De gemeenteraad neemt kennis van het verslag van de vorige zitting.
De gemeenteraad keurt het verslag van de vorige zitting goed.
Het nieuwe Vastgoedinformatieplatform van het Agentschap Digitaal Vlaanderen.
Notarissen en vastgoedmakelaars kunnen informatie over onroerende goederen bij de gemeente aanvragen;
De gemeente vindt het belangrijk dat potentiële kopers met kennis van zaken een beslissing kunnen nemen over een onroerend goed;
Gemeenten zijn op zoek naar mogelijkheden om informatie over onroerende goederen efficiënter en veiliger te delen;
Gemeenten werken samen met het agentschap Digitaal Vlaanderen om een Vastgoedinformatieplatform te ontwikkelen en om in een testfase te onderzoeken hoe informatie over onroerende goederen op een efficiënte en uniforme wijze kan worden ter beschikking gesteld;
Het Vastgoedinformatieplatform is een elektronisch informatiesysteem voor de ontsluiting, samenvoeging en veilige gegevensdeling van vastgoedinformatie en vastgoeddossiers tussen bronhouders en aanvragers, zoals in eerste instantie notarissen en vastgoedmakelaars;
De gemeente kan via het Vastgoedinformatieplatform de door aanvragers, zoals in eerste instantie notarissen en vastgoedmakelaars, aangevraagde vastgoedinformatie verzamelen en de vastgoeddossiers volledig digitaal ontsluiten;
Het verzamelen en ontsluiten, via het Vastgoedinformatieplatform, van vastgoeddossiers op verzoek van aanvragers, zoals in eerste instantie notarissen en vastgoedmakelaars, brengt voor de gemeente een administratieve last en bijhorende kost met zich mee;
De gemeente Steenokkerzeel wenst de kost voor het verzamelen van vastgoedinformatie en het ontsluiten van vastgoeddossiers op de aanvrager ervan te verhalen. Deze kost dient in verhouding te zijn met de geleverde prestaties, hiertoe dient en nieuw retributiereglement te worden opgesteld en goedgekeurd;
De Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) en de door haar erkende sociale huisvestingsmaatschappijen hebben een sociale inslag: de terbeschikkingstelling van woningen aan personen met een laag inkomen staat hier voorop;
De noodzaak om het budget en de financiële toestand van de gemeente in evenwicht te houden.
Artikel 173, van de Grondwet;
Artikel 40, §3, van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Artikelen 5.2.1, 5.2.5, 5.2.6 en 5.2.7 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009;
De gemeenteraad keurt de aansluiting bij het Vastgoedinformatieplatform en de gemeentelijke retributie voor het verstrekken van deze vastgoedinformatie goed:
Artikel 1 - Definities
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
1° vastgoedinformatie: gebouw-, grond- of omgevingsgebonden gegevens inzake een onroerend goed, inclusief informatie met betrekking tot het juridische, administratieve of fysieke statuut van dit onroerend goed;
2° lokale gegevensbron: vastgoedinformatie die een gemeente of de rechtspersonen die ervan afhangen, beheert;
3° centrale gegevensbron: vastgoedinformatie die een Vlaamse instantie of een externe overheid beheert;
4° Vastgoedinformatieplatform of VIP: elektronisch informatiesysteem voor de ontsluiting, samenvoeging en veilige gegevensdeling van vastgoedinformatie tussen aanleverende entiteiten en aanvragers;
5° vastgoeddossier: de combinatie van verschillende datasets, samengesteld uit vastgoedinformatie met betrekking tot een perceel, of een onderdeel, die op aanvraag wordt ontsloten door de aanleverende entiteit, door Digitaal Vlaanderen wordt samengevoegd en door de lokale overheid ter beschikking wordt gesteld aan de aanvrager;
6° externe overheid: overheidsinstanties, vermeld in artikel I.3, 8° van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
7° Vlaamse instantie: elk van de volgende overheidsinstanties:
a) de instanties van de Vlaamse overheid, vermeld in artikel I.3, 1°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
b) de instellingen met een publieke taak, vermeld in artikel I.3, 6°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018, voor zover ze afhangen van de Vlaamse overheid of van een of meer andere instellingen met een publieke taak die afhangen van de Vlaamse overheid;
c) de instanties van de Vlaamse overheid, vermeld in artikel I.3, 7°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
8° aanvrager: de notaris of vastgoedmakelaar die in het kader van zijn beroepsactiviteiten of taken van algemeen belang die bij of krachtens een supranationale of wetskrachtige norm bepaalde vastgoedinformatie nodig heeft en daartoe een aanvraag via het VIP doet;
9° algemene verordening gegevensbescherming: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;
10° persoonsgegevens: de gegevens, vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming;
11° verwerking: een verwerking als vermeld in artikel 4, 2), van de algemene verordening gegevensbescherming;
12° verwerkingsverantwoordelijke: een verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming;
13° betrokkene: een betrokkene als vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming.
Artikel 2 - Algemeen
De gemeente Steenokkerzeel verzamelt de opgevraagde vastgoedinformatie uit lokale gegevensbronnen. De gemeente Steenokkerzeel doet een beroep op het VIP om vastgoedinformatie uit centrale gegevensbronnen op te halen en samen te voegen met het vastgoeddossier. De gemeente Steenokkerzeel stelt het vastgoeddossier via het Vastgoedinformatieplatform aan de aanvrager ter beschikking.
In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van het vastgoeddossier, verwerkt de gemeente die gegevens met als doeleinde om aanvragers samengevoegde vastgoedinformatie uit centrale en lokale gegevensbronnen ter beschikking te stellen in het kader van hun beroepsactiviteiten of in het kader van taken van algemeen belang die bij of krachtens een supranationale of wetskrachtige norm zijn bepaald.
Met ingang van 18 april 2023 wordt ten voordele van gemeente Steenokkerzeel een retributie geheven op aanvragen, gedaan via het Vastgoedinformatieplatform, tot het verkrijgen van het vastgoeddossier.
Artikel 3 - Verschuldigde
De retributie is verschuldigd door de aanvrager.
Artikel 4 - Bedrag
Het bedrag van de retributie wordt vastgelegd als volgt:
Voorwerp aanvraag |
Retributiebedrag |
Vastgoeddossier |
75 EUR |
De retributie dient per kadastraal perceel, waarvoor een aanvraag via het Vastgoedinformatieplatform wordt gedaan, te worden betaald.
De aflevertermijn voor het vastgoeddossier bedraagt maximum 30 dagen.
Artikel 5 - Vrijstellingen
Van de retributie worden vrijgesteld, de aanvragen:
- voor sociale huurwoningen door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) en de door haar erkende sociale huisvestingsmaatschappijen;
- van de openbare diensten van de federale staat, de gewesten en gemeenschappen, de provincie en de gemeenten.
Artikel 6 - Invorderingswijze
De onbetwiste en opeisbare retributie wordt bij niet-betaling ingevorderd conform artikel 177, tweede lid, van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
De betwiste en opeisbare retributie wordt bij niet-betaling burgerrechtelijk ingevorderd.
Artikel 7 - Verwerking van persoonsgegevens
§1. In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van het vastgoeddossier, treedt de gemeente Steenokkerzeel voor de doeleinden omschreven in artikel 2 op als verwerkingsverantwoordelijke.
§2. De gemeente verwerkt voor de doeleinden omschreven in artikel 2 persoonsgegevens met betrekking tot de volgende categorieën van betrokkenen:
§3. De gemeente verwerkt voor de doeleinden omschreven in artikel 2 volgende categorieën van persoonsgegevens:
§4. De gemeente Steenokkerzeel bewaart de persoonsgegevens die het verwerkt, niet langer dan noodzakelijk is om de doeleinden, vermeld in artikel 2, te bereiken en conform artikel III.87, §1 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018, of tot de betrokkene vraagt om de persoonsgegevens die gemeente Steenokkerzeel verwerkt, te verwijderen, conform de voorwaarden, vermeld in de algemene verordening gegevensbescherming. De archiveringstermijn van de persoonsgegevens bij de gemeente Steenokkerzeel bedraagt 3 jaar overeenkomstig de bepalingen van de Selectielijst voor Vlaamse gemeentearchieven.
