Terug
Gepubliceerd op 27/09/2021

Notulen  Raad voor maatschappelijk welzijn

do 24/06/2021 - 20:00 digitaal met livestream
  • Openbaar

    • notulen

      • Goedkeuring notulen vorige zitting.

        Aanwezig: Bruno Peeters, voorzitter
        Kurt Ryon, Burgemeester
        Wim Mombaerts, Jelle Mombaerts, Geert Laureys, Marleen Ral, Liesbeth Degrève, leden Vast Bureau
        Karel Servranckx, Clémence Maes, Jan Van hoof, Rudy Peeters, Gilbert Jaspers, Sandra Ceuleers, Werner Vanderborght, Peggy Lepage, Ann Goovaerts, Alen Cilic, Yvette Van Daele, Griet Deroover, Arlette Verboomen, Christiana Willekens, Raadsleden
        Heidi Abeloos, Algemeen directeur
        Verontschuldigd: Annie Berckmans, Hannelore Velaerts, Raadsleden
        aanleiding

        De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van verslag van de zitting van 29 april.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Bruno Peeters, Kurt Ryon, Wim Mombaerts, Jelle Mombaerts, Geert Laureys, Marleen Ral, Liesbeth Degrève, Karel Servranckx, Clémence Maes, Jan Van hoof, Rudy Peeters, Gilbert Jaspers, Sandra Ceuleers, Werner Vanderborght, Peggy Lepage, Ann Goovaerts, Alen Cilic, Yvette Van Daele, Griet Deroover, Arlette Verboomen, Christiana Willekens, Heidi Abeloos
        Voorstanders: Bruno Peeters, Kurt Ryon, Wim Mombaerts, Jelle Mombaerts, Geert Laureys, Marleen Ral, Liesbeth Degrève, Karel Servranckx, Clémence Maes, Jan Van hoof, Rudy Peeters, Gilbert Jaspers, Sandra Ceuleers, Werner Vanderborght, Peggy Lepage, Ann Goovaerts, Alen Cilic, Yvette Van Daele, Griet Deroover, Arlette Verboomen, Christiana Willekens
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        besluit

        De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de verslag van de vorige zitting van 29 april 2021 goed.

    • personeel

      • Flexpunt service via Poolstok

        Aanwezig: Bruno Peeters, voorzitter
        Kurt Ryon, Burgemeester
        Wim Mombaerts, Jelle Mombaerts, Geert Laureys, Marleen Ral, Liesbeth Degrève, leden Vast Bureau
        Karel Servranckx, Clémence Maes, Jan Van hoof, Rudy Peeters, Gilbert Jaspers, Sandra Ceuleers, Werner Vanderborght, Peggy Lepage, Ann Goovaerts, Alen Cilic, Yvette Van Daele, Griet Deroover, Arlette Verboomen, Christiana Willekens, Raadsleden
        Heidi Abeloos, Algemeen directeur
        Verontschuldigd: Annie Berckmans, Hannelore Velaerts, Raadsleden
        aanleiding

        De gemeente Steenokkerzeel heeft momenteel een paar vacatures die niet ingevuld geraken ondanks het feit dat deze reeds een paar keer gepubliceerd zijn (schoonma(a)k(st)ers zowel voor de gemeente als voor tewerkstelling bij de thuiszorgdiensten van het OCMW, ...)
        Soms dient een functie ook dringend ingevuld te worden (bv. door ziekte van in dienst zijnde werknemer) en verliest men heel wat tijd met procedure op te starten.
        In deze gevallen kan er dan beroep gedaan worden op uitzendarbeid.

