secundaire weg type II.
Volgens het gemeentelijke ruimtelijk structuurplan (GRS) is het terrein gelegen in een agrarische restruimte langs de Haachtsesteenweg en wordt het bedrijf als zonevreemd geselecteerd (vroegere benaming De Wolf). Het GRS voorziet om de bedrijven gelegen in deze agrarische restruimte langs de Haachtsesteenweg op te nemen in het woongebied van Steenokkerzeel. In zoverre zij geen milieuhinder veroorzaken ten opzichte van de woonfunctie, goed ontsloten via het bestaande wegennet en de landbouwgebieden niet verder aantasten kunnen de bedrijven verder uitbreiden. Opslag in open lucht en parking voor (vracht)wagens zijn uitsluitend toegelaten indien deze visueel gebufferd wordt ten opzichte van de openbare weg en de aanpalende percelen door een voldoende ruime groenbuffer of een groenscherm van minimaal 2.5m hoog.
De gemeente voorziet in de opmaak van een RUP waarbinnen ook de zonevreemde bedrijven langsheen de Haachtsesteenweg worden opgenomen en nieuwe ontwikkelingsperspectieven vorm krijgen.
Beleidsplanning (in opmaak):
De Vlaamse Regering keurde op 20 juli 2018 de strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) goed. De strategische visie omvat een toekomstbeeld en een overzicht van beleidsopties op lange termijn, met name de strategische doelstellingen. De Vlaamse Regering heeft hiermee een beleidslijn uitgezet die een vernieuwde filosofie en aanpak in het ruimtelijke beleid wil inzetten.
De kern van de strategisch visie omvat het bestaande ruimtebeslag beter benutten en de open ruimte maximaal vrijwaren, of anders verwoord: het bijkomend ruimtebeslag terugdringen.
Op 9 mei 2019 keurde de deputatie de ‘conceptnota’ voor het Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant goed. Momenteel is er een voorontwerp opgemaakt met een fase plenair overleg van 1/02/2021 tot en met 1/05/2021.
Efficiënt ruimtegebruik is een centraal basisprincipe binnen het beleidsplan. Wat voorzieningen betreft is het uitgangspunt het optimaliseren van de bestaande voorzieningenstructuur.
Plan-m.e.r.-screening
Op 21 oktober 2019 concludeerde het departement omgeving – team Mer dat het voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke negatieve milieugevolgen en dat de opmaak van een plan-MER niet nodig is.
Reacties tijdens het openbaar onderzoek:
Er werden geen bezwaren ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Afweging:
Het bedrijf met inbegrip van de vooropgestelde uitbreiding is aanvaardbaar in de woninggroep in het agrarisch gebied aan de Haachtsesteenweg, die gekenmerkt wordt door lintbebouwing.
De opties van de structuurplannen voorzien dat de essentiële functies van het buitengebied dienen te worden gevrijwaard. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan voorziet om de bedrijven gelegen in een agrarische restruimte langs de Haachtsesteenweg op te nemen in het woongebied van Steenokkerzeel. In zoverre zij geen milieuhinder veroorzaken ten opzichte van de woonfunctie kunnen de bedrijven verder uitbreiden. Opslag in open lucht en parking voor (vracht)wagens zijn uitsluitend toegelaten indien deze visueel gebufferd wordt ten opzichte van de openbare weg en de aanpalende percelen door een voldoende ruime groenbuffer of een groenscherm van minimaal 2.5m hoog.
Het bestendigen van het bedrijf op de huidige locatie is aanvaardbaar gezien het bedrijf langs 3 kanten omgeven is door woongebied, waarvan het grotendeels afgeschermd is door de eigen bebouwing en de steenweg. Langs een zijde grenst het aan de open ruimte, afgescheiden door een keermuurtje. Deze open ruimte is een restruimte die reeds aangetast is door verschillende zonevreemde constructies. De hinder van het bedrijf en de gevraagde uitbreiding voor de woonomgeving bestaat uit verkeersoverlast door aan- en afrijdende voertuigen op de Haachtsesteenweg en zichtpollutie door gestalde voertuigen. De open toonzaal vooraan kan zonder inbuffering aan de straat voorzien worden aangezien ze niet storend is vanaf de gewestweg en geen opslag of parking betreft. De parking achteraan dient visueel afgeschermd te worden door beplanting (bomen en haagstructuren).
De aangeleverde adviezen werden door de GECORO gebundeld en behandeld. Er werden geen bezwaren ingediend.
De behandeling van de adviezen door de GECORO wordt over de volledige lijn gevolgd.
Conclusie:
Het bedrijf kan op de huidige locatie behouden blijven. De parking achteraan kan geregulariseerd worden op voorwaarden dat de verhardingen worden aangelegd in waterdoorlatende materialen en waar mogelijk in een waterdoorlatende opbouw. In ieder geval dient de provinciale verordening verhardingen en de gewestelijke hemelwaterverordening strikt nageleefd te worden. Dit zal beoordeeld worden bij de concrete aanvraag tot omgevingsvergunning. De opties op lange termijn worden niet ondersteund. Het uitbreiden van de toonzaal (op de resterende groenzone) kan niet los gezien worden van de intentie om de bebouwing verder op te delen (in twee units) en met het behoud van de bedrijfswoning. De opties op lange termijn dienen afgewogen te worden binnen de afwegingen in het RUP Zonevreemde bedrijven dat ook de zone tussen de Keistraat en de Haachtsesteenweg in relatie tot andere zonevreemde bedrijven zal onderzoeken.
1. De gemeenteraad neemt kennis van het advies van de GECORO over de aanvraag tot planologisch attest, ingediend door de heer Daniël De Neve, voor City Cars, gelegen Haachtsesteenweg 69, gekend ten kadaster onder afdeling 1 sectie A nrs. 113T3 en 115G.
2. De gemeenteraad beslist dat:
- Het bedrijf City Cars kan op de huidige site behouden blijven.
- De ontwikkelingsmogelijkheden voor City Cars op korte termijn kan na het verkrijgen van een omgevingsvergunning gerealiseerd worden, onder voorwaarden dat:
- De ontwikkelingsmogelijkheden voor City Cars op lange termijn worden niet in aanmerking genomen. De opties zullen onderzocht worden bij de opmaak van het RUP Zonevreeme bedrijven.
In het kader van de opdracht “Leveren en plaatsen zonwering en verandazonwering assistentiewoningen” werd een bestek opgesteld door de dienst openbare werken.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 38 379,94 excl. btw of € 46 439,73 incl. 21% btw (€ 8 059,79 Btw medecontractant).
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 139 000,00 niet).
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
Het besluit van de gemeenteraad van 28 maart 2019, houdende vaststelling van het begrip “dagelijks bestuur” in overeenstemming met artikel 41 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien op budgetcode 0952-00/22199007/BESTUUR/CBS/0/ORG102 (actie GBB) van de investering 2021.
1. Het bestek en de raming voor de opdracht “Leveren en plaatsen zonwering en verandazonwering assistentiewoningen”, opgesteld door de dienst openbare werken worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 38 379,94 excl. btw of € 46 439,73 incl. 21% btw (€ 8 059,79 Btw medecontractant).
2. Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
3. De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2021, op budgetcode 0952-00/22199007/BESTUUR/CBS/0/ORG102 (actie GBB).
4. De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven op budgetcode 0952-00/22199007/BESTUUR/CBS/0/ORG102 (actie GBB) van de investering 2021.
In het kader van de opdracht “Leveren en plaatsen zonwering en verandazonwering bib” werd een bestek opgesteld door de dienst openbare werken.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 21 538,00 excl. btw of € 26 060,98 incl. 21% btw (€ 4 522,98 Btw medecontractant).
