Schrijven van de FOD Binnenlandse Zaken houdende aanpassing van de tarieven van de elektronische identiteitskaarten en -documenten vanaf 1 januari 2024.
Voor de afgifte van administratieve stukken is het billijk een gemeentebelasting te heffen, die in verhouding staat tot het werk dat nodig is voor deze afgifte. In sommige gevallen komt deze gemeentebelasting bovenop de kostprijs die door de hogere overheid wordt aangerekend aan de gemeente (identiteitskaarten, vreemdelingenkaarten, Kids-ID, paspoorten, rijbewijzen, ...).
De financiële toestand van de gemeente.
Artikel 40 en 41, 14° van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen.
Artikel 170 §4 van de Grondwet.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.
De Omzendbrief KB ABB 2019/2 over de gemeentefiscaliteit.
Het Ministerieel Besluit van 15 maart 2013 tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten, de elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar en de kaarten en verblijfsdocumenten, afgeleverd aan vreemde onderdanen, waarbij de bijlage is gewijzigd bij ministerieel besluit van 28 oktober 2019.
De omzendbrief van 12 september 2017 met betrekking tot voornoemd Ministerieel besluit van 15 maart 2013.
Budgetcode 0020/73150000 van het overig beleid.
Artikel 0. Opheffing
Het besluit van de gemeenteraad van 17 november 2022 met betrekking tot de gemeentebelasting op de afgifte van administratieve stukken wordt opgeheven vanaf 1 januari 2024.
Artikel 1. Heffingsperiode en belastbaar feit
Er wordt van 1 januari 2024 tot 31 december 2025 een gemeentebelasting gevestigd op het afleveren door het gemeentebestuur van hierna bepaalde administratieve stukken.
Artikel 2. Belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon aan wie het stuk door het gemeentebestuur op aanvraag of ambtshalve wordt afgeleverd.
Artikel 3. Tarief
Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld als volgt:
1) Het bedrag van de belasting met betrekking tot de afgifte van de elektronische identiteitskaart en de afgifte van kaarten en verblijfsdocumenten aan vreemde onderdanen wordt als volgt vastgesteld:
Het bedrag van de belasting met betrekking tot de afgifte van de elektronische kidskaart wordt als volgt vastgesteld:
Het bedrag van de belasting met betrekking tot het aanvragen van nieuwe pin- en puk codes door de inwoners wordt vastgesteld op € 5 per aanvraag (aanvragen van codes van nieuwe kaarten zijn gratis).
2) Afgifte van paspoorten:
Paspoort of reisdocument voor meerderjarigen (+18 jr.)
Paspoort of reisdocument voor minderjarigen (-18 jr.)
3) Genealogische opzoekingen en/of opzoekingen stamboom : € 100 per halve dag opzoeking
4) Trouwboekje of duplicaat trouwboekje : € 2
5) Aflevering conformiteitsattest volgens het Besluit van de Vlaamse Regering van 11 september 2020 tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen (VCW) van 2021:
€ 90,00 euro voor een zelfstandige woning
€ 90,00 euro voor een kamerwoning, verhoogd met 15 euro per kamer, met een maximum van 1.775 euro per gebouw
Deze bedragen worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex. Het aanvangsindexcijfer is het indexcijfer van december 2022. Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer van de maand december van het jaar die de tariefaanpassing voorafgaat.
Indien de burgemeester de afgifte van het conformiteitsattest weigert, is de aanvrager de belasting eveneens verschuldigd.
6) Het bedrag van de belasting met betrekking tot de afgifte van het rijbewijs in bankkaartmodel (project Mercurius) en het internationaal rijbewijs wordt vastgesteld op € 25;
Artikel 4. Vrijstellingen
Worden van de belasting vrijgesteld: de stukken die krachtens een wet, een decreet, een koninklijk besluit of gelijk welk reglement van een administratieve overheid door het gemeentebestuur kosteloos moeten worden afgeleverd.
Artikel 5. Betalingswijze
De belasting moet bij de afgifte van het stuk contant worden betaald, tegen afgifte van een betalingsbewijs. Ingeval het gevraagde document niet onmiddellijk kan worden afgeleverd is de belasting verschuldigd bij de aanvraag, tegen afgifte van een betalingsbewijs.
Als de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting een kohierbelasting.
Artikel 6. Bezwaar
§1. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen deze belasting bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen dat handelt als administratieve overheid.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend, binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de contante inning, de datum van verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag.
§2. Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Artikel 7. Algemene bepalingen
De vestiging en de invordering van de belasting, alsook de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Artikel 8.
Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2024 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
De bekendmaking van dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.