§5. De gemeente Steenokkerzeel doet een beroep op agentschap Digitaal Vlaanderen voor de doeleinden omschreven in artikel 2. Agentschap Digitaal Vlaanderen treedt in dit kader op als verwerker van de gemeente Steenokkerzeel, die de verwerkingsverantwoordelijke is. De modaliteiten van de verwerking zijn geregeld in de verwerkingsovereenkomst die te vinden is in Bijlage 1.
Artikel 8 – Ondertekening
De vastgoeddossiers die de gemeente Steenokkerzeel via het Vastgoedinformatieplatform ter beschikking stelt, worden niet ondertekend aangezien het vastgoeddossier een louter informatief document betreft dat geen beleidsmatige stellingname inhoudt en niet kwalificeert als stuk of briefwisseling in de zin van artikel 279 van het Decreet lokaal bestuur.
Artikel 9 - Vervanging voorgaande reglementering
Dit reglement vervangt vanaf 18 april 2023 alle retributie- en belastingreglementen die betrekking hebben op vastgoeddossiers, die vanaf de bekendmaking van dit reglement kunnen worden aangevraagd via het Vastgoedinformatieplatform.
Artikel 10 - Bekendmaking
Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
De schepencolleges van Kampenhout, Steenokkerzeel en Zemst gingen in 2022 principieel akkoord met de opmaak van een uniform retributiereglement voor inname openbaar domein. Voor Steenokkerzeel betreft dit het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 23 mei 2022.
De gemeenten Kampenhout, Steenokkerzeel en Zemst hebben in overleg met politie Kastze een ontwerp van retributiereglement opgemaakt voor de inname van het openbaar domein.
Dit kadert in het meerjarenplan 2020-2025 onder Doelstelling 5. Participatieve en transparante gemeente - Actieplan AP-21: Optimaliseren van de dienstverlening en onder Doelstelling 6: Veilige en mobiele gemeente - Actieplan AP-22: Streven naar een gezonde, veilige en kwalitatieve leefomgeving in onze dorpen.
Voor de tijdelijke inname van het openbaar domein is toelating nodig van het lokaal bestuur.
Deze innames kunnen hinderlijk zijn voor de verkeersveiligheid en de netheid van het openbaar domein. Daarom worden deze innames het beste beperkt in tijd. Door het heffen van retributies kan dit worden afgedwongen.
Gunstig advies van het politiecollege en van de verkeerscel.
Het college van burgemeester en schepenen heeft op 30 januari 2023 de principiële goedkeuring van dit retributiereglement verdaagd omdat er nog verschillende vragen zijn.
De vragen en antwoorden - als bijlage.
Het college van burgemeester en schepenen heeft op 20 februari 2023 de principiële goedkeuring van dit retributiereglement goedgekeurd om door te verwijzen naar de gemeenteraad.
In overleg met de buurgemeenten werd de inwerkingtreding van het reglement verplaatst van 1 mei 2023 naar 1 juni 2023 zodat er genoeg tijd is voor de nodige instellingen en communicatie.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit.
Het besluit van de gemeenteraad van 28 maart 2019, houdende vaststelling van het begrip “dagelijks bestuur” in overeenstemming met artikel 41 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De ontvangsten van deze retributie zijn op dit ogenblik nog niet voorzien. De nodige budgetcode zal hiervoor nog voorzien worden.
1. Het retributiereglement voor de inname van openbaar domein wordt goedgekeurd. Dit retributiereglement - als bijlage - maakt integraal deel uit van dit besluit.
2. Dit reglement treedt in voege vanaf 1 juni 2023.
3. Dit besluit zal aangekondigd en bekendgemaakt worden volgens het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikels 287 en 288.
De gemeenteraad heeft in zitting van 18 september 2008:
De ontwerpopdracht voor deze opdracht werd gegund aan Sweco Belgium nv, Arenbergstraat 13, bus 1 te 1000 Brussel.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 6 april 2020 goedkeuring aan het voorontwerp voor deze opdracht tegen een geraamd bedrag van € 609 470,21 incl. btw.
In het kader van de opdracht “Riolerings- en wegeniswerken in de Boektsestraat, Mastboomlaan en Moorbosstraat” werd een bestek met nr. R/002761 (Fluvius) en nr. B207.107. (VMM) opgesteld door de ontwerper, Sweco Belgium nv, Arenbergstraat 13, bus 1 te 1000 Brussel.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 1 187 701,90 excl. btw of € 1 437 119,30 incl. 21% btw (€ 249 417,40 btw medecontractant) – aandeel gemeente.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.
Het betreft een gecombineerde opdracht voor rekening van verschillende entiteiten: Fluvius en de gemeente Steenokkerzeel, waarbij Fluvius optreedt als aanbesteder en in het algemeen belang wordt aangeduid om in gezamenlijke naam op te treden bij de plaatsing van de opdracht als opdrachtgevend bestuur.
De gemeenten die houder zijn van RI aandelen kunnen op het investeringsfonds beroep doen voor de financiering van volgende activiteiten:
De gemeente die voor een activiteit beroep wenst te doen op het investeringsfonds moet hierover een beslissing nemen vóór de aanbesteding van de werken. Op basis van de ingediende facturen zorgt Fluvius voor de financiering vanuit het investeringsfonds.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36, en meer bepaald artikels 2, 36° en 48 die een gezamenlijke realisatie van de opdracht in naam en voor rekening van meerdere aanbesteders toelaat.
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Het besluit van de gemeenteraad van 28 maart 2019, houdende vaststelling van het begrip “dagelijks bestuur” in overeenstemming met artikel 41 van het Decreet Lokaal Bestuur.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien op budgetcode 0200-00/22400007/BESTUUR/CBS/0/OW019 (actie ACT-122) van de investering 2023.
Het aandeel wegenis van het project “Riolerings- en wegeniswerken in de Boektsestraat, Mastboomlaan en Moorbosstraat” kan gedragen worden door het investeringsfonds. Het betreft het aandeel van de gemeente geraamd op € 1 187 701,90 excl. btw of € 1 437 119,30 incl. 21% btw (€ 249 417,40 btw medecontractant) dat zal geactualiseerd worden bij de eindafrekening (volgens inschrijving en uitzonderingen die niet in aanmerking komen).
1. Het bestek met nr. R/002761 (Fluvius) en nr. B207.107. (VMM) en de raming voor de opdracht “Riolerings- en wegeniswerken in de Boektsestraat, Mastboomlaan en Moorbosstraat”, opgesteld door de ontwerper, Sweco Belgium nv, Arenbergstraat 13, bus 1 te 1000 Brussel worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming – aandeel gemeente - bedraagt € 1 187 701,90 excl. btw of € 1 437 119,30 incl. 21% btw (€ 249 417,40 btw medecontractant).
2. Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.
3. De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau.
4. Akkoord om het aandeel wegenis van het project “Riolerings- en wegeniswerken in de Boektsestraat, Mastboomlaan en Moorbosstraat” te dragen door het investeringsfonds. Het betreft het aandeel van de gemeente geraamd op € 1 187 701,90 excl. btw of € 1 437 119,30 incl. 21% btw (€ 249 417,40 btw medecontractant) dat zal geactualiseerd worden bij de eindafrekening (volgens inschrijving en uitzonderingen die niet in aanmerking komen).