        Door de zesde staatshervorming hebben de gemeenschappen en gewesten de bevoegdheid gekregen om de procedures, voorwaarden en regels vast te leggen volgens dewelke er een beroep kan worden gedaan op uitzendarbeid in de Vlaamse overheidsdiensten en de lokale besturen. Vlaanderen heeft met het decreet van 27 april 2018 betreffende de uitzendarbeid in de Vlaamse overheidsdiensten en de lokale besturen uitwerking gegeven aan deze bevoegdheid.

        feiten, context, argumentatie
        Wat is uitzendarbeid
        Bij uitzendarbeid wordt een uitzendkracht in dienst genomen door een uitzendbureau om tewerkgesteld te worden bij een bestuur dat een tijdelijke werkkracht nodig heeft.
        Er zijn bij uitzendarbeid twee werkgevers:
        • Juridische werkgever: het uitzendkantoor is de juridische werkgever en is belast met onder andere de loonadministratie. De uitzendkracht moet het kantoor op de hoogte brengen bij ziekte. Het bestuur waar de uitzendkracht aan de slag is moet zijn prestaties doorgeven aan het uitzendkantoor.
        • Feitelijke werkgever: tijdens de opdracht staat een uitzendkracht onder het gezag, de leiding en het toezicht van het bestuur waar de uitzendkracht aan de slag gaat. Het bestuur geeft instructies over het uit te voeren werk en staat in voor de toepassing van de regels rond arbeidsduur en arbeidsveiligheid. Een uitzendkracht moet zich aan dezelfde regels houden als een vaste werknemer en heeft dezelfde rechten en plichten (o.a. wat betreft het nemen van een pauze, …). Het bestuur draagt de verantwoordelijkheid voor het welzijn van de uitzendkracht en voor de daden van de uitzendkracht.
        Voor wie.
        Uitzendarbeid is mogelijk bij deze lokale besturen:
        1. De provincies en de publiekrechtelijke agentschappen die ervan afhangen, dit wil zeggen de autonome provinciebedrijven
        2. De gemeenten, de OCMW’s, de openbare instellingen en publiekrechtelijke agentschappen en verenigingen die ervan afhangen, dit wil zeggen de autonome gemeentebedrijven, de autonome gemeentelijke havenbedrijven, de welzijnsverenigingen en de autonome verzorgingsinstellingen
        3. De intergemeentelijke samenwerkingsverbanden
        4. De openbare instellingen van de erkende erediensten, zoals vermeld in het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
        Wanneer .
        Uitzendarbeid is maar mogelijk als de raad voor maatschappelijk welzijn eerst beslist heeft in welke van de hierna volgende gevallen men een beroep wil doen op uitzendarbeid, en dit binnen de krijtlijnen van het decreet.
        De raad stelt ook de nadere regels vast.
        Het uitvoerend orgaan van het bestuur is bevoegd om binnen die regels uitzendkrachten in dienst te nemen.
        Voorafgaand moet het bestuur de representatieve vakorganisaties op de hoogte brengen van de geplande aanneming van uitzendkrachten.  Deze kennisgeving moet in ieder geval plaatsvinden voordat een
        uitzendkracht aan de slag gaat. Er is hierbij geen goedkeuring van de vakorganisaties vereist.
         
        Vormen van uitzendarbeid
        1. Tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid van wie de arbeidsovereenkomst is geschorst.
          Een arbeidsovereenkomst wordt geschorst als de functiehouder vanwege ziekte of bepaalde vormen van verlof de functie tijdelijk niet meer kan uitoefenen.
          Bij schorsing van de arbeidsovereenkomst gaat het om voltijdse afwezigheden.
          Bij deeltijds werken of een deeltijdse werkhervatting na ziekte is vervanging door een uitzendkracht niet mogelijk.
          De volgende schorsingsgronden zijn mogelijk: arbeidsongeschiktheid die het gevolg is van ziekte of ongeval, moederschapsverlof, jaarlijkse vakantie, voltijdse loopbaanonderbreking (ouderschapsverlof, palliatief verlof, verlof voor medische bijstand of verzorging van een familielid of gezinslid dat zwaar ziek is), voltijds zorgkrediet, voltijds onbetaald verlof.
        2. Tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid van wie de arbeidsovereenkomst is beëindigd
        3. Tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid met deeltijdse loopbaanonderbreking of met vermindering van de arbeidsprestaties in het kader van het zorgkrediet
        4. Tijdelijke vervanging van een ambtenaar die zijn ambt niet of slechts deeltijds uitoefent. Onder dit punt wordt een statutair personeelslid bedoeld dat zijn ambt niet of enkel deeltijds uitoefent omwille van arbeidsongeschiktheid ten gevolge van ziekte of ongeval, moederschapsverlof, jaarlijkse vakantie, loopbaanonderbreking, zorgkrediet, onbetaald verlof.
        5. Een tijdelijke vermeerdering van werk
        6. In het kader van tewerkstellingstrajecten
        7. Voor artistieke prestaties of artistieke werken