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 139 000,00 niet).
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
Het besluit van de gemeenteraad van 28 maart 2019, houdende vaststelling van het begrip “dagelijks bestuur” in overeenstemming met artikel 41 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien op budgetcode 0703-00/22199007/BESTUUR/CBS/0/ORG102 (actie GBB) van de investering 2021.
1. Het bestek en de raming voor de opdracht “Leveren en plaatsen zonwering en verandazonwering bib”, opgesteld door de dienst openbare werken worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 21 538,00 excl. btw of € 26 060,98 incl. 21% btw (€ 4 522,98 Btw medecontractant).
2. Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
3. De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2021, op budgetcode 0703-00/22199007/BESTUUR/CBS/0/ORG102 (actie GBB).
4. De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven op budgetcode 0703-00/22199007/BESTUUR/CBS/0/ORG102 (actie GBB) van de investering 2021.
Sinds 2013 heeft de gemeente samen met talrijke vrijwilligers haar voetwegen geïnventariseerd en daarna in een participatieproject (2015) i.s.m. de provincie en een participatiebureau de bevolking geconsulteerd om te bekijken welke voetwegen vandaag zinvol zijn om opnieuw open gesteld te worden. Op basis van de wenslijnen uit het participatietraject en de gemeentelijke beleidsplannen kreeg elke trage weg een aantal punten toegekend. Aan de hand van dit puntensysteem werd zo een objectieve lijst van de prioritair aan te pakken wegjes opgesteld. Deze lijst bestaat uit 3 categorieën, waarvan de eerste categorie de meest prioritaire is. Voetweg 52 tussen de Cornellekestraat en de De Prooststraat is opgenomen in categorie 1.
Situering
Voetweg 52 vormt een rechtstreekse verbinding tussen de Cornellekestraat en De Prooststraat. In de Cornellekestraat ligt de juridische bedding van voetweg 52 half/half op de perceelsgrens van perceel afd. 1 sectie A nr. 256W (Cornellekestraat 27) enerzijds, en percelen 254K (Cornellekestraat 47) en 254G (Veldstraat 5) anderzijds. Hoewel de huisnummering anders doet vermoeden, zijn de woningen nr 27 en 47 naast elkaar gelegen. De voetweg gaat achter de woningen recht door landbouwgebied en komt dan uit in de De Prooststraat.
Beschrijving verplaatsing
Voorliggend rooilijnplan heeft als doel de voetweg 52 op te heffen op de perceelsgrens van percelen 256W, 254K en 254G en te verplaatsen naar de Veldstraat. In dit scenario loopt de voetweg achter de tuinen van voornoemde woningen, om uit te komen op het einde van de doodlopende Veldstraat (zijstraat van de Cornellekestraat). De oorspronkelijke juridische uitgang van voetweg 52 ligt op 60 meter afstand van de Veldstraat.
Hoewel de ligging van de voetweg correct ingetekend staat op de stedenbouwkundige vergunning van woning nr 47, werden bij de bouw van de woning (in 2003, niet de huidige eigenaar) de afstanden zoals aangeduid in de vergunning niet aangehouden, namelijk 4 meter tussen zijgevel en de perceelsgrens en 3 meter tussen de zijgevel en de rand van de voetweg. De afstand tussen de zijgevel en de rand van de juridische bedding van de voetweg bedraagt slechts 2,18 m. Dit gegeven kwam aan het licht bij de realisatie van de verkaveling waar woning nr 27 in gelegen is (2015). In feite werd de perceelsgrens van perceel 254K sinds de bouw van woning nr 47 verkeerd gematerialiseerd op terrein. In de huidige toestand wordt perceel 256W (woning nr 27) over een diepte van 50 meter en een breedte van 85 cm ingenomen door de tuin van woning nr 47.
Het voorkeurscenario van de gemeente hield in dat voetweg 52 werd opengesteld volgens de ligging in de atlas. De eigenaar van nr 47 was deze piste niet genegen, omdat bij het openstellen van de juridische ligging er een zijtuinstrook van slechts 2,18 m breed zou overblijven. Op 60 meter afstand van woning nr 47 komt de doodlopende Veldstraat uit in de Cornellekestraat; voor de volledigheid werd er onderzocht of de eigenaar van de landbouwpercelen (255N en 262A) op het einde van de Veldstraat bereid zou zijn om mee te werken aan een verplaatsing van de voetweg achter de tuinen, naar de Veldstraat. De eigenaar verklaarde zich akkoord mits compensatie van de waardevermindering.
Motivering
De wegenis in voorliggend rooilijnplan is opgenomen als voetweg 52 in de atlas der buurtwegen van Steenokkerzeel.
Artikel 85 van het decreet Gemeentewegen bepaalt dat alle buurtwegen met ingang van 1 september 2019 geacht worden gemeentewegen te zijn.
Artikel 8 van het decreet Gemeentewegen bepaalt dat niemand een gemeenteweg kan aanleggen, wijzigen, verplaatsen of opheffen zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad.
Artikel 11 van het decreet Gemeentewegen bepaalt dat de ligging en de breedte van een gemeenteweg wordt vastgelegd in een gemeentelijk rooilijnplan.
Het rooilijnplan (met inbegrip van schattingsverslag) “verlegging voetweg 52” werd opgemaakt door landmeter-expert Patrick Peeters; Hondenbergstraat 30, 1800 Vilvoorde.
Artikel 3, decreet Gemeentewegen, bepaalt:
"Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak."
Voorliggend rooilijnplan beoogt het herwaarderen van een fijnmazig netwerk van trage wegen door het heropenen van een weg die tot op heden niet door het publiek kan gebruikt worden.
Artikel 4 van het decreet Gemeentewegen bepaalt dat bij wijzigingen aan een gemeentelijk wegennet rekening wordt gehouden met volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2°een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.
De wijziging aan het gemeentelijk wegennet kan als volgt worden gemotiveerd:
Overeenkomstig artikel 4, 1° van het decreet Gemeentewegen dienen wijzigingen van het gemeentelijk wegennet steeds ten dienste staan van het algemeen belang.
De verplaatsing van voetweg 52 staat ten dienste van het algemeen belang omdat het dossier tot doel heeft om de voetweg open te stellen voor traag verkeer, zonder te veel omweg te creëren voor de trage weg-gebruikers (uitgang in Cornellekestraat schuift 60 meter op). Deze verplaatsing heeft rechtstreeks tot gevolg dat de gemeente invulling geeft aan het art. 3 van het Gemeentewegendecreet.
Overeenkomstig artikel 4, 2° van het decreet Gemeentewegen is elke wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg een uitzondering, die gemotiveerd dient te worden.
Deze motiveringsverplichting werd in het leven geroepen, met het oog op de bescherming van de trage wegen, d.w.z. de wegen niet hoofdzakelijk bestemd voor gemotoriseerd verkeer, in het bijzonder de oude voetwegen opgenomen in de atlas der buurtwegen.
Hierbij wenste de decreetgever de ondoordachte opheffing van zulke trage wegen tegen te gaan, omwille van hun belangrijke maatschappelijke en mobiliteitsfunctie.
De verplaatsing in voorliggend dossier is een uitzondering omwille van de uitzonderlijke mogelijkheid om de voetweg te verleggen naar het einde van een doodlopende straat, waarmee de verbinding tussen voetweg 52 en de Cornellekestraat slechts 60 meter zou opschuiven.