5. De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2023, op budgetcode 0200-00/22400007/BESTUUR/CBS/0/OW019 (ACT-122) voor wat betreft het resterende bedrag.
6. Dit besluit wordt overgemaakt aan Fluvius.
Steenokkerzeel ondertekende het Burgemeestersconvenant 2030 bij de gemeenteraadsbeslissing van 10 december 2020.
Steenokkerzeel ondertekende bij gemeenteraadsbeslissing van 23 september 2021 het Lokaal Energie- en Klimaatpact 1.0.
Steenokkerzeel heeft bij collegebeslissing van 5 december 2022 beslist het LEKP 2.0 niet te ondertekenen.
Steenokkerzeel keurde het klimaatactieplan 2030 goed bij gemeenteraadsbeslissing van 10 december 2022. Met dit actieplan streeft de gemeente naar een reductie van de uitstoot op haar grondgebied met -40% tegen 2030 ten opzichte van 2011, en het aanpassen van de gemeente aan hitte, droogte en wateroverlast.
Rapportering LEKP
Binnen het Lokaal Energie- en Klimaatpact moet een jaarlijkse inhoudelijke rapportering met betrekking tot de voorgang opgemaakt worden dat na voorleggen aan de gemeenteraad bij Agentschap Binnenlands Bestuur moet ingediend worden.
Voor de rapportering wordt gebruik gemaakt van het Lokaal Klimaatpactportaal, waar de Vlaamse overheid de monitoring van de doelstellingen bijhoudt, dit zowel op niveau van de gemeente als voor het volledige Vlaamse gewest: https://lokaalklimaatpact.be
Het LEKP heeft 17 doelstellingen tegen 2030, verdeeld over de algemene doelstellingen en 4 werven.
Via het Lokaal Klimaatpactportaal kan een LEKP-rapport bekomen worden per gemeente, dat de rapportering van deze doelstellingen bevat. Het LEKP-rapport voor Steenokkerzeel is opgenomen in bijlage.
Opgelet, dit gedownloade rapport is slechts een momentopname. De verschillende doelstellingen worden elk volgens verschillende tijdsintervallen geactualiseerd (zie verder voor meer uitleg over het klimaatpactportaal, de monitoring en de interpretatie van de cijfers).
Het meest recente rapport kan steeds gevonden worden via: https://lokaalklimaatpact.be/gemeente.html
Doelstellingen LEKP 1.0 :
Werf 1 vergroening:
Werf 2 energie:
Werf 3 mobiliteit:
Werf 4 droogte:
Algemene doelstellingen:
Bedoeling is dat de 4 werven gehaald worden tegen 2030, maar de gemeente kan zelf bepalen wat de eigen prioriteiten zijn en kiezen waar er eerst op ingezet wordt.
Monitoring en interpretatie van de cijfers
Voor de rapportering wordt gebruik gemaakt van het Lokaal Klimaatpactportaal, waar de Vlaamse overheid de monitoring van de doelstellingen bijhoudt, dit zowel op niveau van de gemeente als voor het volledige Vlaamse gewest: https://lokaalklimaatpact.be . Dit portaal werd ontsloten in de zomer van 2022.
Op https://www.lokaalklimaatpact.be/doelstellingen.html en in de tabel hieronder is per doelstelling opgenomen welke bron door het Pactportaal aangesproken worden voor de monitoring.
In de tabel staat ook vermeld met welke frequentie de bron informatie doorstuurt naar het klimaatpactportaal (wekelijks, maandelijks, jaarlijks, ...).
Voor sommige doelstellingen zijn er nog technische problemen bij de informatiestroom tussen de bron en het pactportaal, dit staat ook aangegeven in de tabel.
De taartdiagrammen in het klimaatpactportaal geven bijvolg niet 100% de realiteit weer.
Hierbij enkele bemerkingen:
Werf 1 & 4: Groenblauwpeil
Alle acties die gebeuren onder werf 1 (vergroening) en werf 4 (water) worden gemonitord via de nieuwe website groenblauwpeil.be.
Het groenblauwpeil werd gelanceerd in september 2021, het is een sensibiliserend instrument van het Vlaams Gewest, waarmee burgers, bedrijven, overheden kunnen nagaan hoe klimaatbestendig de woning/gebouw en tuin/perceel is en hoe dit groener en blauwer kan. Wie daar gegevens invult over zijn gebouw en perceel krijgt dan een score van A tot F, de tool genereert tips op maat voor verschillende groene (o.a. biodiversiteit en verkoeling) en blauwe (o.a. regenwateropvang en regenwatergebruik) aspecten.
-> deze website is geen verplichting voor de gemeente, louter een sensibiliserend instrument. Omdat het pactportaal dit als authentieke bron beschouwt voor werf 1 en 4 wordt het plots wel noodzakelijk om alle bomen, hagen, geveltuinbeplanting, natuurgroenperken, regenwateropvang, buffervoorziening, infiltratievoorziening en ontharding sinds 2021 in te geven in het groenblauwpeil als "LEKP-verbetering". Die verschillende verbeteringen moeten in het portaal per project ingetekend worden op kaart, waarna een aantal karakteristieken moeten ingevuld worden.
Bedoeling is dat de gemeenten de verbeteringen op publiek domein invoeren, en aan hun burgers, bedrijven en verengingen vragen om de verbeteringen op hun privédomein in het groenblauwpeil te registreren.
Het invoeren van deze gegevens in het groenblauwpeil is een tijdrovende klus.
De taartdiagrammen voor werf 1 en 4 geven bijgevolg niet de juiste stand van zaken weer.
Wettelijke verplichtingen inzake hemelwater komen niet in aanmerking voor melding.
Werf 1: Haagplantactie met Regionaal Landschap Brabantse Kouters
De gemeente is sinds lang partner in de jaarlijkse boom- en haagplantactie "behaag je tuin" van Regionaal Landschap Brabantse Kouters. Dit is een samenaankoop van inheemse hagen, heggen, houtkanten en hoogstam(fruit)bomen. Inwoners krijgen zo de kans om aan interessante prijzen plantgoed te bestellen.
Resultaten voor 2021:
Resultaten voor 2022:
Doelstelling | Bron voor monitoring | Stand van zaken |
Werf 1 vergroening | ||
|
groenblauwpeil.be (aan te vullen door gemeente en burgers) Klimaatportaal bevraagt sinds 10/3 wekelijks de gegevens uit het groenblauwpeil. De private invoer stroomt nog niet door naar het klimaatportaal. frequentie: wekelijks |
|
Werf 2 energie | ||
collectieve renovaties | Fluvius (burenpremie) -> monitoring is nog onvolledig frequentie: jaarlijks |
nog geen acties vanuit gemeente |
coöperatieve hernieuwbare energieprojecten |
Energiekaart VEKA -> cijfer nog niet betrouwbaar frequentie: maandelijks |
ACT-141: Zonnepanelen met energiecoöperatie -> nog uit te voeren |
Werf 3 mobiliteit | ||
deelsystemen | Autodelen.net frequentie: 6 maandelijks |
|
laadpunten | Dep. Mobiliteit en Openbare Werken frequentie: wekelijks |
|
fietspaden | nog geen monitoring frequentie: jaarlijks |
er zitten fietspadprojecten in de pijplijn voor Kortenbergsesteenweg (renovatie 2 km fietspad) en Perksesteenweg (renovatie 2,65 km fietspad) |
Werf 4 droogte | ||
|
groenblauwpeil.be (aan te vullen door gemeente en burgers) frequentie: wekelijks |
|
Algemene doelstellingen | ||
Burgemeestersconvenant | ondertekend | |
energiebesparing lokaal patrimonium |
Fluvius frequentie: jaarlijks |
- 0,73% |
reductie CO2-uitstoot lokaal patrimonium |
Fluvius frequentie: jaarlijks |
+ 9,47% (nog te onderzoeken) |
verledding | Fluvius (cijfers zijn nog niet actueel, dateren van 31/08/2022) frequentie: 3 maandelijks |
|
Geen heffing op hernieuwbare energie | Steenokkerzeel heeft deze heffing niet | In orde |
lokaal warmte- en sloopbeleidsplan | Er is nog geen afbakening van het begrip ‘lokaal sloopbeleidsplan’ en dus ook geen monitoring. Hoeft niet in rekening gebracht worden voor 2022. frequentie maandelijks |
Nog niet opgemaakt, er zijn nog geen richtlijnen voorhanden. |
Subsidie
Het pact is een inspanningsverbintenis, geen resultaatsverbintenis.