        Uitzendarbeid is niet mogelijk

        • met het oog op instroom.
        • om een staking of lockdown op te vangen.
        Kostprijs.
        De kostprijs voor uitzendarbeid wordt grotendeels bepaald door de coëfficiënt die het uitzendkantoor aanrekent.
        Deze coëfficiënt is een percentage van het brutoloon van de functie die je met uitzendarbeid invult.
        Zo kan een tijdelijke bediende bijvoorbeeld 1,60 (dit is de coëfficiënt) keer het brutoloon kosten.
        Deze coëfficiënt wordt grotendeels bepaald door het profiel dat je zoekt. Een uitzendkantoor zal meestal een hogere coëfficiënt vragen voor een moeilijker te vinden profiel.

        Hoe lang?
        Voor elke vorm van arbeid is uitzendarbeid toegelaten voor een maximale periode van 12 maanden, met inbegrip van de eventuele verlengingen.
        Opeenvolgende dagcontracten zijn niet mogelijk.
        Het is echter mogelijk de decretale maximumduur in te perken. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn op grond van de aard van de tijdelijke vervanging, dan wel op basis van concrete behoeften/personeelsbeleid.
        Zo is het logisch dat de tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid van wie de arbeidsovereenkomst is geschorst niet langer kan zijn dan de periode waarvoor de schorsing werd opgelegd.
        Een analoge redenering geldt met betrekking tot de uitzendarbeid als tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid met deeltijdse loopbaanonderbreking of met vermindering van arbeidsprestaties in het kader van het zorgkrediet.

        Rapportering .
        Het decreet bevat ook een artikel over de verplichte rapportering aan het plaatselijke Hoog Overlegcomité.
        Het lokaal bestuur moet namelijk jaarlijks globale informatie over de uitzendkrachten bezorgen aan het plaatselijk Hoog Overlegcomité.
        Onder globale informatie over de uitzendkrachten moet het volgende worden verstaan:
        1. per categorie het aantal uitzendkrachten en de uren die ze gepresteerd hebben
        2. de totale kostprijs van de uitzendkrachten.
         