Overeenkomstig artikel 4, 3° dienen bij de beslissingen omtrent de wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet steeds de verkeersveiligheid en de ontsluiting van de aangelande percelen in aanmerking te worden genomen.
Het openstellen van voetweg 52 komt tegemoet aan de nood naar meer veilige groene verbindingen voor voetgangers en fietsers. Door vergeten voet- en buurtwegen zoals voetweg 52 opnieuw open te stellen wordt er vandaag tegemoet gekomen aan de vraag naar verkeersveilige wegen voor zwakke weggebruikers, wordt er een alternatief voor het gebruik van de auto geboden, en worden er nuttige en veilige alternatieve verbindingen gecreëerd.
Overeenkomstig artikel 4, 4° van het decreet Gemeentewegen dient zo nodig de wijziging aan het gemeentelijk wegennet te worden beoordeeld in grensoverschrijdend perspectief.
De betrokken wegenis paalt niet aan een van de aanpalende gemeenten, noch kan door voorliggende wijziging van de rooilijn enige hinder voor de buurgemeenten verwacht worden.
De betrokken wegenis maakt geen deel uit van een bewegwijzerd of nog te ontwikkelen wandel- of fietsknooppuntennetwerk.
Overeenkomstig artikel 4, 5° van het decreet Gemeentewegen dient rekening gehouden te worden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder hierbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen.
Daarbij dienen tevens de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen te worden.
Voorliggend rooilijnplan beoogt tegemoet te komen aan de actuele noodzaak aan een fijnmaziger tragewegennetwerk. De openstelling van de juridische ligging volgens de atlas der buurtwegen is moeilijk te realiseren, een beperkte verplaatsing zorgt ervoor dat een evenwichtige beslissing wordt genomen in het kader van het algemeen belang, die toch rekening houdt met bezorgdheden van aangelande particulieren en betrokken grondgebruikers. Dit evenwicht blijkt uit het voorafgaandelijk overleg dat met de betrokkenen heeft plaatsgevonden.
De behoeften van de toekomstige generaties komt door de voorliggende afschaffing en verplaatsing van de rooilijn niet in het gedrang, en komt tegemoet aan de stijgende vraag naar alternatieve en milieu-ontlastende, duurzame mobiliteitsalternatieven.
Openbaar onderzoek
Na de voorlopige vaststelling van het rooilijnplan door de gemeenteraad wordt het college gelast met de organisatie van een openbaar onderzoek van 30 dagen, conform artikel 17 van het gemeentewegendecreet. Het openbaar onderzoek wordt minstens aangekondigd door:
In bijlage is opgenomen:
Wijzigingsdossier bestaande uit
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2017, houdende bepaling van het begrip “dagelijks bestuur” in overeenstemming met artikel 41 van het Decreet Lokaal Bestuur.
Het decreet houdende de Gemeentewegen van 3 mei 2019, in het bijzonder de artikelen 3, 4, 8, 10, 16, 17 en 27.
De gemeenteraad beslist:
De jaarlijkse ondersteuning vanuit het gemeentebestuur ten voordele van de gemeentelijke basisschool door het ten laste nemen van volgende ambten:
Op advies van de schoolraad - ontvangen op datum van 15 februari 2021 - wordt voor een optimale werking van de gemeentelijke basisschool aan het gemeentebestuur gevraagd het komende schooljaar de volgende ambten ten laste te nemen van de gemeentelijke financiën:
Het advies uitgebracht op datum van 15 februari 2021 door de schoolraad.
De financieel directeur heeft op 4 maart 2021 een visum afgeleverd met het nummer 2021/8.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien op budgetcode GBB/0800-00/61700010/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN van de exploitatie 2021-2022.
Het inrichten van de volgende ambten voor het schooljaar 2021-2022 voor het gemeentelijk onderwijs:
ten laste van het werkingsbudget onderwijs en van de gemeentelijke financiën, wordt goedgekeurd.
Dit schooljaar eindigen de mandaten van de leden van de schoolraad en dient er voor een volgende periode (2021-2025) een nieuwe schoolraad te worden aangesteld.
Dit schooljaar loopt de laatste periode van vier schooljaren af en dient er voor een volgende periode (2021-2025) een nieuwe schoolraad te worden aangesteld.
In scholen die beschikken over deelraden (pedagogische raad, ouderraad en leerlingenraad) zijn het deze deelraden die rechtstreeks hun gekozenen aanduiden in de schoolraad.
Scholen zonder deelraden moeten verkiezingen organiseren om de schoolraad samen te stellen. Gemengde situaties zijn ook mogelijk.
De GBS Piramide & Tilia beschikt niet over ouderraden en niet over een pedagogische raad.
In de GBS Piramide & Tilia werd naar de ouders en het personeel een oproep gelanceerd tot het zich kandidaat stellen om deel te nemen aan de verkiezing voor deze twee geledingen.
Artikel 12 van het Participatiedecreet bepaalt dat het schoolbestuur afspraken inzake de verkiezingsprocedure vastlegt.
Het verkiezingsreglement goedgekeurd tijdens de gemeenteraad van 23 december 2004 diende als basis voor deze verkiezingen.
Voor de volgende geledingen dient er geen verkiezing te worden georganiseerd daar het aantal binnengekomen kandidaturen gelijk is aan het aantal op te nemen mandaten:
- de vertegenwoordigers van de de leerkrachten
- de vertegenwoordiger van de ouders afdeling lagere school Tilia
- de vertegenwoordiger van de ouders afdeling kleuters school Piramide.
- de vertegenwoordiger van de ouders afdeling lagere school Piramide
De kandidaten voor bovenvermelde geledingen worden rechtstreeks voorgedragen.
Tijdens de eerste vergadering van de schoolraad na 31 mei 2021 zal bij consensus een vertegenwoordiger van de lokale gemeenschap gecoöpteerd worden.
1. De gemeenteraad neemt kennis van de voordracht van de volgende kandidaten die zullen zetelen in de nieuwe schoolraad voor de periode 2021-2025:
als vertegenwoordigers van de ouders:
als vertegenwoordigers van de leerkrachten:
2. De gecoöpteerde wordt aangesteld op de eerstkomende vergadering van de schoolraad.
De Federale Pensioendienst - Gemeenschappelijke Sociale Dienst biedt de provinciale en plaatselijke besturen een kaderovereenkomst inzake collectieve hospitalisatie aan.
In 2017 werd de opdracht in de wacht gesleept door AG Insurance, voor een periode van 4 jaar.
Dit contract loopt af op 31 december 2021 en dus vaardigt en de Federale Pensioendienst - Gemeenschappelijke Sociale Dienst een nieuwe overheidsopdracht uit in de loop van het 1ste semester van 2021.
De Federale Pensioendienst - Gemeenschappelijke Sociale Dienst dient in hun bestek de besturen te vermelden die zullen aansluiten bij de volgende kaderovereenkomst van 2022 tot en met 2025.
Doel van de overheidsopdracht
De overheidsopdracht heeft betrekking op het afsluiten van een collectieve hospitalisatie- en ernstige ziekteverzekering van de Federale Pensioendienst - Gemeenschappelijke Sociale Dienst ten voordele van de provinciale en plaatselijke besturen.
De uitvoering van de opdracht zal ingaan op 1 januari 2022 en aflopen op 31 december 2025, dus voor een duur van 4 jaar.
De gunningswijze is een aanbesteding op Europees niveau krachtens artikel 36 van de wet van 17 juni 2016.
Om de vergelijking van de verschillende offertes te vergemakkelijken en mogelijk te maken, heeft de Federale Pensioendienst - Gemeenschappelijke Sociale Dienst een basispolis opgesteld waarvan niet mag worden afgeweken door de inschrijvers.