In 2022 werd er door de Vlaamse regering €24.324.010 verdeeld over de gemeenten die het pact 1.0 ondertekenden. De verdeling gebeurt voor 80% op basis van het aantal inwoners én 20% op basis van het Gemeentefonds (trekkingsrecht).
Voor Steenokkerzeel bedraagt de subsidie +- €39.000.
De middelen worden verdeeld met de voorwaarde van 50% cofinanciering, oftewel het “1 euro voor 1 euro”-principe. Bij een subsidie van €39.000 wordt verwacht dat er in totaal €78.000 wordt uitgegeven. De gemeente rapporteert over de uitgaven die gebeurd zijn voor de projecten waarvoor deze subsidie wordt aangevraagd door ze in de jaarrekening te koppelen aan de code ABB-LEKP-2021.
De gemeente bepaalt zelf waarvoor het budget gebruikt wordt, zolang de besteding bijdraagt aan de doelstellingen van het Pact. Dit kan zowel investeringskosten, werkingskosten als personeelskosten bevatten; het is aan de lokale besturen om te beslissen hoe de doelstellingen zo efficiënt mogelijk bereikt worden. Bedoeling is wel dat de 4 werven gehaald worden tegen 2030, maar de gemeente kan zelf bepalen wat de eigen prioriteiten zijn en kiezen waar er eerst op ingezet wordt.
De ondertekening van het pact heeft geleid tot 4 bijkomende acties in de meerjarenplanning:
Het Burgemeestersconvenant 2030, aangaande de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen.
Het Lokaal Energie- en Klimaatpact van de Vlaamse Regering en de Vlaamse steden en gemeenten van 4 juni 2021 aangaande het verbintenissen engagement inzake de algemenen engagementen en de vier werven behoudend 16 specifieke doelstellingen.
Art. 2 van het Decreet Lokaal Bestuur: “De gemeenten zijn overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de verwezenlijking daarvan kunnen ze alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.”µ
Art. 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2021 tot toekenning van een subsidie aan de Vlaamse gemeenten voor klimaatacties ter uitvoering van het Lokaal Energie- en Klimaatpact
ACT-138: Opmaak plan voor integrale aanpak groen biodivers speelweefsel en openbaar domein (vergroening)
ACT-139: Vergroenen van de gemeente d.m.v. (begeleiding bij) aanleg groendaken, groengevel en ontharding
ACT-140: Koolstofvrije deelmobiliteit
ACT-141: Zonnepanelen met energiecoöperatie
De raad neemt kennis van de rapportering voor het Lokaal Energie- en Klimaatpact.
Het meest recente rapport kan steeds gevonden worden via: https://lokaalklimaatpact.be/gemeente.html (wordt periodiek gesynchroniseerd).
De gemeenteraadsbeslissing wordt opgeladen in het loket Lokaal Bestuur.
Sinds 2020 zijn overheden verplicht om op activiteiten en evenementen te werken met herbruikbare bekers, vanaf 2021 gelden deze regels ook voor alle andere organisatoren.
Omdat het gebruik van herbruikbare bekers een grote kost voor evenementenorganisatoren met zich meebrengt, ging daarom in 2021 het toelagereglement 'reiniging van herbruikbare bekers' in voege. Dit reglement werd gestoeld op de samenwerking die werd aangegaan tussen Interza en Festicup. Door deze samenwerking konden verenigingen en de gemeente de bekers gratis huren en werden enkel de reinigingskosten, de administratiekost en de transportkosten aangerekend. In het reglement werd dan ook expliciet vermeld dat de subsidie van toepassing was op deze effectieve kosten (50% van het bedrag, met een maximum van 5000 bekers).
Vanaf 2023 stopt de samenwerking tussen Interza en Festicup. Ook de huurkost wordt vanaf nu dus aangerekend. Op de factuur wordt er dus geen onderscheid meer gemaakt en worden bovenstaande subkosten niet meer opgesplitst. Enkel de verhuurkost, inclusief reiniging, verlies en administratiekosten wordt vermeld. Het reglement zoals nu opgesteld kan dus niet meer toegepast worden.
Er dient dus een nieuw reglement opgemaakt te worden. Als bijlage werd het voorstel tot nieuw reglement toegevoegd.
Het reglement werd vereenvoudigd en de toelage werd ook opgetrokken omdat we merkten dat er via het vorige reglement slechts een klein deel van de totale uitgave werd betoelaagd, waardoor de extra kost die deze verplichting met zich meebrengt nog altijd te groot was voor de organisatoren.
In een notendop:
- Toelage van 50% op totale factuur en niet meer op verschillende subuitgaven
- Voor bekers én ander cateringmateriaal (momenteel nog geen verplichting voor externe organisatoren, maar zo moedigen we de organisatoren wel al aan om er gebruik van te maken)
- 350 euro plafond per event voor beiden samen (bekers + ander cateringmateriaal)
- Kan voor maximaal 2 evenementen/jaar aangevraagd worden
Gelet op het feit dat de samenwerking met Interza stopte op 31/12/2022, dient dit reglement, bij goedkeuring, met terugwerkende kracht tot 1/01/2023 toegepast te worden.
Toelagereglement 'reiniging van herbruikbare bekers' (Gemeenteraad 24/6/2021).
De Jeugdraad adviseert positief (zie bijlage).
2023/ACT-84/0309-00/64930000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN "Evenementen op een zo duurzaam mogelijke manier organiseren".
De gemeenteraad keurt het reglement "Toelage voor het gebruik van herbruikbare bekers en ander cateringmateriaal" goed.
Het personeelskader en organogram wordt regelmatig geactualiseerd, gezien de voortdurend wijzigende noden en inzichten.
De gemeenteraad en de OCMW-raad hebben respectievelijk in zitting van 22 maart 2018 en 20 maart 2018 het geïntegreerd personeelskader gemeente-OCMW, samen met het aangepaste organogram en aangepaste visietekst goedgekeurd.
Het is wenselijk om het personeelskader en organogram regelmatig te evalueren en bij te sturen.
De voorgestelde wijzigingen zijn:
Voor de hele geïntegreerde organisatie (= gemeente + OCMW) voorzien we dus netto 3 bijkomende functies en 3 hogere inschalingen.
De indicatieve meerkost van deze operatie komt neer op € 268 055,86/jaar (waarbij de raming gebaseerd is op gemiddelde anciënniteiten en geen rekening houdt met de in de tijd uitgestrekte uitvoering).
De besparing die hierdoor kan gedaan worden door het IT-beheer en de projectcoördinatie in eigen handen te nemen, bedraagt € 174 585, waardoor de netto-meerkost van deze aanpassing van het kader € 93 470,86 is.
Zodra de gemeenteraad dit aangepast personeelskader heeft goedgekeurd, zal de personeelsdienst – rekening houdende met een verspreide financiële impact – gefaseerd starten met de uitvoering.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017
Het MAT heeft het aangepaste organogram en personeelskader gunstig geadviseerd.