        Rechtspositieregeling van toepassing?
        Omdat uitzendkrachten geen personeelsleden zijn van het lokaal bestuur, vallen zij niet onder zijn rechtspositieregeling.
        juridische overwegingen
        • Het Decreet van 27 april 2018 betreffende de uitzendarbeid in de Vlaamse Overheidsdiensten en de lokale besturen.
        • Artikelen 4 en 6 van het voornoemd Decreet van 27 april 2018 op grond waarvan de  gemeenteraad bevoegd is om te bepalen welke vormen van uitzendarbeid mogelijk zijn binnen de krijtlijnen van dit decreet.
        • De wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.
        • Het Koninklijk Besluit van 7 december 2018 inzake de definiëring van uitzonderlijk werk in uitvoering van artikel 1, § 4 van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers.
        Publieke stemming
        Aanwezig: Bruno Peeters, Kurt Ryon, Wim Mombaerts, Jelle Mombaerts, Geert Laureys, Marleen Ral, Liesbeth Degrève, Karel Servranckx, Clémence Maes, Jan Van hoof, Rudy Peeters, Gilbert Jaspers, Sandra Ceuleers, Werner Vanderborght, Peggy Lepage, Ann Goovaerts, Alen Cilic, Yvette Van Daele, Griet Deroover, Arlette Verboomen, Christiana Willekens, Heidi Abeloos
        Voorstanders: Bruno Peeters, Kurt Ryon, Wim Mombaerts, Jelle Mombaerts, Geert Laureys, Marleen Ral, Liesbeth Degrève, Karel Servranckx, Clémence Maes, Jan Van hoof, Rudy Peeters, Gilbert Jaspers, Sandra Ceuleers, Werner Vanderborght, Peggy Lepage, Ann Goovaerts, Alen Cilic, Yvette Van Daele, Griet Deroover, Arlette Verboomen, Christiana Willekens
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        besluit
        1. De Raad voor Maatschappelijk Welzijn verklaart zich akkoord dat er een beroep kan gedaan worden op uitzendarbeid overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten opgenomen vervat in dit besluit met het oog op
          • de tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid van wie de arbeidsovereenkomst is geschorst
          • de tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid van wie de arbeidsovereenkomst is beëindigd
          • de tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid met deeltijdse loopbaanonderbreking of met vermindering van arbeidsprestaties in het kader van het zorgkrediet
          • de tijdelijke vervanging van een ambtenaar die zijn ambt niet of slechts tijdelijk uitoefent
          • een tijdelijke vermeerdering van werk
          • uitvoering van uitzonderlijk werk (cfr. document 'Wettelijk kader waarbinnen uitzendarbeid mogelijk is binnen lokale besturen' en artikel 2 van het Koninklijk Besluit van 7 december 2018 inzake de definiëring van uitzonderlijk werk)
            Onder de uitvoering van uitzonderlijk werk worden de volgende werkzaamheden verstaan, voor zover zij niet behoren tot de gewone bedrijvigheden van de werkgever (gebruiker):
            • de werkzaamheden in verband met de voorbereiding, de werking en de voltooiing van jaarbeurzen, salons, congressen, studiedagen, seminaries, openbare manifestaties, stoeten, tentoonstellingen, recepties, marktstudies, enquêtes, verkiezingen, speciale promoties, vertalingen en verhuizingen.
            • het lossen van vrachtwagens of andere vervoersmiddelen.
            • het secretariaatswerk in het kader van de ontvangst en het verblijf van tijdelijke buitenlandse delegaties.
            • de werkzaamheden met het oog op kortstondige uitvoering van gespecialiseerde opdrachten die een bijzondere beroepsbekwaamheid vereisen.
            • de arbeid om het hoofd te bieden aan een voorgekomen of dreigend ongeval en de dringende arbeid aan machines of materieel.
            • de werken die betrekking hebben op het opstellen van een inventaris of een balans.
        2. Er kan slechts een beroep gedaan worden op uitzendarbeid indien voldaan is aan onderstaande voorwaarden:
          • er geen actieve wervingsreserve is voor de betrokken functie, of de bestaande wervingsreserve levert geen beschikbare kandidaat.
          • er kan - gezien het dringend karakter - geen aanwervingsprocedure doorlopen worden.
          • een bevraging van personeelsleden met een deeltijdse arbeidsovereenkomst of deeltijdse opdracht leverde geen beschikbare kandidaat op (tijdelijke uitbreiding arbeidsovereenkomst of opdracht).
          Indien duidelijk is dat er gedurende langere tijd een tijdelijk personeelslid nodig is, zal tijdens de looptijd van de uitzendarbeid een aanwervingsprocedure opgestart worden.
          De uitzendarbeid wordt voor een termijn van maximaal 6 maanden gebruikt. Deze termijn kan maximaal 2 maal verlengd worden met een periode van 3 maanden, op voorwaarde dat het motief nog steeds bestaat en er redelijkerwijze geen aanwervingsprocedure kon gevoerd worden of deze geen resultaat opleverde.
        3. Uitzendkrachten kunnen niet tewerkgesteld worden met opeenvolgende dagcontracten. Er kan geen gebruik gemaakt worden van uitzendarbeid bij staking of lockdown.
        4. De Raad voor Maatschappelijk Welzijn stelt de vakorganisaties in kennis van het feit dat een uitzendkracht zijn werk binnen het bestuur zal aanvatten:
          • uiterlijk op de eerste dag van tewerkstelling van de uitzendkracht, evenals bij aanvang van elke verlenging.
          • via e-mail, met vermelding van het motief, de functie, de verwachte duur van tewerkstelling en het uitzendkantoor dat zal optreden als werkgever.
          Dit betreft een informatieplicht en dient geen goedkeuring van de vakorganisaties te dragen.
        5. In het eerste hoog overlegcomité van het kalenderjaar bezorgt het OCMW de globale informatie over de inzet van uitzendkrachten in het voorafgaande kalenderjaar.
          Deze informatie bevat minstens:
          • per motief het aantal uitzendkrachten en de uren die ze gepresteerd hebben.
          • de totale kostprijs van de uitzendkrachten.
        6. De aanstelling van het uitzendbureau/de uitzendbureaus met wie de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid in uitvoering van onderhavig besluit wordt gesloten, wordt toevertrouwd aan Poolstok.