De prijs zal het gunningscriterium zijn.
De verzekeraar waaraan de opdracht zal worden gegund, zal gehouden zijn om de dossiers over te nemen die op basis van de huidige collectieve hospitalisatieverzekering werden geopend en de continuïteit van de garanties te verzekeren waarvan de hoofdverzekerden en nevenverzekerden genieten naar aanleiding van een hospitalisatie, een ziekte of een aandoening die zich heeft voorgedaan voor 1 januari 2022 en die gedekt wordt op basis van de huidige collectieve polis.
De verzekerinqspolis
De dekking is praktisch identiek aan diegene die momenteel wordt aangeboden, maar de Federale Pensioendienst - Gemeenschappelijke Sociale Dienst heeft er een paar wijzigingen in aangebracht, rekening houdende met de evolutie van de wetgeving en de verzekeringsmarkten, evenals de impact van deze aanpassingen op het bedrag van de premies.
De basispolis met aanpassingen is opgenomen als bijlage, maar de voornaamste aanpassingen zijn :
a. Leeftiidscategorie
De leeftijdscategorie "50 tot 64 jaar" werd uitgebreid naar 66 jaar zodat alle actieve personeelsleden vanaf 2024 hieronder zouden vallen. De categorie "70 jaar en ouder" werd dientengevolge vervangen door "67 jaar en ouder".
Huidige leeftiidscategorieën | Nieuwe leeftiidscategorieën |
0 tot 20 jaar | 0 tot 20 jaar |
21 tot 49 jaar | 21 tot 49 jaar |
50 tot 64 jaar | 50 tot 66 jaar |
65 tot 69 jaar | 67 jaar en ouder |
70 jaar en ouder |
b. Andere aanpassingen
Na een marktverkenning te hebben uitgevoerd, werden enkele aanpassingen doorgevoerd aan de huidige polis, rekening houdende met hun impact op het bedrag van de premies.
We vermelden de toevoegingen of aanpassingen in het vet:
Onderwerp | Opgenomen in de huidige polis? |
De franchise verhogen naar € 250 (enkei) voor de uitgebreide formule, wat een positieve impact zai hebben op de prijs van de uitgebreide formule. |
Ja: € 130 voor de uitgebreide formule (geen franchise voor de basisformule) |
Medische kosten en kosten voor geneeskundige verzorging in een revalidatiecentrum |
Nee |
De terugbetaling van kosten waarvoor geen wettelijke tussenkomst wordt toegekend bedraagt € 3 000 per verzekerde per kalenderjaar |
Ja maar bedraagt momenteel € 2 000 |
De tussenkomst voor de kosten van een verblijf van een donor is beperkt tot € 2 000 |
Ja maar bedraagt momenteel € 1 500 |
In geval van hospitalisatie naar aanleiding van een psychische. psychiatrische of mentale aandoening, wordt de tussenkomst per verzekerde verworven gedurende een al dan niet ononderbroken periode van 36 maanden die begint op de eerste dag die recht geeft op een wettelijke tussenkomst |
Ja maar momenteel periode van 24 maanden |
De tussenkomst voor kraamhulp wordt toegekend gedurende ten hoogste twaalf dagen en tot € 620 |
Ja maar bedraagt momenteel € 500 |
Een tussenkomst van 50% in de kosten tot € 1 250 per persoon en per kalenderjaar voor homeopathische behandelingen, acupunctuur, osteopathie en chiropraxie uitgevoerd door een erkende specialist voor die behandelingen als er geen wettelijke tussenkomst wordt voorzien voor deze prestaties (enkel van toepassing voor ernstige ziekten) |
Nee |
Vruchtbaarheidsbehandelingen: IVF, ICSI en lUI: de tussenkomst In de kosten voor de behandelingen wordt toegekend tot € 500 per behandeling, met een maximum van 6 behandelingen, voor zover beide partners ten minste 12 maanden aangesloten zijn bij de uitgebreide formule. |
Ja maar momenteel periode van 24 maanden ongeacht de formule |
De vrije opties zullen worden toegestaan in het nieuwe bestek. Dientengevolge kunnen de verzekeraars bijkomende diensten aanbieden, zoals de terugbetaling van ambulante, tandheelkundige en optische zorg.
Lokale besturen die aan dit contract deelnemen, engageren zich gedurende de volledige looptijd van het contract.
De uitkomst van de overheidsopdracht zal worden meegedeeld in de loop van de maand augustus 2021.
Een grondige actualisatie van het algemene politiereglement van 01 maart 2016 voor de drie gemeenten van de politiezone Kastze dringt zich op.
De gemeenteraad keurt het algemeen zonaal politiereglement, het bemiddelingsreglement en de bijzondere verordening inzake GAS-verkeer van de politiezone Kastze goed. Deze drie reglementen treden in werking op 1 mei 2021, behoudens titel 6 van het algemeen zonaal politiereglement, dat in werking treedt op 1 september 2021.
Een uitbreiding van het reglement van de gemeentelijke mantelzorgpremie.
Op 1 januari 2020 ging er een aanpassing van het reglement van de mantelzorgpremie in werking. De wijzigingen gebeurden in artikel 3: Voorwaarden met betrekking tot de zorgbehoevende persoon:
- Elke persoon die recht heeft op het “Zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden” van de Vlaamse sociale bescherming (€ 130 p/m), vroeger de tegemoetkoming van de Vlaamse zorgverzekering alsook elke persoon die wel een erkenning (Persoonlijk Assistentiebudget of Persoonsvolgend Budget) heeft
- en een attest van de FOD Sociale Zekerheid, Directie-generaal Personen met een handicap met minstens 9 punten (ipv 12 punten) op de evaluatieschaal voor de “Integratietegemoetkoming” of voor het “Zorgbudget voor ouderen met een zorgnood”, vroeger Tegemoetkoming Hulp aan Bejaarden.
Door deze aanpassing kwamen er 19 dossiers bij. Hiervan waren er 12 volledig voor uitbetaling in het jaar 2020. 7 hiervan waren onvolledig. Deze worden verder opgenomen in het jaar 2021.
In 2021 willen we graag een uitbreiding voor de mantelzorgers die een mantelzorgpremie kunnen aanvragen.
De aanpassing zou gebeuren in Artikel 3 (punt 1 en 2) en Artikel 4 (punt 1) van het reglement.
Art. 3 : Voorwaarden met betrekking tot de mantelzorger:
1) De mantelzorger is een inwoner van Steenokkerzeel.
2) De mantelzorger woont in een andere gemeente buiten Steenokkerzeel en krijgt geen mantelzorgpremie in zijn of haar gemeente. Dit dient aangetoond te worden via een officieel document van de eigen gemeente.
Art. 4: Voorwaarden met betrekking tot de zorgbehoevende persoon:
1) De zorgbehoevende persoon is een inwoner van Steenokkerzeel en moet er effectief wonen.
De aanvraag om de mantelzorgpremie te ontvangen zal op dezelfde manier gebeuren als op heden. Maar mantelzorgers die buiten onze gemeente wonen zullen nog een extra attest moeten voorleggen, namelijk; een bewijs van de eigen gemeente waarin duidelijk staat vermeld dat de mantelzorger geen mantelzorgpremie geniet in deze gemeente.
Dit telt als extra controle voor de dienst welzijn.
Er zal steeds maar één mantelzorger per zorgbehoevende persoon een aanvraag kunnen indienen. De dienst welzijn kijkt hierop toe. Mocht een zorgbehoevende persoon meerdere mantelzorgers hebben moeten deze samen beslissen wie de aanvraag indient.