De indicatieve meerkost van deze operatie komt neer op € 268 055,86/jaar (waarbij de raming gebaseerd is op gemiddelde anciënniteiten en geen rekening houdt met de in de tijd uitgestrekte uitvoering).
De besparing die hierdoor kan gedaan worden door het IT-beheer en de projectcoördinatie in eigen handen te nemen, bedraagt € 174 585, waardoor de netto-meerkost van deze aanpassing van het kader € 93 470,86 is.
De gemeenteraad gaat akkoord met de voorgestelde aanpassingen aan het personeelskader en organogram.
De rechtspositieregeling voor het gemeente- en ocmw-personeel werd goedgekeurd door de gemeente- en ocmw-raad van 26 januari 2023.
Op 1 februari 2023 kwam er nog een reactie vanwege de vakbonden:
Bedankt voor het verslag en het aangepaste document RPR.
Ik stel echter vast dat heel wat belangrijke bemerkingen vanuit het ACV niet meegenomen zijn in het nieuwe document RPR:
1/ Artikel 58: het kan niet dat iemand eerst formeel moet geëvalueerd worden om de volgende stap te zetten in de functionele loopbaan. Dit moet volgens ons aangepast worden. je mag iemand niet blokkeren op deze manier in de functionele loopbaan.
2/ Artikel 61: indien iemand na het afronden van een verbetertraject na een jaar opnieuw functioneringsproblemen krijgt moet er opnieuw een verbetertraject opgestart worden. onmiddellijk ontslag is volgens ons onaanvaardbaar
3/ Artikel 65: het personeelslid moet gehoord worden door de aanstellende overheid, dit hoorrecht kan niet gedelegeerd worden naar de algemeen directeur en een afgevaardigde van het college zonder ook de aanstellingsbevoegdheid op zich te delegeren
4/ Artikel 84: heb dit ondertussen nagekeken: in het besluit RPR staat dat de evaluatietermijn voor de algemeen directeur en financieel directeur bepaald wordt door de raad én dat deze dezelfde moet zijn als deze van de andere personeelsleden, dus 2,5 jaar is niet correct
5/ Artikel 184 ivm de eindejaarstoelage klopt niet meer na de aanpassingen, bovendien is het enige dat wel moest verwijderd worden, nl dat de EJT nooit meer mag bedragen dan een twaalfde van het jaarsalaris, wel blijven staan. Het sectoraal akkoord van 2020 heeft bepaald dat deze beperking niet langer mocht toegepast worden. dit moet dus verwijderd worden en correct toegepast worden vooral.
6/ Artikel 225: we gaan er niet mee akkoord om dit in een volgende bespreking te bekijken. Momenteel moet dit door het bestuur correct toegepast worden, namelijk alle vakantiedagen moeten uitbetaald worden bij uitdiensttreding (ook de bijkomende) aangezien de rechten opgebouwd werden in het voorgaande jaar
7/ Artikel 260 omstandigheidsverlof: we vinden het spijtig dat het bestuur niet akkoord gegaan is om alle dagen geboorteverlof aan 100% te verlonen voor de contractuelen.
Ik stel vast dat er geen protocol meegestuurd is om de onderhandelingen af te ronden. Wanneer wordt dit bezorgd?
Er werd nog een bijkomende reactie opgesteld op basis van deze opmerkingen, waardoor er nog enkele bijsturingen aan de rechtspositieregeling worden aangebracht:
1/ RPR wordt in die zin aangepast. |
2/ Volgend volgend compromis wordt voorgesteld: “Indien zich voor een medewerker na het afronden van een knipperlicht- of verbetertraject binnen een jaar opnieuw functioneringsproblemen voordoen, kan er ofwel opnieuw een verbetertraject opgestart worden, of kan er overgegaan worden tot ontslag van de medewerker (zie flow in bijlage II).” Op die manier geven we onszelf nog de ruimte om de medewerker nog een kans te geven of om er onmiddellijk een einde aan te maken. |
3/ Aan te passen in RPR. De algemeen directeur en een afgevaardigde van Het College/Vast Bureau horen hoort het personeelslid vooraf. Indien het personeelslid dit wenst, kan hij of zij gehoord worden door de aanstellende overheid. Het personeelslid kan zich tijdens deze hoorzitting laten bijstaan door een raadsman. |
4/ Klopt – RPR moet aangepast worden.
|
5/ RPR aan te passen als volgt: “Het bedrag van de eindejaarstoelage is de som van het forfaitaire gedeelte en het veranderlijke gedeelte, aangepast volgens de indexverhogingscoëfficiënt die van toepassing is op het salaris van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar. met dien verstande dat de eindejaarstoelage nooit meer mag bedragen dan een twaalfde van het jaarsalaris, aangepast volgens de indexverhogingscoëfficiënt die van toepassing is op het salaris van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar. Het rechtspositiebesluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 bepaalt de wijze waarop het forfaitaire gedeelte van de eindejaarstoelage wordt berekend en geïndexeerd. |
6/ Akkoord - RPR wordt aangepast |
7/ Dit is een standpunt van de vakbond, geen wettelijke vereiste. Het college gaat hier niet op in.
|
Het protocol werd opgemaakt in functie van alle onderhandelde onderwerpen.
Bijkomend stelt de personeelsdienst ook voor om een bijkomende overgangsmaatregel toe te voegen inzake een premie voor de personeelsleden die al meer dan 40 jaar in dienst zijn, waar het college mee instemde.
De rechtspositieregeling werd in deze zin aangepast (zie bijlage).
De bepalingen van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
Verslag van syndicaal overleg van 06 januari 2023
Het ondertekende protocol
Elk jaar keurt de gemeenteraad als inrichtende macht de vakantie- en verlofregeling in het gemeentelijk onderwijs goed.
Dit jaar wordt de vakantie- en verlofregeling voor het schooljaar 2023-2024 aan de gemeenteraad ter goedkeuring voorgelegd.
De instellingen voor het basisonderwijs beschikken over twee facultatieve vakantiedagen.
Deze vakantiedagen kunnen ook opgesplitst worden in halve dagen en kunnen verschillen per vestigingsplaats van de instelling.
Bijkomend kunnen voor het lerarenteam - tijdens het schooljaar - de lessen 1,5 dag geschorst worden voor het houden van pedagogische studiedagen. Tijdens deze pedagogische studiedagen wordt de lesactiviteit voor alle leerlingen opgeschort. Deze 1,5 dag mag opgesplitst worden in 3 halve dagen.
De laatste halve schooldag voor de zomervakantie kan de school de lessen een halve dag schorsen om de school in de mogelijkheid te stellen om opdrachten eigen aan het eind van het schooljaar (bijvoorbeeld oudercontacten) te realiseren.
Wanneer de laatste halve schooldag op woensdagvoormiddag valt, dan kunnen de lessen op deze voormiddag geschorst worden.
Ten laatste op 15 juni vóór de aanvang van het volgend schooljaar leggen de instellingen de facultatieve vakantiedagen en de dagen dat de lessen geschorst worden, vast.
Het advies van de schoolraad ontvangen op datum van 1 maart 2023 (zie bijlage).
De data waarop de lessen geschorst worden in de gemeentelijke basisschool Piramide & Tilia tijdens het schooljaar 2023-2024:
facultatieve verlofdagen vestiging Piramide & Tilia:
worden goedgekeurd.
CD&V draagt Sonja De Coster voor als opvolger van Pamela Cologne.
Vooruit draagt Rony Blommaert voor als opvolger van Christiane Blanckaert.
Op 26 juni 2003 werd het Autonoom Gemeentebedrijf Steenokkerzeel opgericht en de statuten, het beleidsplan en het financieel plan werden goedgekeurd.