         

    • sociale dienst

      • thuisdiensten

        • Aanpassing reglement klusjesdienst

          Aanwezig: Bruno Peeters, voorzitter
          Kurt Ryon, Burgemeester
          Wim Mombaerts, Jelle Mombaerts, Geert Laureys, Marleen Ral, Liesbeth Degrève, leden Vast Bureau
          Karel Servranckx, Clémence Maes, Jan Van hoof, Rudy Peeters, Gilbert Jaspers, Sandra Ceuleers, Werner Vanderborght, Peggy Lepage, Ann Goovaerts, Alen Cilic, Yvette Van Daele, Griet Deroover, Arlette Verboomen, Christiana Willekens, Raadsleden
          Heidi Abeloos, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Annie Berckmans, Hannelore Velaerts, Raadsleden
          aanleiding

          De aanpassing van het uurrooster van de klusjesmannen en de aanstelling van een nieuwe klusjesman.

          feiten, context, argumentatie

          Vooreerst werd er eind 2020 beslist om per 1 januari 2021 de werkroosters van de thuisdiensten, waaronder ook de klusjesdienst te wijzigen. Prestaties in de voormiddag zijn gelijk aan deze in de namiddag en dit gedurende heel de werkweek: 3u48 in de voormiddag, 3u48 in de namiddag.
          Wat het gebruik van werktuigen betreft: de klusjesdienst heeft zelf altijd al een aantal werktuigen in dienst gehad in het geval de klant zelf niet over het geschikte materiaal zou beschikken. Bij het gebruik van het materiaal van de klant weten we niet altijd of dat nog voldoet aan de normen qua veiligheid. Jaren geleden werd dan beslist, wanneer het materiaal gebruikt (enkele voor elektrisch of gemotoriseerd materiaal) werd van het OCMW, €2,5 extra aan te rekenen op de eindfactuur.
          In samenspraak met de dienst preventie wordt er nu voor gekozen om alleen nog te werken met het materiaal van het OCMW. Er werden een aantal toestellen vernieuwd en extra aangekocht. Nu beschikken we van elk toestel over een technische fiche en is alles goedgekeurd bij indienstelling. Uiteraard is daar een kostenplaatje aan verbonden. De toestellen vragen ook jaarlijks onderhoud.

          Om die kosten te kunnen aanrekenen is het voorstel om de bijdragen te verhogen in plaats van voor elk toestel een supplement aan te rekenen. Dit ook om te vermijden dat mensen dan gaan zeggen dat ze zelf het materiaal hebben en niet wensen te betalen voor dat van het OCMW.