Deze aanpassingen werden op de ouderenadviesraad en de welzijnsraad van donderdag 11 februari 2021 voorgelegd en door alle aanwezigen goedgekeurd.
Budgetten:
2019: een budget van €24.000
2020: een budget van €40.000. Dit was ruimschoots voldoende. Het totaalbedrag van gemeentelijke mantelzorgpremie voor 2020 kwam op iets meer dan de helft van dit bedrag.
2021: een budget van €45.000
We veranderen niets aan het maandelijks bedrag, enkel aan de uitbreiding van wie er een aanvraag kan doen. Hierdoor zullen we dus zeker voldoende budget ter beschikking hebben.
Dit werd ook met de financieel directeur besproken.
Ook werd bij artikel 4, punt 2 de volgorde van de nodige attesten aangepast om voor extra duidelijkheid te zorgen.
Hierrond zal een artikel verschijnen in Den Beiaard alsook op de website en op sociale media.
In bijlage:
- Reglement mantelzorgpremie nu - sinds 1 januari 2020
- Reglement mantelzorgpremie - aanpassing
De uitbetaling van de gemeentelijke mantelzorgpremie is voorzien in de exploitatie 2021 onder budgetcode 2021/ACT-54/0911-00/64910000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN.
Gemeenteraadslid Ann Goovaerts heeft een vraag over dit punt :
In de bepalingen van het oude mantelzorgreglement stond dat je geen mantelzorgpremie kon aanvragen als de zorgbehoevende niet op hetzelfde adres woonde als de mantelzorgverstrekker. Deze regel is niet meer terug te vinden in het nieuwe mantelzorgreglement. Dit verbaast Ann wel want zij heeft in het verleden over deze regel eens een vraag gesteld en kreeg als antwoord dat dit moeilijk controleerbaar was als men niet op hetzelfde adres woonde.
Schepen Liesbeth Degrève antwoordt :
Vroeger werd er wel al eens misbruik gemaakt van deze mantelzorgverlening. Sommige mensen boden hulp aan de zorgbehoevenden, maar deze mantelverstrekkers waren dan verschillende personen en deze woonden dan niet onder hetzelfde dak. Om misbruik te voorkomen stond deze regel in het oude mantelzorgreglement.
Liesbeth deelt mee dat zij ook niet echt achter deze regel stond. Na opmerkingen uit de raden, ouderenadviesraad, telefoons en mails van inwoners met de vraag : "Ik ben een buur en ik doe heel veel voor mijn zorgbehoevende buur, kan ik in aanmerking komen voor een mantelzorgpremie?", is er beslist, na overleg met de raden om deze regel weg te laten uit het nieuwe mantelzorgreglement.
Gemeenteraadslid Ann Goovaerts juicht dit toe en vraagt :
Je kan dus nu als dochter, als je niet in de gemeente woont, en mantelzorg verleent aan jouw moeder, in aanmerking komen voor een mantelzogpremie?
Schepen Liesbeth Degrève bevestigt dit, mits :
- dat de zorgbehoevende wel voldoet aan de voorwaarden en al de attesten van de FOD kan voorleggen en
- dat de mantelzorgverstrekker een attest van de gemeente waar hij/zij woont kan voorleggen dat hij/zij daar geen mantelzorgpremie ontvangt, dit om misbruik uit te sluiten.
De gemeenteraad neemt kennis van de aanpassing van het reglement van de gemeentelijke mantelzorgpremie en gaat akkoord om deze te gebruiken om nieuwe aanvragen van mantelzorgers die niet op hetzelfde adres wonen als de zorgbehoevende persoon een gemeentelijke mantelzorgpremie toe te kennen. Dit reglement gaat in vanaf 1 april 2021.
Alen Cilic geeft toelichting over dit agendapunt :
Beschikt de gemeente over eigen concrete cijfers omtrent het aantal personen die zijn overleden naar aanleiding van COVID-19 in Steenokkerzeel? (Los van cijfers die online kunnen geraadpleegd worden cfr. “Sciensano”.) Indien mogelijk ook graag een overzicht per leeftijd en geslacht.
Kurt Ryon, burgemeester, antwoordt als volgt: in 2020 was er in Steenokkerzeel geen echte oversterfte, ook niets abnormaals in de leeftijdsgroepen vast te stellen. Het is ook niet altijd duidelijk hoeveel mensen door Covid-19 zijn gestorven.
Alen Cilic geeft toelichting over dit agendapunt :
Kan er worden toegelicht hoe de vaccinaties tot nu toe zijn verlopen? Zijn er incidenten geweest, zijn er veel mensen niet komen opdagen, zitten ze op schema?
Kurt Ryon, burgemeester, antwoordt:
- We zijn afhankelijk van de toevloed van de vaccins. We moesten op 1 februari 2021 klaar zijn met het vaccinatiecentrum, dat was het geval, maar de toelevering laat te wensen over.
- week 1/2/2021 : 296 vaccinaties; 8/2/2021: 310 vaccinaties; 15/2/2021 : 333 vaccinaties; 22/2/2021 : 433 vaccinaties; 1/3/2021 : 563 vaccinaties; 8/3/2021 : 734 vaccinaties; 15/3/2021 : 843 vaccinaties (8,74% van de Steenokkerzeelse bevolking is gevaccineerd, waarvan 3,90% al 2 spuitjes heeft gekregen)
- week 29/3/2021: 81-87 jarigen en zo verder
- alle vaccins (99%) worden gebruikt.
.Jan Van hoof geeft toelichting over dit agendapunt :
Aanleiding/Toelichting:
Het collegeverslag van 08 maart 2021 behandelt onder nummer 11 (p. 48 e.v.; 2020/OMV/229M ) “advies aan de Deputatie, over een aanvraag tot omgevingsvergunning voor het hervergunnen en wijzigingen van de vleeswarenfabriek en het bijstellen van de lozingsnormen – Leuvensesteenweg 194 te Machelen”.
Een en ander kadert in de hoedanigheid van de gemeente Steenokkerzeel als beheerder van de Trawoolbeek. De geviseerde activiteiten betreffen het oppompen van bronwater en het lozen in de Trawoolbeek.
Het College besluit als volgt omtrent het voorgestelde project:
Het college van burgemeester en schepenen heeft geen opmerkingen bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar, neemt de standpunten integraal over en maakt zich deze eigen.
Bijgevolg kan een voorwaardelijke gunstig advies verleend worden voor de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteit. Volgende voorwaarden dienen in acht genomen te worden:
Milieuvoorwaarden:
Vragen:
Schepen Marleen Ral antwoordt:
Jan Van hoof geeft toelichting over dit agendapunt :
Aanleiding/Toelichting:
Volgens het verslag CBS 22/02/2021 (nr. 11, p. 39 e.v.) gaat de gemeente de begeleiding voor de opstart van een kinderfietsbibliotheek zelf bekostigen. Zij laat zich voor de opstart begeleiden door een derde en kiest voor een samenwerking met de vrijwilligersorganisatie Netwerk Bewust Verbruiken.
Vragen:
Welk is het juridisch statuut van de aangezochte partners ?
Bij de opsomming van de verschillen tussen “Netwerk Bewust Verbruiken” en “Beweging.net valt het op dat “Beweging.net” op financieel vlak beter scoort dan “Netwerk Bewust Verbruiken”. Waarom wordt toch voor laatst genoemde gekozen ?
Graag toelichting bij “budgettaire impact”:
* Wat houdt “startbudget voor werkmateriaal en promotie” precies in ?
* Idem voor “financiële ondersteuning de eerste 3 werkjaren … “.