Op 18 september 2014 keurde de gemeenteraad de statutenwijziging van het Autonoom Gemeentebedrijf Steenokkerzeel goed; de statuten werden voor het laatst aangepast op 25 februari 2021.
Artikel 11 van voormelde statuten betreffende de samenstelling van de raad van bestuur, luidt als volgt :
§1. De gemeenteraad benoemt de leden van de raad van bestuur. Het aantal leden van de raad van
bestuur bedraagt maximum 12. Ten hoogste twee derde van de leden is van hetzelfde geslacht.
Desgewenst kan er -na statutenwijziging- ook voor geopteerd worden om alle leden van de
gemeenteraad te benoemen als lid van de raad van bestuur. Dit conform artikel 235, §3 van het Decreet
Lokaal Bestuur.
§2. De mandaten van bestuurder worden over de verschillende fracties verdeeld overeenkomstig de
bepalingen van artikel 235 van het Decreet over het lokaal bestuur. Het is geen voorwaarde voor een
kandidaat om deel uit te maken van de gemeenteraad.
§3. Volgende personen komen niet in aanmerking als bestuurslid van het bedrijf:
1° de provinciegouverneurs, de gouverneur en de vice-gouverneur van het administratief
arrondissement Brussel-Hoofdstad, de adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, de
provinciegriffiers, de arrondissementscommissarissen en de adjunct-arrondissementscommissarissen
voor zover het gemeentelijke extern verzelfstandigd agentschap gevestigd is in hun ambtsgebied;2° de magistraten, de plaatsvervangende magistraten en de griffiers bij de hoven en de rechtbanken,
de administratieve rechtscolleges en het Grondwettelijk Hof;
3° de leden van het operationeel, administratief of logistiek kader van de politiezone waar de gemeente
toe behoort;
4° de personen die op commerciële wijze of met een winstoogmerk activiteiten uitoefenen in dezelfde
beleidsdomeinen als het agentschap en waarin het agentschap niet deelneemt, alsook de werknemers
en de leden van een bestuurs- of controleorgaan van die personen;
5° de personen die in een andere lidstaat van de Europese Unie een ambt of een functie uitoefenen,
gelijkwaardig aan een ambt of een functie, vermeld in dit artikel, en de personen die in een lokale
basisoverheid van een andere lidstaat van de Europese Unie een ambt of een mandaat uitoefenen dat
gelijkwaardig is aan dat van gemeenteraadslid, schepen of burgemeester.
Vanaf 2 maart 2023 zijn alle steden en gemeenten in Vlaanderen verplicht om een deontologische commissie op te richten. Die moet erop toezien dat de lokale politieke mandaten op een verantwoorde manier ingevuld worden. Lokale besturen zijn al sinds 2007 verplicht om een deontologische code vast te leggen. De deontologische code is een algemene leidraad voor lokale mandatarissen om deontologisch correct te handelen als ze hun mandaat uitoefenen. De deontologische commissie zal toezien op die code.
Gemeenten die nog geen deontologische commissie hebben, richten er een op in lijn met de bepalingen van het decreet. De gemeenteraad richt een eigen deontologische commissie in.
De deontologische commissie voor de gemeenteraad is bevoegd voor:
De samenstelling van de deontologische commissie van de gemeenteraad kan gelijkaardig of identiek zijn aan de samenstelling van de deontologische commissie van de raad voor maatschappelijk welzijn. Toch gaat het om 2 afzonderlijke commissies.
De deontologische code regelt de bevoegdheid van de deontologische commissie. De commissie gaat na over welke mandataris er een melding gemaakt wordt en in welke hoedanigheid.
Als de deontologische commissie een onderzoek naar een inbreuk op de deontologische code afrondt, brengt ze de gemeenteraad op de hoogte van dat onderzoek en van haar advies of uitspraak.
De deontologische commissie kan geen tuchtmaatregelen of blaam opleggen.
De bevoegdheden van de deontologische commissie worden bepaald in de deontologische code. De besprekingen binnen de deontologische commissie kunnen bijvoorbeeld leiden tot:
De deontologische commissie kan zelf een einduitspraak doen of dossiers overmaken aan de minister of het parket. Het is ook mogelijk dat de deontologische commissie alleen advies verleent aan de gemeenteraad en dat die raad de einduitspraak doet en dossiers overmaakt aan minister of parket. Die keuze behoort tot de autonomie van het lokaal bestuur.
Samenstelling
De gemeenteraad richt een deontologische commissie op.
Het aantal leden van de deontologische commissie bedraagt 1 per fractie en evenveel als het aantal fracties in de gemeenteraad, aangevuld met de voorzitter van de gemeenteraad die toegevoegd wordt als voorzitter van de deontologische commissie. Onafhankelijke raadsleden vormen geen fractie en zijn niet vertegenwoordigd in de deontologische commissie.
Elke fractie wijst het mandaat in de commissie toe met een voordracht gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. Stel dat de raadsvoorzitter voordrachten ontvangt voor meer dan één fractielid als lid van de commissie, dan beslist de raad. Bij deze voordracht kunnen ook één of meer plaatsvervangers aangeduid worden die in opgesomde volgorde het commissielid vervangen bij afwezigheid of wanneer die betrokken partij is. Een plaatsvervanger is een raadslid voorgedragen door dezelfde fractie, tenzij de fractie maar één lid telt. In dat geval kan ook een raadslid van een andere fractie voorgesteld worden. Een fractie kan tijdens de bestuursperiode steeds beslissen een ander lid aan te duiden en/of één of meer plaatsvervangers te vervangen of toe te voegen.
Gaat het om een mogelijke schending van de code door de voorzitter van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover de voorzitter vervangen conform art. 7, §5, derde lid van het decreet over het lokaal bestuur.
Gaat het om een mogelijke schending van de code door een lid van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover het lid vervangen door een plaatsvervanger in volgorde van hoe ze door de fractie werden voorgedragen.
Werking
- De handhaving is onpartijdig.
- Men is terughoudend met publiciteit.
- Men gaat zorgvuldig om met de vermeende schender.
Bevoegdheden
De commissie is bevoegd voor:
De gemeenteraad ziet erop toe dat de fracties en de individuele lokale mandatarissen volgens de deontologische code handelen.
Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de deontologische code, namelijk:
Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
In de gemeenteraad van 28 maart 2019 werd de deontologische code voor lokale mandatarissen goedgekeurd.
1. De gemeenteraad neemt kennis van de verplichting tot oprichting van een deontologische commissie voor lokale mandatarissen.
2. De samenstelling ziet er uit als volgt, met de voorzitter van de gemeenteraad als voorzitter van de commissie en de algemeen directeur als secretaris.
Klaver-NVA |
Geert Laureys |
LVB |
Alen Cilic |
Groen |
Jan Van hoof |
Vooruit |
Rudy Peeters |
CD&V |
Gilbert Jaspers |
3. De nodige aanpassingen aan de deontologische code, voortvloeiend uit de oprichting van deze commissie, zullen op de commissie zelf besproken worden, en vervolgens ter goedkeuring worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
De afvaltarieven werden tot op heden als contantbelasting geïnd. Conform de rechtsleer wordt een belasting eerder gedefinieerd als een algemene bijdrage zonder rechtstreekse band met een prestatie, terwijl een retributie een bedrag is dat we betalen voor een specifieke dienstprestatie en waarvan de vergoeding in verhouding staat met de kostprijs ervan.
De Vlaamse regelgeving verplicht lokale besturen in Vlarema om in de aanrekening van dienstverlening rond huishoudelijk afval de werkelijke kost aan te rekenen. In deze optiek worden de afvaltarieven best als retributie verrekend eerder dan als contantbelasting. Aanpassingen aan de tarieven zijn in dat opzicht ook veeleer technische dan wel politieke beslissingen. Het college krijgt de taak deze beslissingen uit te voeren.