          Naast de wijziging betreffende de verhoging van de bijdrageschalen omwille van enkel inzet van eigen materiaal OCMW werden er nog een aantal andere aanpassingen aan het reglement aangebracht:

          • Specifieke verwijzing naar klusjes ook in de tuin
          • Uurrooster 3u48 i.p.v. 3u00 of 4u00 of 4u15
          • Geen gebruik van gevaarlijke producten of pesticiden
          • Bijzonder Comité Sociale Dienst i.p.v. Vast Bureau
          • Werkwijze facturatie recyclagepark
          • Voor het uitvoeren van kleine elektriciteitswerken zoals het herstellen van een stekker, een lichtpunt moet de klusjesman voortaan over de nodige attesten BA4 en BA5 beschikken.

          Het Vast Bureau ging tijdens de zitting van 31 mei 2021 principieel akkoord met de aanpassingen aan het reglement inzake klusjesdienst, waaronder ook de verhoging van de bijdrageschalen tussen de 7 euro en 14 euro i.p.v. tussen de 5 euro en 10 euro.



          juridische overwegingen
          • Het reglement goedgekeurd door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn in zitting van 20 mei 2014
          • Decreet lokaal bestuur 22 december 2017 en latere wijzigingen
          Publieke stemming
          Aanwezig: Bruno Peeters, Kurt Ryon, Wim Mombaerts, Jelle Mombaerts, Geert Laureys, Marleen Ral, Liesbeth Degrève, Karel Servranckx, Clémence Maes, Jan Van hoof, Rudy Peeters, Gilbert Jaspers, Sandra Ceuleers, Werner Vanderborght, Peggy Lepage, Ann Goovaerts, Alen Cilic, Yvette Van Daele, Griet Deroover, Arlette Verboomen, Christiana Willekens, Heidi Abeloos
          Voorstanders: Bruno Peeters, Kurt Ryon, Wim Mombaerts, Jelle Mombaerts, Geert Laureys, Marleen Ral, Liesbeth Degrève, Karel Servranckx, Clémence Maes, Jan Van hoof, Rudy Peeters, Gilbert Jaspers, Sandra Ceuleers, Werner Vanderborght, Peggy Lepage, Alen Cilic, Yvette Van Daele, Arlette Verboomen, Christiana Willekens
          Onthouders: Ann Goovaerts, Griet Deroover
          Resultaat: Met 19 stemmen voor, 2 onthoudingen
          besluit

          1. De Raad voor Maatschappelijk Welzijn neemt kennis van het gewijzigde reglement inzake klusjesdienst en gaat akkoord met de wijzigingen, waaronder ook de verhoging van de bijdrageschalen tussen de 7 euro en 14 euro i.p.v. tussen de 5 euro en 10 euro.

          2. Het reglement treedt in voege 5 dagen na publicatie.

    • financiën

      • Gemeente en OCMW Steenokkerzeel - jaarrekening 2020: vaststelling deel OCMW

        Aanwezig: Bruno Peeters, voorzitter
        Kurt Ryon, Burgemeester
        Wim Mombaerts, Jelle Mombaerts, Geert Laureys, Marleen Ral, Liesbeth Degrève, leden Vast Bureau
        Karel Servranckx, Clémence Maes, Jan Van hoof, Rudy Peeters, Gilbert Jaspers, Sandra Ceuleers, Werner Vanderborght, Peggy Lepage, Ann Goovaerts, Alen Cilic, Yvette Van Daele, Griet Deroover, Arlette Verboomen, Christiana Willekens, Raadsleden
        Heidi Abeloos, Algemeen directeur
        Verontschuldigd: Annie Berckmans, Hannelore Velaerts, Raadsleden
        feiten, context, argumentatie

        De jaarrekening van gemeente en OCMW voor het jaar 2020 wordt ter vaststelling voorgelegd. Dit is de eerste geïntegreerde jaarrekening die wordt opgemaakt voor gemeente en OCMW samen volgens de zogenaamde BBC2020 regels.
        De rekening bestaat uit een beleidsevaluatie, een financiële nota, alsook een toelichting bij de jaarrekening en een aantal bijlagen. Tevens zijn ook een aantal grafieken m.b.t. 2020 evenals een aantal vergelijkingen met voorgaande jaren opgenomen in de bijlagen bij de jaarrekening.
        De samenvattende gegevens van de balans, de staat van opbrengsten en kosten alsook de staat van het financieel evenwicht van de jaarrekening zijn in bijlage bij dit besluit opgenomen.

        De raad moet jaarlijks ook - in consensus met de gemeenteraad - de tussenkomst van de gemeente in het tekort van het OCMW bepalen. Er wordt voorgesteld om dit bedrag voor 2020 te bepalen op 252.425 EUR, zijnde het negatief saldo van het gecumuleerd budgettair resultaat van het OCMW voor 2020.

        juridische overwegingen

        Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 260 en 261.
        Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
        Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Bruno Peeters, Kurt Ryon, Wim Mombaerts, Jelle Mombaerts, Geert Laureys, Marleen Ral, Liesbeth Degrève, Karel Servranckx, Clémence Maes, Jan Van hoof, Rudy Peeters, Gilbert Jaspers, Sandra Ceuleers, Werner Vanderborght, Peggy Lepage, Ann Goovaerts, Alen Cilic, Yvette Van Daele, Griet Deroover, Arlette Verboomen, Christiana Willekens, Heidi Abeloos
        Voorstanders: Bruno Peeters, Kurt Ryon, Wim Mombaerts, Jelle Mombaerts, Geert Laureys, Marleen Ral, Liesbeth Degrève, Clémence Maes, Jan Van hoof, Rudy Peeters, Gilbert Jaspers, Sandra Ceuleers, Werner Vanderborght, Peggy Lepage, Ann Goovaerts, Yvette Van Daele, Griet Deroover, Christiana Willekens
        Onthouders: Karel Servranckx, Alen Cilic, Arlette Verboomen
        Resultaat: Met 18 stemmen voor, 3 onthoudingen
        besluit

        1. Het deel OCMW van de jaarrekening 2020 van gemeente en OCMW Steenokkerzeel wordt vastgesteld.

        2. Het bedrag van de tussenkomst van de gemeente in het tekort van het OCMW wordt voor 2020 bepaald op 252.425 EUR, zijnde het negatief saldo van het gecumuleerd budgettair resultaat van het OCMW voor 2020.

         

        Bijlagen:

        1. Geïntegreerde balans:

        Actief   Passief  
        Vlottende activa 18.289.202 Schulden 12.888.586
        Vaste activa 64.868.969 Nettoactief 70.269.586
        Totaal activa 83.158.172 Totaal passiva 83.158.172

         

        2. Geïntegreerde staat van opbrengsten en kosten:

        Totaal kosten 21.446.958
        Totaal opbrengsten 22.004.411
        Overschot van het boekjaar 557.453

         

        3. Staat van het financieel evenwicht van de geïntegreerde jaarrekening:

         

         

        Budgettair resultaat

        Jaarrekening

        Meerjarenplan

        I. Exploitatiesaldo

        3.827.347

        2.224.818

        a. Ontvangsten

        21.690.210

        21.357.656

        b. Uitgaven

        17.862.863

        19.132.838

        II. Investeringssaldo

        -2.757.726

        -3.227.326

        a. Ontvangsten

        983.567

        2.522.191

        b. Uitgaven

        3.741.294

        5.749.517

        III. Saldo exploitatie en investeringen

        1.069.620

        -1.002.508

        IV. Financieringssaldo

        -1.381.452

        -1.409.316

        a. Ontvangsten

        72.473

        74.610

        b. Uitgaven

        1.453.925

        1.483.926

        V. Budgettair resultaat van het boekjaar

        -311.832

        -2.411.825

        VI. Gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar

        16.525.168

        16.525.168

        VII. Gecumuleerd budgettair resultaat

        16.213.336

        14.113.343

        VIII. Onbeschikbare gelden

        0

        0

        IX. Beschikbaar budgettair resultaat

        16.213.336

        14.113.343

         