Schepen Marleen Ral antwoordt als volgt:
Jan Van hoof geeft toelichting over dit agendapunt :
Aanleiding/Toelichting:
Agendapunt op de gemeenteraad: aanpassing reglement mantelzorgpremie.
Vragen:
Uit de informatie bij het agendapunt blijkt dat voor 2020 nauwelijks iets meer dan het gebudgetteerde bedrag werd uitbetaald. Begrijpen wij het goed dat hierin begrepen zijn de dossiers die in aanmerking komen voor de verruimde toepassing van het reglement ?
Waarom wordt voor 2021 een bedrag van 45.000 EUR voorzien, terwijl de uitgaven tijdens de voorafgaande jaren rond de helft van dat bedrag draaien ?
Zijn de verwachtingen inzake nieuwe dossiers voor 2021 aanzienlijk gestegen ten opzichte van de vorige jaren ?
Op welke manier wordt aan elke burger de nieuwe regeling bekend gemaakt, te meer omdat een mantelzorger ook buiten de gemeente Steenokkerzeel kan wonen ?
Dit is al behandeld bij het agendapunt zelf.
Jan Van hoof geeft toelichting over dit agendapunt :
Aanleiding/Toelichting:
In het collegeverslag van 01 maart ll. (nr. 34 p. 114) wordt beslist om aan de eerstkomende gemeenteraad te vragen om het inrichten van de uitgestelde en aangepaste extra-murosactiviteiten in de gemeentelijke basisschool dit voorjaar 2021 op de in het besluit vermelde data en voor de vermelde klassen te laten plaatsvinden.
Vragen:
De agenda van de gemeenteraad van 25/03/2021 bevat dit punt niet. Is de reden hiervoor dat de situatie i.v.m. het coronavirus intussen in negatieve zin is gewijzigd ? Kan hieruit afgeleid worden dat er geen extra-muros activiteiten zullen georganiseerd worden? Zijn de scholen hiervan op de hoogte?
Kurt Ryon, burgemeester, antwoordt dat de regels voortdurend veranderen. Dus op dit moment is het nog erg onzeker of er extra muros-activiteiten gaan mogelijk zijn dit schooljaar. Om die reden hebben we het voorlopig niet geagendeerd, misschien dat dit in de toekomst alsnog gebeurt.
Jan Van hoof geeft toelichting over dit agendapunt :
Aanleiding/Toelichting:
In de voorbije weken schreven de kranten dat de “stinkvijver” zijn naam weer alle eer aandoet: chemische geur en wit schuim werden waargenomen.
De oorzaak van een en ander zou – eens te meer - liggen bij BAC.
Vragen:
Kan ervoor gezorgd worden dat BAC op korte termijn stopt met lozingen naar de Vogelzangvijver toe en alle lozingen verwerkt op haar eigen terrein vooraleer het residu via andere kanalen af te voeren die geen bedreiging meer vormen voor gronden, vijvers, e.d.m. buiten zijn grondgebied?
Is er nieuws te rapen omtrent de bever ?
Schepen Marleen Ral antwoordt als volgt:
Ann Goovaerts geeft toelichting over dit agendapunt :
Aanleiding : CBS 1/3/2021
Onderzoeksvraag - enquête naar jonge inwoners
'Hoe tegemoetkomen aan de vraag naar betaalbare woningen voor inwoners van Steenokkerzeel die het ouderlijk huis verlaten maar niet voldoende kapitaalkrachtig zijn om in de gemeente te huren' - enquête naar inwoners.
De eerste stap binnen het onderzoek zal zijn om bovenstaande onderzoeksvraag verder uit te werken en toe te lichten. Hiervoor zal een enquête naar inwoners tussen 18 en 30 jaar die reeds 15 jaar in de gemeente wonen, verstuurd worden. In bijlage de enquête en begeleidende brief.
Adviezen en visum: Bedenkingen – voorstellen
De gemeente Steenokkerzeel nam deel aan 'thuis in de toekomst', een campagne van de Vlaamse overheid. Dit was een woontest waarbij de burgers de denkoefening konden maken over de gemeente vandaag en in de toekomst. De resultaten van deze woontest konden inzicht geven in wat er leeft bij inwoners en waar draagvlak bestaat voor verandering, en op die manier bijdragen om tot een onderzoeksvraag te komen. Wegens de lage respons is hier geen onderzoeksvraag uit voortgekomen.
Vraag : Op welke manier werd de doelgroep aangeschreven?
Schepen Wim Mombaerts antwoordt:
Niet te verwarren:
- In 2020 heeft Wonen Vlaanderen online een enquête gedaan, met publiciteit via allerlei kanalen, met een late start, waardoor er weinig bereik was in alle gemeenten. Daardoor was het resultaat onbruikbaar.
- Momenteel zijn we in voorbereidende fase van een lokale enquête voor de jongeren, die nog moeten gecontacteerd worden. Pas eind juni zullen we het resultaat kunnen vaststellen.
- We gaan hiervoor alle jongeren in de doelgroep aanschrijven, met de mogelijkheid om de enquête digitaal in te vullen.
Ann Goovaerts en Griet Deroover geven toelichting over dit agendapunt :
Op 9/4/2020 kreeg onze fractie van het bestuur het document "OVEREENKOMST TUSSEN DE REGIE DER LUCHTWEGEN, HET GEMEENTEBESTUUR VAN
STEENOKKERZEEL EN HET STUDIEBUREAU CLERCKX" van 30.09.1992
Zie bijlage.
Wij hadden daar graag enige duiding over gekregen via antwoorden op volgende vragen :
n.a.v. artikel 1:
Graag het studiecontract, het voorontwerp van 'bekken Dam' en de plannen waarvan sprake (plans K54/31 en WN1 t.e.m. WN4) ter beschikking te stellen aan onze fractie en de andere raadsleden.
n.a.v. artikel 2:
Graag de nieuwe overeenkomst betreffende "de rioleringen die de gemeente aanbelangen"(waarvan sprake) tussen gemeente en studiebureau Clerckx aan de raadsleden te bezorgen.
n.a.v. artikel 4 ( financiering van de oeverversterking)
- Waar zijn de vermelde wachtbekkens Brucargo/Vogelzang/N.O.Hoek exact gelegen?
- Over welke waterlopen gaat het hier precies, de waterlopen stroomafwaarts van de 3 wachtbekkens Brucargo/Vogelzang/N.O.Hoek ?
- En over hoeveel kilometers oever op het grondgebied van Steenokkerzeel gaat het exact ?
n.a.v. artikel 6 ( jaarlijkse onderhouds- en ruimingskosten van bedoelde waterlopen)
Gelieve het overzicht van de jaarlijkse onderhouds- en opruimingswerken en dito kosten vanaf 01.01.1990 tot heden te bezorgen.
De kosten, de facturatie aan de regie en de betaling van de Regie aan de gemeente.
n.a.v. artikel 7
Volgens dit artikel in deze deze overeenkomst wordt het onderhoud van het Vogelzang bekken uitgevoerd door de gemeente op kosten van de Regie.
* Waarom voert de Regie dan onderhoudswerken uit aan het Vogelzangbekken?
* En is dat dan geen inbreuk op deze overeenkomst?
* Als de Regie die onderhoudswerken rechtstreeks uitvoert, bestaat er dan een nieuwe overeenkomst die dit artikel 7 vervangt?
* Gelieve het overzicht van de onderhoudskosten van 2000 tot nu over te maken.
betreffende artikel 8 en 9 :
Het lozen van chemische producten kan men bezwaarlijk als 'regenwaters' ( hemelwater) bestempelen.