In tijden van zeer sterke inflatie en onstabiele grondstoffenmarkten is het aangewezen om de afvaltarieven voldoende regelmatig aan te passen zodat de kloof tussen kostprijs en tarief voldoende klein blijft en zodat de verrekening van de kostaanpassingen zonder al te grote schokken verloopt. De kosten van de intercommunale zijn zeer sterk gebonden aan de prijzen voor stookolie en aan de loonkosten. Wanneer de tarieven voor dienstverlening onvoldoende de kostprijs dekken, zal dit een negatieve impact hebben op de vennotenbijdrage en op deze wijze op de gemeentelijke financiën.
Het is belangrijk dat de gemeenten in deze tijden voldoende financiële middelen behouden om de sterke sociale noden en noodzakelijke investeringen te kunnen doorvoeren.
Belangrijk is om aan te geven dat de begroting van Interza voor 2023 geen tariefstijgingen voorziet. Nadien zullen er regelmatige evaluaties worden gemaakt confom de Vlaamse regelgeving.
De intercommunale zal verder blijven inzetten op verbeterd sorteergedrag en afvalpreventie, zodat de globale kost voor de inwoners zoals in de voorbije jaren verder kan dalen. Het heeft evenwel beleidsmatig geen zin om de “vervuiling” van een beperkte groep inwoners met bovengemiddeld veel afval verder te subsidiëren ten koste van de gemeentelijke financiële slagkracht. Dit zou bovendien conform Vlarema niet toegelaten zijn.
De ruime vrijstelling voor aanvoer van recycleerbaar afval op de recyclageparken blijft behouden en kan niet zonder toestemming van de gemeenteraad worden gewijzigd. Voor 15 andere afvalsoorten blijft de gratis aanvoer op het recyclagepark gelden.
Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
De artikelen 41, 162 en 170, §4 van de Grondwet.
Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, en latere wijzigingen.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams Reglement voor het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, en latere wijzigingen.
Budgetcode GBB/0300-00/70301000/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN van de exploitatie 2023 e.v.
Artikel 1
Vanaf 1 april 2023 wordt een retributie gevestigd op de volgende ingezamelde fracties van huishoudelijke oorsprong:
a) Huis-aan-huisinzameling
1) verwijdering van restafval en groot restafval (grof vuil)
2) recyclage van plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons (P+MD)
3) recyclage van GFT-afval
4) verwijdering van gebonden asbesthoudend bouwafval
5) verkoop van composteerbare zakjes, emmertjes en containers voor papier, glas en gft
b) Brengmethode (recyclagepark)
1) inzameling en verwijdering van niet recycleerbaar groot restafval (brandbaar en niet brandbaar)
2) inzameling en recyclage van bouw- en sloopafval, groenafval, houtafval & kunststofafval
3) inzameling en recyclage van gebonden asbesthoudend bouwafval
Artikel 2
Het bedrag van de retributie wordt voor de huis-aan-huisinzameling als volgt vastgesteld:
Fractie Retributie
a) Restafval
45 l zak 2 euro
22.5 l zak 1 euro
1100 liter container 32 euro per lediging
b) Groot restafval
Per laadbak (2 m³) 25 euro
c) Plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons
75 l zak 0,125 euro
De verplichting tot aanlevering in de blauwe PMD-zak geldt eveneens bij aanvoer op het recyclagepark.
d) GFT-afval (gebruiksrecht per jaar via gft sticker)
Container 240 liter 40 euro
Container 140 liter 30 euro
e) gebonden asbesthoudend bouwafval
Bigbag met afmetingen 3.10 -1.10 - 0.30 meter 30 euro
f) Aankoop van composteerbare zakjes, compostvaten en -bakken, emmertjes en containers voor papier, glas en gft
Emmertje met één rol van 50 zakjes 6 euro
Twee rollen van 50 zakjes 6 euro
Zakasbakje 2.5 euro
Compostvat 15 euro
Compostbak 25 euro
Container voor papierafval (140 of 240 liter) 40 euro
Container voor glasafval (140 of 240 liter) 40 euro
Bakje voor glasafval 6 euro
Containers voor papier en glas bij collectief gebruik in meergezinswoningen Gratis bruikleen
Eerste container voor gft afval per woning (140 of 240 liter) Gratis bruikleen
Tweede container voor gft afval per woning (140 of 240 liter) 40 euro
Leveringskosten voor containers aan huis 15 euro
Artikel 3
Het groot restafval, groenafval, houtafval, harde plastics, zuiver steenpuin, gemengd bouwafval en asbesthoudend bouwafval kunnen tegen betaling aangeboden worden op het recyclagepark in samenwerking met en volgens de voorschriften van INTERZA. De wijze van betaling geschiedt op de door INTERZA voorgeschreven wijze, door middel van afgifte van een betaalbewijs conform de regels van INTERZA of door elektronische betaling via Bancontact.
De basis van de tarifering wordt gevormd door het volume van het aangeboden afval volgens de geldende tariefcategorie. Dit volume worden bepaald als het volume van de meetkundige balk gevormd door de uiteindes van het afval in de verschillende dimensies.
Volgende categorieën worden onderscheiden:
Categorie 1: Volume tot 0.25 m3
Categorie 2: Volume tussen 0.25 en 0.5 m3
Categorie 3: Volume tussen 0.5 en 1 m3
Categorie 4: Volume tussen 1 en 1.5 m3
Categorie 5: Volume tussen 1.5 en 2 m3
Categorie 6: Volume tussen 2 en 3 m3
Volgende tarieven worden gehanteerd in euro:
|
Asbesthoudend afval |
Recycleerbaar (groen, harde plastics, hout en zuiver steen) |
Gemengd bouwafval en groot restafval |
Cat 1 |
5 |
2,5 |
6,25 |
Cat 2 |
10 |
5 |
12,5 |
Cat 3 |
20 |
10 |
25 |
Cat 4 |
30 |
15 |
37,5 |
Cat 5 |
40 |
20 |
50 |
Cat 6 |
60 |
30 |
75 |
In afwijking van bovenstaande tarieven wordt voor zetels en sanitair porselein (WC, lavabo) een vast tarief gehanteerd van 5 euro per stuk, voor meerpersoons zetels geldt een vast tarief van 10 euro per stuk.
Ieder gezin heeft recht op een jaarlijkse vrijstelling van 25 euro voor de aanvoer van recycleerbaar afval en asbesthoudend bouwafval.
Bij een jaarlijkse aanvoer per gezin voor meer dan 100 euro, worden de tarieven verhoogd met 50 %. Zowel de vrijstelling als de verhoging worden berekend per kalenderjaar.
Voor de aanvraag van een toegangsbadge voor KMO’s en voor personen met eigendom of verblijf in de gemeente zonder domicilie wordt eenmalig 20 euro administratiekost aangerekend.
Artikel 4
§ 1. De retributie vermeld in artikel 2, a) en b) is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de gemeentelijke dienstverlening inzake huis-aan-huisinzameling van restafval.
§ 2. De retributie vermeld in artikel 2, c) is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de gemeentelijke dienstverlening inzake huis-aan-huisinzameling van plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons.
§ 3. De retributie vermeld in artikel 2, d) is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de gemeentelijke dienstverlening inzake huis-aan-huisinzameling van GFT-afval.
§ 4. De retributie vermeld in artikel 2, e) is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de gemeentelijke dienstverlening inzake huis-aan-huisinzameling van gebonden asbesthoudend bouwafval.
§ 5 . De retributie vermeld in artikel 2, f) is verschuldigd door eenieder die de betrokken afvalrecipiënten bij Interza aankoopt.
§ 6. De retributie vermeld in artikel 3 is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de gemeentelijke dienstverlening inzake inzameling op het recyclagepark.
Artikel 5
§ 1. De personen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven zakken zijn de retributie verschuldigd bij de aankoop ervan op de door de gemeente vastgestelde plaats(en).
Gebruikers van 1100 liter containers zijn de retributie verschuldigd bij aanvang van het kalenderjaar waarop de dienstverlening betrekking heeft
§ 2. De personen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven containers voor GFT-afval zijn de retributie verschuldigd bij de aankoop van de door de gemeente voorgeschreven stickers op de door de gemeente vastgestelde plaats(en).
§ 3. De personen die voor de aanbreng van afvalstoffen gebruik maken van het gemeentelijk recyclagepark zijn de in artikel 3 vermelde retributie verschuldigd.
Artikel 6
Het intergemeentelijk samenwerkingsverband INTERZA wordt gemachtigd om de retributie voor het gebruik van de restafvalzakken en 1100 liter containers voor restafval (art. 2a,3°), voor de huis-aan-huisinzameling van grof vuil, pmd en gebonden asbesthoudend bouwafval (art 2b en 2e), voor de verkoop van afvalrecipïenten (art 2f), en voor de aanvoer van afval naar het recyclagepark (art. 3) te innen.
Het intergemeentelijk samenwerkingsverband INTERZA wordt gemachtigd om de retributie voor het gebruik van de gft stickers te innen. De inkomsten voor de gft sticker worden doorgestort op basis van de gemeente waarvoor de sticker werd aangekocht.
Artikel 7
Conform de bepalingen van het Vlarema dienen de gevraagde afvaltarieven de weerslag te zijn van de werkelijke kost in toepassing van het principe “de vervuiler betaalt”.
Het college van Burgemeester en Schepenen dient deze aanpassingen door te voeren, op vraag van de raad van bestuur van Interza dat zich hiervoor baseert op de kostprijscalculatie van de intercommunale conform Vlarema, zonder doorrekening van de overheadkosten.
Voor wat betreft de tarieven op de recyclageparken mag de kostprijs van de vaste infrastructuur en de vaste personeelsleden niet in de kostprijs aan de inwoner verrekend worden, wel de totale kosten voor de verwerking en het transport van het afval.
Het principe dat ieder gezin jaarlijks een equivalente hoeveelheid van 2.5 m3 recycleerbare afvalstoffen gratis op het recyclagepark mag aanbrengen dient gevrijwaard te worden.
Artikel 8
De retributie moet contant worden betaald, tegen afgifte van een betalingsbewijs.
Wanneer contante betaling uitzonderlijk niet mogelijk is, wordt de retributie betaald binnen de 14 dagen nadat de betalingsuitnodiging verzonden is.
Wanneer een herinnering vereist is (saldo onder nul en betalingstermijn is verlopen), wordt deze digitaal of per post verstuurd en worden er geen administratiekosten aangerekend. Wanneer een aanmaning vereist is (saldo onder nul en niet-betaling binnen de 14 dagen na de herinnering), wordt deze aangetekend verstuurd en worden 25 euro administratiekosten aangerekend. Het volledig verschuldigde bedrag zal ingevorderd worden via dwangbevel overeenkomstig artikel 177, tweede lid van het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, of in voorkomend geval langs gerechtelijke weg.
Artikel 9
De gemeenteraadsbeslissing van 25 februari 2021 houdende het vaststellen van het reglement op de inzameling, het hergebruik, de recyclage, de nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen, wordt opgeheven met ingang van 1 april 2023.
Artikel 10
Onderhavig reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen. De bekendmaking van dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan Interza en Ovam.
Karel Servranckx geeft toelichting over dit agendapunt :
Op de Tervuursesteenweg ter hoogte van de Billaststraat is een deel van de vangrail vervangen door een soort “accordeonsysteem” waarbij telkens een open ruimte werd voorzien. Kan dit worden toegelicht?
Raadslid Cilic merkt op: er is verder geen indicatie op de weg dat er een oversteekplaats is voor fietsers. Wat als er hierbij een ongeval gebeurt? Wie is aansprakelijk?
Schepen Wim Mombaerts antwoordt als volgt:
Jan Van hoof geeft toelichting over dit agendapunt :
De aandacht voor “houtig erfgoed” is actueel. Meer en meer komt er interesse voor houtige beplantingen met erfgoedwaarde die kenmerkend zijn voor het werk van de mens of van de natuur of van beide samen.
Rita Malfliet en Felix Goossens (voorzitter, resp. secretaris van Heemkring Ter Ham) hebben in een zeer boeiende lezing tijdens een studiedag op 03 december 2022 georganiseerd door de Provincie Vlaams-Brabant benadrukt dat houtige beplantingen op velerlei vlakken een waarde kunnen hebben: architecturaal, artistiek, cultureel, esthetisch, historisch, industrieel-archeologisch, technisch, ruimtelijk-structurerend, sociaal, stedenbouwkundig, volkskundig, wetenschappelijk. Er werd ook gewag gemaakt van de Perkse peer, appel, pruim.
Vragen:
Schepen Jelle Mombaerts antwoordt als volgt:
Jan Van hoof geeft toelichting over dit agendapunt :
A. Tijdens de gemeenteraad van 23 februari ll. gaf schepen Marleen Ral aan dat bekeken zou worden al dan niet in beroep te gaan tegen de beslissing van OVAM om geen vrijstelling te verlenen betreffende de bodemverontreiniging met PFAS. Het Collegeverslag van 27/02/2023 vermeldt dat wordt aangetekend “omdat de uitspraak van OVAM onvoldoende onderbouwd is”.
Vragen:
B. Collegeverslag 20/02/2023, punt 11, heeft het over de resultaten van fase 5 van het beschrijvend bodemonderzoek en vermeldt dat nieuwe overschrijdingen voor de PFAS-waarden werden vastgesteld; bijkomend onderzoek werd opgedragen.
Kan over een en ander toelichting worden verstrekt ?
Schepen Marleen Ral antwoordt als volgt:
Jan Van hoof geeft toelichting over dit agendapunt :
Uit punt 7 van het collegeverslag van 20 februari ll. blijkt dat BAC de gemeente heeft gedagvaard op 14/02/2023. Blijkbaar wenst BAC alle trage wegen op het luchthavendomein afgeschaft te zien.
Schepen Marleen Ral antwoordt als volgt:
Griet Deroover geeft toelichting over dit agendapunt :
1. voordeel De Lijn
Feiten, context, argumentatie
https://www.delijn.be/nl/content/kortingen-provincie-vlaams-brabant/
Vraag
Raadslid Griet Deroover merkt op: de lijn 225 ging niet meer door het dorp rijden?
Schepen Wim Mombaerts antwoordt als volgt:
Wim Mombaerts antwoordt:
Ann Goovaerts geeft toelichting over dit agendapunt :
Raadslid Ann Goovaerts vraagt wie wat gaat betalen voor sanering?
Hier wordt verwezen naar het antwoord dat hierboven hierover al werd gesteld.
Raadslid Goovaerts heeft nog een bijkomende vraag in verband met de werken die BAC aan het uitvoeren is:
Marleen Ral antwoordt als volgt:
Schepen Marleen Ral antwoordt dat er een lening voorzien is, voor een mogelijke uitgave waarvan de uitgave nog niet begroot kan worden. Het is ook nog niet duidelijk wie wat gaat moeten betalen. De lening bedraagt 2.000.000 euro voor dergelijke uitgaven.
Rudy Peeters geeft toelichting over dit agendapunt :
Bij het verlaten van de ringweg(N227) net voor de rotonde van het kruispunt Van Frachenlaan-Tervuursesteenweg merken wij een informatiebord op dat dringend aan vervanging toe is.
Schepen Wim Mombaerts antwoordt als volgt:
We hebben geen datum van uitvoering.