        Autofinancieringsmarge

        Jaarrekening

        Meerjarenplan

        I. Exploitatiesaldo

        3.827.347

        2.224.818

        II. Netto periodieke aflossingen

        1.372.481

        1.370.345

        a. Periodieke aflossingen conform de verbintenissen

        1.444.954

        1.444.955

        b. Periodieke terugvordering leningen

        72.473

        74.610

        III. Autofinancieringsmarge

        2.454.865

        854.472

         

        Gecorrigeerde Autofinancieringsmarge

        Jaarrekening

        Meerjarenplan

        I. Autofinancieringsmarge

        2.454.865

        854.472

        II. Correctie op de periodieke aflossingen

        660.091

        544.495

        a. Periodieke aflossingen conform de verbintenissen

        1.444.954

        1.444.955

        b. Gecorrigeerde aflossingen o.b.v. de financiële schulden

        784.863

        900.460

        III. Gecorrigeerde autofinancieringsmarge

        3.114.956

        1.398.968

         

         

         

         

        Geconsolideerd financieel evenwicht

        Jaarrekening

        Meerjarenplan

        I. Beschikbaar budgettair resultaat

         

         

        - Gemeente en OCMW

        16.213.336

        14.113.343

        - Autonoom gemeentebedrijf

        53.195

        81.826

        Totaal beschikbaar budgettair resultaat

        16.266.531

        14.195.169

        II. Autofinancieringsmarge

         

         

        - Gemeente en OCMW

        2.454.865

        854.472

        - Autonoom gemeentebedrijf

        -31.867

        -3.236

        Totale Autofinancieringsmarge

        2.422.998

        851.237

        III. Gecorrigeerde autofinancieringsmarge

         

         

        - Gemeente en OCMW

        3.114.956

        1.398.968

        - Autonoom gemeentebedrijf

        -189.255

        -158.713

        Totale gecorrigeerde autofinancieringsmarge

        2.925.701

        1.240.255

         

         

         

    • bijkomende agendapunten

      • Vraagstelling over de volgende conciërge in de assistentiewoningen ‘De Esdoorn’. (LVB-fractie)

        Aanwezig: Bruno Peeters, voorzitter
        Kurt Ryon, Burgemeester
        Wim Mombaerts, Jelle Mombaerts, Geert Laureys, Marleen Ral, Liesbeth Degrève, leden Vast Bureau
        Karel Servranckx, Clémence Maes, Jan Van hoof, Rudy Peeters, Gilbert Jaspers, Sandra Ceuleers, Werner Vanderborght, Peggy Lepage, Ann Goovaerts, Alen Cilic, Yvette Van Daele, Griet Deroover, Arlette Verboomen, Christiana Willekens, Raadsleden
        Heidi Abeloos, Algemeen directeur
        Verontschuldigd: Annie Berckmans, Hannelore Velaerts, Raadsleden
        aanleiding

        Alen Cilic geeft toelichting over dit agendapunt :

        Enige tijd geleden is de persoon – die tot dan de taak van conciërge waarnam in de assistentiewoningen De Esdoorn – verhuisd. Aangezien er in deze assistentiewoningen wel degelijke enige vorm van assistentie aanwezig dient te zijn, vroegen wij ons af hoe dit in de tussentijd wordt opgevangen en wie in de toekomst deze taak op zich zal nemen of hoe dit geregeld zal worden?

        besluit

        Schepen Liesbeth Degrève antwoordt als volgt:

        • eind april is er een bewonersvergadering geweest, waar er toelichting is gegeven hierover en afspraken werden gemaakt;
        • de conciërge wordt niet vervangen, maar de taken worden opgevangen door eind april, bv. spreekuur van een maatschappelijk werker, een klusjesman, een poetshulp ... Problemen kunnen telefonisch gemeld worden;
        • het alarmsysteem blijft in voege voor crisiszorg;
        • een conciërge is geen wettelijke verplichting.
         

Namens Raad voor maatschappelijk welzijn,

Heidi Abeloos
Algemeen directeur

Bruno Peeters
voorzitter