* Heeft de gemeente een schadebestek opgemaakt?
* Overweegt de gemeente enige vorm van compensatie aan de luchthaven te vragen?
* Op welke wijze gebeurt de droogwederafvoer concreet? Hoeveel keer werd de droogwederafvoer uitgevoerd sinds 1990?
Betreffende de recentste vervuilingen
* Waarom werden/worden er geen stalen afgenomen in het spaarbekken naast de E19?
Bij de vervuiling van eind februari/begin maart hing daar tevens dezelfde chemische geur als bij het Vogelzangbekken.
* Waar stroomt de uitloop van dit bekken naar toe? In welke waterloop stroomt het water uit het bekken in?
* Waar stroomt het water van de bufferbekkens op het grondgebied van de luchthaven naartoe?
* Welk soort water wordt er opgevangen in de bufferbekkens op het grondgebied van de luchthaven?
Betreffende het beschrijvend onderzoek opgelegd door OVAM :
wat is de stand van zaken ? Indien er een rapport is kunnen wij dit rapport ontvangen met bespreking van de resultaten.
Betreffende een beter beheer van het water:
Momenteel is de overeenkomst met de luchthaven enkel in hun voordeel. Dit zou een voordeel voor de gemeente en landbouwers in de buurt moeten worden. Dit kan door een project te ontwikkelen waarin het regenwater dat wordt afgevoerd van de luchthaven gezuiverd water is dat door de gemeente en landbouwers gebruikt kan worden. Het water moet op kunnen worden opgevangen en traag de grond in trekken, en moet ter beschikking kunnen worden gesteld bij droogtes op een eenvoudige manier door bijvoorbeeld in grachten langs de akkers te lopen.
Bijkomende vraag:
Hoever staat de gemeente met : Actie: ACT-83: Hemelwater- en verdrogingsplan opmaken?
Hiervoor was in 2020 17.000 euro voorzien.
We vragen om een samenwerking aan te gaan tussen de verschillende partijen (luchthaven, landbouwers en gemeente) en een project in te dienen bij Waterlandschap 2.0 van VLM waarvoor subsidies worden uitgekeerd.
Misschien kan Den Achtergael op een of andere manier mee in dit project worden opgenomen als een educatief park rond water en duurzaam gebruik ervan.
https://www.vlm.be/nl/nieuws/Pages/Werk-mee-aan-de-toekomst---Water-Land-Schap-2-0.aspx
Schepen Marleen Ral antwoordt op de vragen van Ann en Griet:
Burgemeester Kurt Ryon antwoordt op de vraag dat zij de opgevraagde documenten niet gekregen hebben :
Ann Goovaerts geeft toelichting over dit agendapunt :
Aanleiding
Op de gemeenteraad van 27-6-19 keurden we de lastvoorwaarden goed voor verdiepen en verbreden gemeentelijk mobiliteitsplan en coaching dienst mobiliteit.
Vraag:
Wat is de stand van zaken hiervan vandaag ? Is er reeds een plan uitgewerkt en kan dit toegelicht worden aan de gemeenteraad? Kunnen we dit plan ontvangen?
Schepen Wim Mombaerts:
Ann Goovaerts geeft toelichting over dit agendapunt :
Aanleiding:
Op de gemeenteraad van januari vroegen we naar de stand van zaken van dit RUP.
Schepen Wim Mombaerts antwoordde als volgt: Corona heeft voor vertraging gezorgd.
Het college heeft eind 2020 extra advies gevraagd over de startnota. Op 4 februari zal er een toelichting aan het college gegeven worden over de aangepaste startnota. Als deze officieel klaar is, zal er een participatieronde gevoerd worden, graag in maart (onder voorbehoud van de coronamaatregelen).
Indien dat niet in de traditionele vorm kan, moeten we op zoek naar alternatieve manieren.
Werkdocumenten die nog niet klaar zijn worden niet gepubliceerd of bekendgemaakt bij inwoners, want dat zou alleen maar verwarring en onduidelijkheid creëren.
Vraag:
Meermaals hebben we aan de directeur de aangepaste nota gevraagd, finaal of niet, maar niks mogen ontvangen.
Stand van zaken aub, waarom duurt dit zo lang ? Wat is op 4 februari toegelicht ?
Schepen Wim Mombaerts antwoordt:
Griet Deroover geeft toelichting over dit agendapunt :
Aanleiding:
uit het CBS VAN 8-3-21
2020/OMV/229M - advies aan de Deputatie, over een aanvraag tot omgevingsvergunning voor het hervergunnen en wijzigingen van de vleeswarenfabriek en het bijstellen van de lozingsnormen. - Leuvensesteenweg 194 te Machelen.
Op 22 december 2020 werd door de Provinciale omgevingsvergunningscommissie Vlaams Brabant advies gevraagd aan de gemeente Steenokkerzeel, als beheerder van de Trawoolbeek. Op 3 februari 2021 heeft het college van burgemeester en schepenen een voorwaardelijk gunstig advies verleend, indien rekening wordt gehouden met onderstaande
bemerkingen:
In bijlage R3 lozing afvalwater staat dat men de vergunde max. debieten van 50 m³/u, 110 m³/dag en 30.000 m³/jaar wenst te hernieuwen. In de rubriekentabel is een
debiet van 100 m³/dag opgenomen. Het correcte debiet per dag moet vergund worden.
Omdat de inrichting niet volledig gelegen is in industriegebied is rubriek 29.5.2.1°b) van toepassing i.p.v. rubriek 29.5.2.1°a).
Volgende bijzondere lozingsnormen worden voorgesteld:
o AOX: 120 μg/l
o Kobalt: 1,2 μg/l
o Het automatisch peilregistratiesysteem dient geplaatst te worden in 2021.
Na het verkrijgen van bijkomende informatie wordt er een aanvullend advies verleend ter ondersteuning van het eerste advies. Op 22 februari 2021 werd advies gevraagd aan de
milieuadviesraad. Op 28 februari werd ongunstig advies uitgebracht door de milieuadviesraad Steenokkerzeel.
Hun advies is ongunstig omwille van volgende redenen:
Eerst omdat er erg veel bronwater opgepompt wordt, wat een verstoring veroorzaakt.
Het oppompen van het water uit de bron, is niet meer van deze tijd.
Ofwel zou men meer moeten investeren in het dieper steken in een afgesloten laag, ofwel een andere oplossing zoeken.
Maar ook omdat niet voldaan wordt aan de VLAREM II normen voor de lozing in de oppervlaktewateren. Naast de normen voor Co-tot < 0,002 mg/l;
Zn-tot < 0,4 mg/l; en AOX < 0,2 mg/l, zal vooral een oplossing gezocht moeten worden voor de lozing van chloride: < 120 mg/l. De voorgestelde vraag voor 3.000
mg/l in de Trawool is gelet op de aanwezigheid van het SBZ-gebied en de toekomstplannen voor natuurontwikkeling in de vallei van de Trawool niet aanvaardbaar.
Dit laatste standpunt sluit aan bij het eerder advies van het college. In dit aanvullend advies wordt verder ingegaan op de ligging nabij habitatrichtlijn- en VEN-gebied en de
toekomstplannen voor natuurontwikkeling.
grondwaterwinning. De milieuadviesraad heeft volgende bedenkingen bij de grondwaterwinning:
Het grootste gedeelte van het bronwater van de Trawool wordt opgepompt. Dat is ook duidelijk zichtbaar aan de loop van de Trawool tussen de bron, over het golfterrein en tot
aan de grens met het Floordambos. Als er geen lozing is, is er nauwelijks water op de bovenloop van de Trawool. Het is immers zo dat de bron zich middenin de pompkegel
bevindt, dus al het water wordt daar opgezogen.
Advies dienst milieu en eventueel voorstel van voorwaarden
Er wordt een aanvullend advies verleend ter ondersteuning van het voorgaande advies dat verleend werd op 3 februari 2021. De aanvraag wordt voorwaardelijk gunstig geadviseerd indien men rekening houdt met de extra onderstaande bemerkingen:
Het bedrijf moet methodes zoeken om de chloride-concentraties in het geloosde afvalwater te verminderen en alle mogelijke lozingsopties te onderzoeken en tegen
elkaar af te wegen, dit in samenspraak met de betrokken adviesinstanties.
De grondwaterwinning heeft mogelijks effect op de Trawool. De impact van de grondwaterwinning dient verder onderzocht te worden.
Volgende milieuvoorwaarden dienen in acht genomen te worden:
Het bedrijf moet methodes zoeken om de chloride-concentraties in het geloosde afvalwater te verminderen en alle mogelijke lozingsopties te onderzoeken en tegen
elkaar af te wegen, dit in samenspraak met de betrokken adviesinstanties.
De grondwaterwinning heeft mogelijks effect op de Trawool. De impact van de grondwaterwinning dient verder onderzocht te worden.
In bijlage R3 lozing afvalwater staat dat men de vergunde max. debieten van 50 m³/u, 110 m³/dag en 30.000 m³/jaar wenst te hernieuwen.
In de rubriekentabel is een debiet van 100 m³/dag opgenomen. Het correcte debiet per dag moet vergund worden.
Omdat de inrichting niet volledig gelegen is in industriegebied is rubriek 29.5.2.1°b) van toepassing i.p.v. rubriek 29.5.2.1°a).
Volgende bijzondere lozingsnormen worden voorgesteld:
o AOX: 120 μg/l
o Kobalt: 1,2 μg/l
o Het automatisch peilregistratiesysteem dient geplaatst te worden in 2021.
Besluit:
Het college van burgemeester en schepenen heeft geen opmerkingen bij het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar, neemt de standpunten integraal over en maakt zich deze eigen.
Bijgevolg kan een voorwaardelijke gunstig advies verleend worden voor de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteit.
Volgende voorwaarden dienen in acht genomen te worden:
Milieuvoorwaarden:
Het bedrijf moet methodes zoeken om de chloride-concentraties in het geloosde afvalwater te verminderen en alle mogelijke lozingsopties te onderzoeken en tegen elkaar af te wegen, dit in samenspraak met de betrokken adviesinstanties.
De grondwaterwinning heeft mogelijks effect op de Trawool. De impact van de grondwaterwinning dient verder onderzocht te worden.
In bijlage R3 lozing afvalwater staat dat men de vergunde max. debieten van 50 m³/u, 110 m³/dag en 30.000 m³/jaar wenst te hernieuwen. In de rubriekentabel is een
debiet van 100 m³/dag opgenomen. Het correcte debiet per dag moet vergund worden.
Omdat de inrichting niet volledig gelegen is in industriegebied is rubriek 29.5.2.1°b) van toepassing i.p.v. rubriek 29.5.2.1°a).
Volgende bijzondere lozingsnormen worden voorgesteld:
o AOX: 120 μg/l
o Kobalt: 1,2 μg/l
o Het automatisch peilregistratiesysteem dient geplaatst te worden in 2021.
Vraag:
Het lijkt ons dat bedrijven in Steenokkerzeel het niet nauw moeten nemen met de milieuwetgeving.
Eerst hebben we de luchthaven die geregeld de vogelzangvijver vervuilt, en nu mag Guina enerzijds de bron van de trawool leegpompen en in plaats gewoon zilt water lozen in een Europees beschermd gebied waarvoor een landinrichtingsproject rond de Trawoolvallei wordt ingericht om de kwaliteit van het gebied te verhogen.
Daarnaast hadden we ook DHL wat veel meer lawaai en lichtvervuiling meebrengt, de golf die zijn bomen niet duurzaam beheert en ook aan enorme lichtvervuiling doet, en het zorgcenter dat geen deftig mobiliteitsplan moet indienen en waarvoor retourbemaling pas werd opgelegd na een bezwaar.
● Hoe motiveren jullie deze beslissing ?
● Hoe gaan jullie verzekeren dat deze voorwaarden worden opgevolgd ?
● Waarom werd de MAR in eerste instantie niet om advies gevraagd?
● Kan er een vaste procedure worden opgezet zodat er onmiddellijk advies wordt gevraagd aan de MAR zodra een omgevingsvergunning wordt opgevraagd die invloed heeft op het milieu?
Schepen Marleen Ral antwoordt:
Griet Deroover geeft toelichting over dit agendapunt :
Aanleiding CBS notulen 15-2-21
Onderzoek n.a.v. vraag tot aanbod aankoop recreatiegronden Melsbroek
Aanleiding:
De gemeente werd gecontacteerd door een padel- en dansorganisatie. Zij zouden nieuwe padel- en dansinfrastructuur willen oprichten op grond in de gemeente. De grond die men in
gedachten heeft is momenteel nog geen eigendom van de gemeente, maar is wel reeds bestemd als recreatiegrond.
Feiten, context en argumentatie:
Voor het bouwen van een padel- en dansinfrastructuur werd de gemeente gecontacteerd door een organisatie die graag deze gebouwen zelf zou plaatsen. Ze willen dit doen op grond van de gemeente via een recht van opstal. De grond die men op het oog heeft, is momenteel nog geen eigendom van de gemeente.
Het gaat over de volgende percelen te Melsbroek aan Wylder:
Percelen 40A, 40F, 40G, 40N en 40M. Deze percelen zijn reeds recreatiegrond.
Daarnaast zou ook perceel 38L een optie zijn. Dat perceel is momenteel nog landbouwgrond.
Zie bijlagen voor plan en oppervlaktes van de gronden.
Het zou de bedoeling zijn dat de gemeente deze gronden aankoopt om er daarna een recht
van opstal op te gunnen via openbare/onderhandse procedure.
Om een idee te krijgen van de prijs van deze gronden moet een landmeter aangesteld worden
(zie bestelaanvraag)
Juridische overwegingen:
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Omzendbrief KB/ABB 2019/3 over de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van de erkende erediensten.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
Het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2017, houdende bepaling van het begrip “dagelijks bestuur” in overeenstemming met artikel 41 van het Decreet Lokaal Bestuur.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
Adviezen en visum:
Er zijn momenteel geen budgetten voorzien voor dit project.
Plaats in beleidsplan en budget:
Bestelaanvraag ingediend van 363 euro voor het aanstellen van een landmeter voor schatting van de gronden.
Besluit:
1. Het college van burgemeester en schepen neemt kennis van de vraag van de padel- en dansorganisatie m.b.t. het recht van opstal op gemeentelijke gronden om de nodige
infrastructuur te bouwen.
2. Het college van burgemeester en schepen gaat akkoord met het aanstellen van een landmeter om de betrokken percelen recreatiezone Melsbroek op te meten om zo een schatting te krijgen van de aankoopprijs van deze gronden.
Vraag:
Waarom overweegt het gemeentebestuur deze gronden aan te kopen zonder dat hier budget voor voorzien is ?
Binnen welk actiepunt van het meerjaren plan past deze investering ?
Hoe past dit binnen de bouwstop ?
Kan dit geld niet beter geïnvesteerd worden in publieke recreatie zoals een skatepark op reeds aangekochte grond ?
Schepen Geert Laureys antwoordt hierop als volgt: